De zelfdeterminatie theorie onderschrijven en begrijpen is nog iets anders dan daadwerkelijk op een autonomieondersteunende manier communiceren. Bijvoorbeeld: iemand kan begrijpen dat als mensen onder druk gezet worden er minder kans is dat ze het gewenste gedrag willen gaan uitvoeren, maar kan toch op een controlerende manier communiceren, bijvoorbeeld met de formulering:”Ik wil dat jij….”
De onderzoekers Murray et al (2015) zeggen dat er nog zeer weinig empirisch onderzoek is gedaan naar die daadwerkelijke communicatie. Hun onderzoek richtte zich op de communicatie van fysiotherapeuten die in gesprek zijn met cliënten met lage rugklachten. De onderzoekers stellen dat veel fysiotherapeuten controlerende taal gebruiken in hun consulten. Bijvoorbeeld: “Ik wil dat je de komende week de volgende oefening voor me doet…”
In hun onderzoek trainden zij een groep fysiotherapeuten in een gespreksaanpak die ze CONNECT noemen. Deze gespreksaanpak is gebaseerd op de zelfdeterminatie theorie en zorgt ervoor de dat drie universele basisbehoeften van mensen worden vervuld. Dit is het framework van CONNECT:

  • Ask: stel vragen, want dit vervult de basisbehoefte van verbondenheid van de patiënt en vervult ook deels zijn behoefte aan autonomie. Open vragen die beginnen met “wat” en “hoe” nodigen de patiënt uit om zijn perspectief naar voren te brengen. Enkelvoudige vragen maken het mogelijk voor de patiënt om antwoord te geven op de vraag. Stil blijven als de patiënt spreekt maakt het mogelijk voor de patiënt om zijn zinnen en gedachten af te maken. Samenvatten en parafraseren van wat de patient heeft gezegd versterkt de relatie tussen de fysiotherapeut en de patiënt. Sympathiseer met de patiënt door te laten merken dat je diens emoties begrijpt. Induceer de bereidheid van de patiënt om advies te krijgen door te vragen of hij inderdaad wat tips zou willen horen. “Er zijn meerdere dingen die je zouden kunnen helpen ….wil je een paar suggesties horen?
  • Advise: adviseer de patiënt want dit vervult de basisbehoefte van competentie en autonomie. Geef verschillende mogelijkheden om informatie tot zich te nemen, zodat hij die optie kan kiezen die aansluit bij zijn voorkeur. Vraag patiënten om samen te vatten wat ze hebben begrepen van wat je net hebt uitgelegd, door te zeggen:”Om er zeker van te zijn dat ik het duidelijk heb uitgelegd, zou je me eens willen vertellen in je eigen woorden wat jouw begrip is van….” Geef een duidelijke rationale waarom de patiënt een bepaalde oefening zou moeten doen. Bijvoorbeeld:”Je rug heeft steun nodig van de spieren erom heen, en deze oefeningen zorgen ervoor dat je rug die extra steun krijgt…” of “onderzoek heeft uitgewezen dat wandelen heel erg goed is voor je rug”. Geef keuzemogelijkheden, zoals “Fysieke activiteit, zoals zwemmen of wandelen of fietsen, is heel goed voor je rug. Is er een type activiteit die jouw voorkeur heeft?” gebruik autonomieondersteunende zinnen in plaats van controlerend taalgebruik. Bijvoorbeeld:” Als je deze oefeningen doet dan versterk je je rug en wordt het minder waarschijnlijk dat je pijn lijdt” in plaats van: “Doe deze oefening voor me..” of “Je moet…”
  • Agree: wordt het eens met de patiënt wat hij wil gaan doen, wat hij wil gaan bereiken, zodat de behoefte aan competentie en autonomie wordt vervuld. Bijvoorbeeld:”Welk moment van de dag zou het je het beste uitkomen om de oefeningen te doen?”
  • Assist: ondersteun bij het bedenken van oplossingen voor obstakels en als het tegen zit, zodat de behoefte aan competentie en autonomie wordt vervuld. Bijvoorbeeld door te zeggen:”Wat zou je kunnen doen wanneer het even tegen zit?” of “Wandelen kan gemakkelijker zijn als je het samen met iemand anders doet. Hoe denk jij erover om met een vriend of buurman te gaan wandelen?”
  • Arrange: maak afspraken over het vervolg, zodat alle drie de basisbehoeften worden vervuld. Geef de suggestie om een dagboekje bij te houden waarin hij zijn progressie noteert en welke oefeningen hij doet, bied aan dat hij contact met je kan opnemen als hij daaraan behoefte heeft, spreek af wanneer de patiënt je weer wil zien.

Uit het onderzoek bleek dat wanneer de fysiotherapeuten waren getraind in deze autonomieondersteunende gesprekstechniek CONNECT, zij in hun interactie met patiënten deze interventies inderdaad gebruikten waardoor de psychologische basisbehoeften van de patiënten werden vervuld. Dit werd onderzocht door de gesprekken van de fysiotherapeuten met hun patiënten op te nemen en op microniveau te analyseren. Ik vind het overzicht met interventies het meest interessant en bruikbaar aan dit onderzoek.