Dialoog: jij bent weer goed in andere dingen. Stel je bent mentor op een middelbare school en je bent in gesprek met een docent over de leerlingen in zijn klas. Jullie hebben het over hoe jullie de leerlingen kunnen ondersteunen in de dingen die ze lastig vinden. De docent vertelt je dat hij die leerlingen een beetje probeert te troosten, door te zeggen: ‘Het geeft niet dat je niet goed bent in het mijn vak, jij hebt weer aanleg voor andere dingen.’ Je vindt dit geen goede invalshoek van de docent en je wilt het niet onweersproken laten. Je ziet het als een kans om zijn overtuigingen ten positieve te beïnvloeden.
Hoe kun je de les interessant maken voor de leerlingen? In het pas verschenen boek Supporting student’s motivation van Reeve et al geeft hij een aantal, op onderzoek gebaseerde, tips. Autonomie en interesse zijn nauw met elkaar verbonden. Wanneer leerlingen zich autonoom voelen zijn ze ook meer geïnteresseerd in wat ze doen, en dat effect treedt op ongeacht de initiële interesse die de leerling had voor het onderwerp van de les. Dus wil je dat leerlingen geïnteresseerder kunnen worden in de les, ondersteun ze dan in hun autonomiebehoefte. Wanneer de psychologische basisbehoeften van leerlingen worden vervuld wordt interesse in de activiteit mogelijk. Hoe kun je dit concreet doen?
Van der Hauwaert et al (2021) deden onderzoek naar performance management systemen en motivatie van managers. Performance management systemen hebben een slechte naam, ze worden gezien als bureaucratiserend en controlling management instrument. Wanneer ze de basis vormen voor individuele prestatiebeoordeling en -beloning hebben ze eerder negatieve dan positieve effecten op de motivatie en prestaties van managers. Bestaat motiverend performance management?
Onderzoek SDT organisatie-interventies. Hoe kunnen onderzoekers naar SDT in organisatiecontexten hun SDT-interventies vormgeven? Wanneer kunnen onderzoekers het beste de effectiviteit van een trainingsinterventie evalueren? Slemp et al schreven een review over de inhoud en effectiviteit van SDT-interventies in organisaties, waaruit ik in deze bijdrage een paar hoofdpunten heb gehaald. In deze bijdrage haal ik een aantal implicaties voor onderzoekers naar voren die door Slemp et al worden gegeven.
Hoe intrinsieke doelen je liefdesrelatie versterken, dat is een thema in het onderzoeksartikel van Leung en Law. De onderzoekers deden twee studies om te bekijken hoe intrinsieke en extrinsieke doelen gerelateerd waren aan de kwaliteit van de liefdesrelatie en welke rol de psychologische basisbehoeften hierin speelden. Een kenmerkend verschil in de doelen die mensen nastreven is het verschil tussen intrinsieke en extrinsieke doelen.
Structuur in de opvoeding, Grolnick et al publiceerden een onderzoeksartikel over dit onderwerp. Ze keken zowel naar de manier waarop ouders een context creëerden waarin de behoefte aan competentie van het kind werd vervuld en ze keken ook naar de mate waarin de ouders de autonomie behoefte van het kind ondersteunden. Het onderzoek richtte zich op drie levensdomeinen van het kind: huiswerk en studeren, de tijd die het kind zonder ouderlijk toezicht doorbrengt en de verantwoordelijkheid voor huishoudelijke taken en voor verzorging van zichzelf.
Corona ZDT studie is een studie die sinds eind maart 2020 wordt uitgevoerd door een groep onderzoekers bij de UGent: Maarten Vansteenkiste, Bart Soenens, Joachim Waterschoot, Sofie Morbée en Branko Vermote van de sectie ontwikkelingspsychologie.
Progressiedoelen. Vooruit komen in steeds rijker worden of steeds beter worden in andere mensen aftroeven en ondermijnen is geen progressiedoel. Je komt dan wel vooruit, maar niet in een goede richting. Doelen zoals zo rijk mogelijk worden, een grotere auto hebben dan de buren en mooier worden dan iemand anders zijn extrinsieke doelen. Extrinsieke doelen nastreven blijkt ons welbevinden niet ten goede te komen, noch wanneer we het doel aan het bereiken zijn, noch wanneer we het doel hebben bereikt.
De rol van structuur in online onderwijs. Structuur speelt een cruciale rol in het vasthouden van de aandacht van leerlingen tijdens online lessen. Uit onderzoek binnen de zelfdeterminatietheorie komen de volgende aanknopingspunten voor docenten die de rol van structuur goed willen benutten wanneer ze live online les verzorgen.
Motiverend online onderwijs: de zelfdeterminatietheorie biedt die voor docenten en trainers die online onderwijs goed van de grond willen laten komen. Het blijkt immers dat online onderwijs significant slechtere resultaten laat zien in termen van kwaliteit van motivatie, psychologische basisbehoeftevervulling, ervaren leerklimaat, cijfers en ervaren kennisverwerving dan face-to-face onderwijs.
Wij gebruiken cookies op onze website om u de meest relevante ervaring te bieden door uw voorkeuren en herhaalbezoeken te onthouden. Door op "Accepteren" te klikken, stemt u in met het gebruik van ALLE cookies.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.