Structuur in de opvoeding, Grolnick et al publiceerden een onderzoeksartikel over dit onderwerp. Ze keken zowel naar de manier waarop ouders een context creëerden waarin de behoefte aan competentie van het kind werd vervuld en ze keken ook naar de mate waarin de ouders de autonomie behoefte van het kind ondersteunden. Het onderzoek richtte zich op drie levensdomeinen van het kind: huiswerk en studeren, de tijd die het kind zonder ouderlijk toezicht doorbrengt en de verantwoordelijkheid voor huishoudelijke taken en voor verzorging van zichzelf.

Structuur bieden valt uiteen in vier componenten:

  1. Regels en verwachtingen: zijn ze helder of ambigue?
  2. Consequenties: zijn er consistente gevolgen van het al dan niet bereiken van het doel en het je houden aan de regels?
  3. Rationale: wordt helder wat de goede reden is voor de regel of de verwachting?
  4. Gezag: heeft de ouder de rol van leider en is die degene die de regels handhaaft of heeft de ouder geen leidende rol?

 

Training Progressiegericht
Coachen

 

Hoe wordt de structuur aangebracht

Wanneer er sprake is van een duidelijke structuur kunnen kinderen zich competent voelen. Ze weten dan wat er van hen verwacht wordt en waar ze zich aan moeten houden. Maar de manier waarop die structuur wordt aangebracht maakt een groot verschil want die bepaalt de mate waarin kinderen eigenschap voelen over hun gedrag. De structuur kan namelijk op een autonomie-ondersteunende manier worden aangebracht of op een controlling manier. Kinderen voelen zich het meest competent en betrokken wanneer de context waarin de structuur wordt aangebracht hun autonomie ondersteunt in plaats van ze zich onder druk gezet voelen.

Autonomie-ondersteuning valt uiteen in vier componenten

  1. Aansluiten bij het perspectief van het kind: begrijpen hoe het kind de situatie ziet en ervaart
  2. Empathie wanneer kinderen iets moeten doen waar ze geen zin in hebben: oprecht begrijpen dat het niet leuk is voor het kind
  3. Aanmoedigen van discussie en geven en nemen: een open gesprek over de doelen en de regels waarbij het kind inbreng heeft
  4. Het kind toestaan zijn eigen oplossingen te bedenken: ruimte bieden aan het kind om zijn eigen problemen op te lossen

Structuur en autonomie-ondersteuning

Wanneer het bieden van structuur wordt gecombineerd met autonomie-ondersteuning dan stellen de ouders en de kinderen gezamenlijk de regels op in plaats van dat de ouders de regels opleggen aan de kinderen. De mening van de kinderen wordt meegenomen en ze mogen input leveren bij de formulering van verwachtingen en regels. Er is zo gezamenlijke besluitvorming ten aanzien van de regels die gelden en een open uitwisseling van gedachten.

Empathie

Wanneer het kind kritiek op de regels en de verwachtingen heeft dan nemen de ouders het kind hierin serieus en ze zijn responsief wanneer het kind vragen of klachten heeft. Empathie is het erkennen en accepteren van gevoelens van het kind en communiceren over en begrijpen van het perspectief van het kind. Empathie is een kern aspect van autonomie- ondersteuning, in het bijzonder bij activiteiten die niet interessant of motiverend zijn.

Keuzemogelijkheden

De ouders bieden het kind keuzemogelijkheden zodat het kind interesse kan houden in wat er van hem verwacht wordt, door wil zetten en zich competent kan voelen. De keuzemogelijkheden gaan trouwens niet over het al dan niet aan de regel of verwachting gaan voldoen, maar wel ten aanzien van hoe het kind eraan gaat voldoen.

 

Training Progressiegericht
Coachen

 

Drie domeinen

In het onderzoek werden drie levensdomeinen betrokken: studie en huiswerk, tijdsbesteding zonder ouderlijk toezicht en eigen verantwoordelijkheid nemen voor jezelf en je omgeving. Tijdsbesteding zonder ouderlijk toezicht gaat over de tijd die het kind alleen buiten speelt of alleen in huis is. Verantwoordelijkheid nemen voor jezelf en je omgeving gaat over meedraaien in het huishouden, zorgen voor je eigen veiligheid en jezelf verzorgen (tandenpoetsen en op tijd naar bed gaan, bijvoorbeeld). Via het verantwoordelijkheid nemen voor de huishoudelijke taken leert het kind verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf en de familie.

Structuur en autonomie-ondersteuning

Uit het onderzoek bleek dat het bieden van structuur op een autonomie-ondersteunende manier positief samenhing met het welbevinden, het positieve gedrag en presteren van het kind. Die combinatie ziet er zo uit:

  1. Duidelijkheid en consistentie van regels en verwachtingen
  2. Voorspelbaarheid van consequenties. De reactie van de ouders op regel-gerelateerd gedrag van het kind is bekend bij het kind en wordt ook consistent toegepast.
  3. Er is consistente communicatie over waarom bepaalde regels en verwachtingen belangrijk zijn.
  4. Ouderlijk gezag. De ouders zijn degenen die uiteindelijk beslissingsbevoegd zijn en die consequenties kunnen opleggen. Ze zitten in een leidinggevende rol.
  5. De regels en verwachtingen worden gezamenlijk opgesteld, waarbij het kind wordt uitgenodigd om input te geven.
  6. Er is een open uitwisseling van meningen en gedachten. De regels mogen ter discussie worden gesteld.
  7. De ouders communiceren dat zij het perspectief van het kind begrijpen zelfs als het kind het niet eens is met de ouders.
  8. Het kind ervaart keuzemogelijkheden. Hij heeft opties en alternatieven ten aanzien van hoe het kind aan de verwachtingen en regels kan voldoen worden gegeven.

Ontwikkelingsperspectief

In dit onderzoek werden kinderen van ongeveer 11 jaar oud betrokken. Voor die kinderen was het alleen thuis zijn of zonder ouderlijk toezicht buiten zijn vrij nieuw. Het bleek dat wanneer ouders duidelijke structuur gaven waar het kind zich aan moest houden wanneer het alleen was (hoe laat ben je thuis, wat doe je als je alleen thuis bent) dat het kind zich dan competent voelde. Zodra kinderen ouder worden is een dergelijke structuur minder noodzakelijk. Bij het bieden van structuur moeten we daarom een ontwikkelingsperspectief innemen, zo stellen de onderzoekers. Wanneer het kind zich competenter is kan de ouder de structuur losser laten en meer aan het kind zelf overlaten.

Vaste gewoonten

Ook bleek uit het onderzoek dat kinderen minder probleemgedrag laten zien en beter presteren op school wanneer er in het gezin duidelijke gewoontes zijn rondom bedtijd, huishoudelijke activiteiten en tijdsbesteding zonder ouderlijk toezicht.

Domeinspecifiek

Wanneer het ging om morele issues (dingen die slecht zijn omdat ze schade berokkenen aan anderen) of veiligheidsissues (voorkomen dat je jezelf schade berokkent) bleek dat kinderen er minder moeite mee hadden wanneer hun ouders de regels en verwachtingen meer eenzijdig oplegden. Wanneer het ging om persoonlijke issues (dingen die alleen betrekking hebben op het kind zelf) en om conventies (gebruiken die alleen aanwezig zijn omdat het nu eenmaal zo is afgesproken) waren kinderen meer geneigd om rebellie te vertonen wanneer hun ouders de regels eenzijdig oplegden.

 

Training Progressiegericht
Coachen

 

Structuur in de opvoeding

Hieruit blijkt dat het domein waarover het gaat in ogenschouw genomen moet worden: huiswerk maken, studeren, persoonlijke verantwoordelijkheid nemen voor taken en je eigen verzorging en je tijdsbesteding wanneer er geen ouderlijk toezicht is zijn levensdomeinen van verschillende aard. Het effect van het aanbrengen van structuur op een autonomie-ondersteunende of op een controlerende manier is afhankelijk van het domein waarover het gaat.