Factoren die progressie bevorderen

Veel mensen kennen wel voorbeelden van “tegen de verwachting in beter worden”. Dat zijn dus voorbeelden van personen die je wel eens beter hebt zien worden ergens in, terwijl de mensen in zijn omgeving dat niet van die persoon hadden verwacht. Als je nadenkt over deze voorbeelden levert dat vaak interessante gespreksstof op. Wie was dit en waarin werd deze persoon tegen de verwachting in toch beter? Hoe kon je merken dat de mensen in zijn omgeving niet van hem verwachtten dat hij het kon leren? Hoe kon je merken dat de persoon het toch aan het leren was en er beter in werd? Hoe denk je dat die persoon het voor elkaar heeft gekregen om er toch beter in te worden? Door naar vele voorbeelden te luisteren in trainingen en daarbuiten, is een lijstje met veelgenoemde factoren die progressie bevorderen ontstaan:

  • Iemand die gelooft dat de betreffende persoon het kan leren, beter kan worden
  • Iemand die de betreffende persoon geruststelt, door te benadrukken dat alle begin lastig is en dat het normaal is als iets je niet direct goed afgaat
  • Iemand die de betreffende persoon duidelijke instructies en uitleg geeft
  • Iemand die positieve feedback geeft aan de betreffende persoon
  • De betreffende persoon heeft veel geoefend
  • De betreffende persoon heeft geleerd van zijn fouten en heeft manieren gevonden om zijn fouten te verbeteren
  • De betreffende persoon heeft de tijd genomen om te verbeteren

Ken jij nog andere factoren die hebben geholpen om progressie te bereiken in voorbeelden waarin mensen tegen de verwachting in toch beter werden?

3 tips voor progressiegericht omgaan met je ergernis

Iedereen ergert zich wel eens. En iedereen laat zich wel eens meeslepen door zijn ergernis. Maar stel dat je progressiegericht wil omgaan met je ergernis, wat kun je dan proberen? Hier zijn drie tips:

  • Tip 1: neem je ergernis serieus en vraag je af:”Wat is de reden van mijn ergernis?” “Welke belangrijke waarde staat er op dit moment onder druk wat mij betreft?” “Waar pleit ik voor?” “Hoe kan ik die belangrijke waarde en waar ik voor pleit recht doen in de huidige situatie?” Bijvoorbeeld. Een leidinggevende ergert zich aan het afhankelijke gedrag van een aantal medewerkers. Ze willen voor elke actie goedkeuring en komen niet uit zichzelf met initiatieven en nemen geen risico’s. Als een van die medewerkers een email stuurt met de vraag wat hij verder moet gaan doen in het project, merkt de leidinggevende een golf van ergernis opkomen. De leidinggevende beantwoordt in zijn hoofd de bovenstaande vier vragen. De reden van mijn ergernis is het afhankelijke, afwachtende gedrag van een aantal medewerkers. Wat ik belangrijk vind is dat mensen autonoom gemotiveerd zijn om hun werk uit te voeren. Dat betekent dat ze er zelf helemaal achter staan als ze iets doen en begrijpen waarom ze doen wat ze doen. De vragen van deze medewerkers aan mij om ze alles voor te kauwen duwt mij in een controlerende rol. Ik pleit juist voor werkomgevingen waarin mensen zelfstartend zijn, autonoom gemotiveerd zijn, doen wat ze interessant en belangrijk vinden. Daarom ga ik deze medewerkers uitnodigen voor een gesprek waarin ik ga toelichten wat autonome motivatie is en ga ik met hen onderzoeken op welke manier zij autonomer kunnen gaan functioneren. Doordat deze leidinggevende dit gedachteproces doorliep, verdween zijn ergernis en maakte die plaats voor doelgerichtheid en vastberadenheid.
  • Tip 2: als je je ergert, focus je dan op het perspectief van je gesprekspartner. Dit is een implementatie-intentie en dit soort constructies helpt om snel en effectief gewoontes te veranderen. Als je geërgerd bent is de kans groot dat je negatieve dingen gaat zeggen en uitstralen. Door deze implementatie-intentie te formuleren schiet het focussen op het perspectief van de ander je sneller te binnen dan het uiten van je ergernis. Lees hier verder over implementatie-intenties. Bijvoorbeeld. Een coach merkt dat hij zich ergert aan klagende uitingen van zijn cliënten. Hij heeft de laatste tijd moeite om zijn ergernis geen rol te laten spelen in zijn coachingsgesprekken. Hij neemt zich voor om de volgende keer dat een cliënt klaagt en hij zelf merkt dat hij zich begint te ergeren, de vraag te stellen:”Ah, dat lijkt me lastig….vertel eens?” Daarnaast neemt hij zich voor om vervolgens het perspectief van de cliënt samen te vatten. Doordat hij deze implementatie-intentie heeft geformuleerd krijgt zijn ergernis geen ruimte meer in het gesprek. Dat komt omdat hij met iets anders bezig is, dan met zijn ergernis: met het stellen van de vraag en het samenvatten van het perspectief. Zijn ergernis verdwijnt daarmee en hij krijgt echt begrip voor zijn cliënt en diens lastige situatie. Zijn cliënten reageren ook weer beter op zijn vervolgvragen, waardoor zowel zijn cliënten als hijzelf het gesprek constructiever verloopt.
  • Tip 3: lach inwendig om jezelf, onttrek je aan de situatie en ga iets doen wat je interessant of leuk vindt. Door om jezelf te lachen relativeer je je ergernis en ben je tegelijkertijd wat milder voor jezelf en de ander. Door je te onttrekken aan de situatie kan je amygdala even afkoelen waardoor je weer rationeler kan worden. Door iets te doen wat je interessant of leuk vindt, krijg je positieve emoties waardoor je nog weer milder en genuanceerder naar de oorspronkelijke ergerlijke situatie kan kijken.

Natuurkunde en wiskunde, vrouwen en mannen

spelkeVoor de liefhebber van het onderwerp “wetenschap en gender” zijn deze presentaties van Steven Pinker en Elizabeth Spelke boeiend. Beiden hebben een genuanceerde mening en beiden onderbouwen ze hun mening met onderzoeken en interpretaties van onderzoeken. Ultrakort samengevat stelt Spelke dat we op dit moment geen enkel bewijs hebben dat de reden waarom er veel minder vrouwen dan mannen de top bereiken in de natuurkundige en wiskundige wetenschappen zou zijn dat er onveranderbare aangeboren verschillen zijn tussen mannen en vrouwen. Pinker stelt dat de reden waarom er veel minder vrouwen dan mannen de top bereiken in natuurkundige en wiskundige wetenschappen onder andere terug te voeren is op onveranderbare en aangeboren verschillen tussen de geslachten.
Aan de ene kant anderhalf uur lang genieten van scherpe redeneringen van twee uitermate onderlegde wetenschappers. Een voorbeeld? Een hoofdgedachte van Pinker is dat stereotypen wellicht serieus genomen moeten worden, omdat ze niet uit het niets komen. Dus er bereiken minder vrouwen dan mannen de top in natuur- en wiskundige wetenschap omdat er aangeboren verschillen zijn tussen mannen en vrouwen. Hij onderbouwt deze stelling met onderzoeken. Spelke stelt daar tegenover dat ouders hun baby’s anders behandelen en anders beschrijven afhankelijk van het geslacht, en dat dit effect optreedt ongeacht het daadwerkelijke geslacht. Bijvoorbeeld: als je denkt dat een baby een jongen is die opeens geconfronteerd wordt het een hard geluid dan beschrijf je zijn reactie als “boos”, maar denk je dat diezelfde baby een meisje is dan beschrijf je haar reactie als “bang”. Op boosheid reageren we anders dan op angst, waardoor we van jongst af aan het brein van ons nageslacht vormen naar onze stereotype beelden, terwijl we denken dat we jongens en meisjes precies hetzelfde behandelen. Zij onderbouwt dit ook met onderzoeken. Interessant dus, hoewel ik de onderzoeken en argumenten van Spelke overtuigender vind en meer vind getuigen van een groeimindset. Ook wat Spelke en Pinker zeggen over de SAT scores en wat de SAT meet is een boeiend stukje.
Aan de andere kant blijf ik over met een gevoel van teleurstelling dat deze debatten nog steeds gevoerd worden en dat de wetenschap zich nog steeds met de verklaringen van aangeboren en onveranderbare verschillen tussen mannen en vrouwen wil bezig houden. Pinker haast zich te zeggen dat hij feminist is en dat aangeboren verschillen tussen mannen en vrouwen niet moeten betekenen dat mannen en vrouwen anders behandeld zouden moeten worden. Desalniettemin lijkt hij vanuit een statisch mindset perspectief te redeneren. Hij stelt ook dat discriminatie op basis van geslacht ongewenst is. Daarover zijn Spelke en hij het eens.
Mijn vraag: waarom deze zoektocht naar bewijs voor aangeboren verschillen tussen mannen en vrouwen? Is dat idee gebaseerd op de assumptie dat we eerst de oorzaak moeten kennen van waarom de realiteit is zoals die nu is, voor we kunnen gaan beginnen met het creëren van een gewenste toekomst?
Jordan belicht vanuit een andere invalshoek de (on)zin van het onderzoeken van verschillen tussen mannen en vrouwen. Zij pleit ervoor het onbruikbare “wetenschappelijke” pad van aangeboren verschillen tussen mannen en vrouwen los te laten. Dit pad leidt ons af van wat leren begrijpen hoe het menselijk lichaam, het menselijke brein en menselijk gedrag zich ontwikkelt (in plaats van hoe mannen versus vrouwen zich ontwikkelen), stelt ze.

Groeimindset en progressiegericht werken

Een paar veelgelezen posts de laatste tijd zijn deze:
1. Wat is progressiegericht coachen?
2. vijf misverstanden over de groeimindset
3. groeimindset in organisaties
4. drie groeimindset interventies
5. de effecten van mindsets op leren en presteren
6. progressiegerichte feedback
7. vijf niveaus waarop neuroplasticiteit kan worden bestudeerd
8. je plafond is het vertrekpunt

Eduardo Briceño over de groeimindset

Progressiegerichte reisagent

Stel je voor dat je als reisagent in de volgende vervelende situatie bent beland. Een klant heeft een aantal maanden geleden een boeking en een aanbetaling gedaan voor een vakantiewoning, die nu door omstandigheden helaas niet meer verhuurd kan worden. Je hebt gekeken naar alternatieven voor deze klant, maar het is niet eenvoudig. Een optie die je ziet is een vakantiewoning die 250 kilometer van de oorspronkelijke geboekte vakantiewoning verwijderd ligt en die ook nog eens kleiner en minder luxe is. Je stelt een email op om de klant te informeren. Je doel is de klant te behouden en te helpen met een alternatieve vakantiewoning. Dit is je email:
Hierbij informeer ik u over uw reservering.  Helaas is het door omstandigheden niet mogelijk om uw vakantie door te brengen in de geboekte vakantiewoning. Uiteraard vind ik dit heel vervelend. Ik heb dan ook geprobeerd om een gelijkwaardig alternatief te vinden. Dit is gelukt! Ik heb een andere woning voor u uitgezocht. Een gezellige woning die helemaal gelijk is aan wat u had geboekt. In de bijlage treft u de aangepaste bevestiging aan. Voor dit alternatief zullen uiteraard geen extra kosten in rekening worden gebracht. Graag ontvangen wij binnen enkele dagen uw reactie. Mocht u nog vragen hebben, kunt u ook gerust contact met ons opnemen.
Voordat je je email verzendt, pak je eerst even de progressiegerichte communicatieprincipes erbij: erkennend, aansluiten bij het perspectief van de ander, vriendelijk, eerlijk, doelgericht, autonomieondersteunend, kleine stappen voorwaarts, benuttend wat werkt, duidelijk, vragend ipv stellend. En je legt jouw tekst naast die principes. Wat zou je dan veranderen aan de tekst?
Als je een voorbeelduitwerking wilt, dan kun je mailen naar gwendaschlundtbodien@kpnmail.nl
 
 

Crash het stereotype

In de loop der jaren zijn mijn gedachten over “wie je bent” totaal gekanteld. Een jaar of twintig geleden ging ik (bewust en onbewust) uit van dit soort overtuigingen:

  • Er bestaan verschillende stabiele persoonlijkheidstypen, vrij onveranderbare verschillen in intelligentie, fundamentele verschillen tussen mannen en vrouwen en tussen verschillende rassen
  • Het is heel belangrijk om je eigen persoonlijkheidstype en je authentieke zelf te kennen
  • En om het persoonlijkheidstype van anderen te kennen en daar je communicatie met die ander op af te stemmen
  • Mensen (en dus ook ikzelf) zijn vrij onveranderbaar
  • En je kunt anderen al helemaal niet veranderen

Deze manier van denken had een effect op mijn gedrag in relatie tot anderen. Als er iets goed liep zocht ik verklaringen in termen van positieve persoonlijkheidskenmerken van mezelf of de ander. Als er iets mis ging zocht ik verklaringen in termen van negatieve persoonlijkheidskenmerken van mezelf of de ander. Mijn eigen communicatiestijl kwam door mijn persoonlijkheidstype en als ik het persoonlijkheidstype van de ander kende kon ik begrijpen waarom de communicatie stroef of soepel verliep en kon ik dat benoemen. Tussen de woorden van mij en de ander stonden onze persoonlijkheidstypen. Omdat ik ervan uitging dat mensen vrij onveranderbaar waren, waren er maar twee opties als het niet lekker ging tussen mij en iemand anders: mezelf veranderen of weggaan. De overtuigingen leidden tot stagnatie. Een eenvoudig voorbeeld? Ik herinner me een training in een bepaalde persoonlijkheidstypologie, zo’n 18 jaar geleden. Ik zat in een groepje en we hadden een groepsopdracht om een presentatie te maken. We waren ingedeeld op persoonlijkheidstype. De hele middag moesten we elke tien minuten uitwisselen hoe we ons voelden in het groepsproces en moesten we verklaringen geven voor die gevoelens in termen van ons persoonlijkheidstype. ’s Avonds hadden we hoofdpijn en waren we enorm geïrriteerd en na die training hoefden wij elkaar nooit meer te zien. En die presentatie die we moesten maken? Die was kwalitatief bijzonder slecht.
Langzamerhand begon ik informatie te krijgen die haaks stond op mijn overtuigingen. Bijvoorbeeld:Klik hier om meer te lezen

Autonomieondersteunende gespreksvoering voor fysiotherapeuten

De zelfdeterminatie theorie onderschrijven en begrijpen is nog iets anders dan daadwerkelijk op een autonomieondersteunende manier communiceren. Bijvoorbeeld: iemand kan begrijpen dat als mensen onder druk gezet worden er minder kans is dat ze het gewenste gedrag willen gaan uitvoeren, maar kan toch op een controlerende manier communiceren, bijvoorbeeld met de formulering:”Ik wil dat jij….”
De onderzoekers Murray et al (2015) zeggen dat er nog zeer weinig empirisch onderzoek is gedaan naar die daadwerkelijke communicatie. Hun onderzoek richtte zich op de communicatie van fysiotherapeuten die in gesprek zijn met cliënten met lage rugklachten. De onderzoekers stellen dat veel fysiotherapeuten controlerende taal gebruiken in hun consulten. Bijvoorbeeld: “Ik wil dat je de komende week de volgende oefening voor me doet…”Klik hier om meer te lezen

Neurale systemen van zelfbewuste emoties en hun onderliggende beoordelingsprocessen

Zelfbewuste emoties zijn schaamte, schuldgevoel, verlegenheid en trots. Hier heb ik al eens iets geschreven over schuld en schaamte. Om deze zelfbewuste emoties te ervaren moet de persoon zich bewust zijn van zichzelf (zelfperceptie), bewust zijn van wat er in anderen omgaat en dat anderen oordelen hebben over het zelf (persoon gevolgtrekking) en bewust zijn dat er sociale normen zijn die bepalen of de acties van het zelf “goed” of “fout” zijn. Met welke hersenactiviteit zijn de zelfbewuste emoties geassocieerd?
Klik hier om meer te lezen

Alva Noë: bewustzijn zit niet in ons brein

alva noeMomenteel lees ik het boek van Alva Noë getiteld “Out of our heads”. Het is een boek dat poogt bestaande assumpties over het bewustzijn omver te werpen. Wat zegt Alva Noë?
Hij stelt dat de empirische wetenschap naar ons bewustzijn er klakkeloos vanuit gaat dat het probleem dat de wetenschap moet oplossen is om te gaan begrijpen hoe bewustzijn ontstaat in het brein. Dat bewustzijn ontstaat in het brein wordt niet ter discussie gesteld. Alva Noë vermoedt dat de reden dat we in alle jaren dat onderzoek is gedaan naar ons bewustzijn niet verder zijn gekomen met het antwoord op de vraag hoe ons bewustzijn ontstaat komt door deze onbekritiseerde assumptie dat ons bewustzijn ontstaat en te vinden is in ons brein.
Klik hier om meer te lezen