Search results for: Behoefte aan autonomie

Reflectie op verbondenheid

Aan het einde van 2018 zijn hier drie reflectievragen. De tweede van de drie reflectievragen aan het einde van 2018 is: hoe heb ik de behoefte aan verbondenheid van mezelf en anderen vervuld dit jaar? De eerste en de derde reflectievraag kun je hier en hier vinden.

Klik hier om meer te lezen

Schaffen we toetsen het beste helemaal af?

Docenten die motiverend willen lesgeven vragen zich soms af of het beter is om toetsen en tentamens helemaal af te schaffen en ook geen cijfers meer te geven. Wel een begrijpelijke gedachtegang, maar ik denk dat die toch niet klopt. Daarom in dit stukje eerst iets over leerdoelen, prestatiedoelen, toetsen en examens.

Klik hier om meer te lezen

Competitie als motivator

Competitie, beter zijn dan een tegenstander, winnen van iemand anders is sterke brandstof voor motivatie. Als er beperkte middelen zijn en er schaarste heerst kunnen mensen sterk gemotiveerd zijn om die middelen te verwerven voor zichzelf ten koste van de ander.

Klik hier om meer te lezen

De goal contents theory

De vijfde minitheorie van SDT is de goal contents theory. Die theorie is gebouwd op empirisch onderzoek naar de effecten van de inhoud van doelen, voor individuen, in organisaties en in samenlevingen.Klik hier om meer te lezen

Progressiegesprekken: in welke context?

Overal waar mensen met elkaar vooruitgang willen of moeten bereiken is de progressiegerichte aanpak bruikbaar. Vandaar dat we in zoveel verschillende sectoren gevraagd worden om trainingen te komen verzorgen. In dit artikeltje beschrijf ik een paar rollen waarin de progressiegerichte aanpak gebruikt wordt.

Klik hier om meer te lezen

Zonder sturing en structuur, geen verbondenheid

Verbondenheid betekent de perceptie dat je wordt gewaardeerd en gerespecteerd binnen je sociale groep en dat je een bijdrage levert die belangrijk wordt gevonden door jezelf en anderen. Klik hier om meer te lezen

Zonder sturing en structuur, geen competentie

Zonder structuur, geen competentie. Vanuit de zelfdeterminatietheorie is veel bekend over de competentiebehoefte van mensen. Competentie betekent in de zelfdeterminatietheorie dat je ervaart dat je kunt handelen wat de situatie van je vraagt. Dat je aankunt wat er van je verwacht wordt. Dat je in staat bent om effectief te zijn in je eigen context. Om die perceptie te krijgen, is er structuur nodig waarbinnen je functioneert.

Die structuur biedt je duidelijkheid hoe éffectief functioneren’ eruit ziet. Die structuur biedt je mogelijkheid om stap voor stap nieuwe dingen te leren. Die structuur biedt je de mogelijkheid om te bepalen of je progressie aan het boeken bent. Zonder die structuur functioneer je in een vacuüm en dat leidt uiteindelijk tot a-motivatie. Je stopt met de activiteit, omdat je geen idee hebt waar je mee bezig bent. De perceptie van competentie kan ontstaan wanneer er een duidelijke rationale is, een duidelijke aanpak, duidelijke prestatienormen en duidelijke progressiefeedback.

Duidelijke rationale

Weten waartoe iets dient en waar je inspanningen toe bijdragen is een belangrijk puzzelstukje in je perceptie van competentie. Dat is het geval wanneer studenten begrijpen waartoe dat wat ze aan het leren zijn belangrijk is. Hetzelfde geldt voor medewerkers, die weten wat het belang van hun werkzaamheden is voor het grotere geheel waarvan ze deel uit maken. Ook kinderen willen graag weten waarom er bepaalde dingen van ze verwacht worden. Mensen zijn sociale wezens die graag een betekenisvolle bijdrage willen leveren aan hun sociale groep. Zonder rationale is wat je doet zinloos en voel je je niet competent.

Duidelijke aanpak

Weten hoe iets aangepakt gaat of moet worden geeft je houvast en dat is een tweede belangrijk puzzelstukje in je perceptie van competentie. Aan iemand vragen wat die persoon wil leren, terwijl diegene nog geen overzicht heeft over wat er te leren valt, werkt niet. Don’t ask, can’t tell.

Voor medewerkers geldt hetzelfde; als je binnen een structuur en volgens een duidelijke aanpak werkt kun je ervaren dat je in staat bent om je taken goed te vervullen. Zonder die structuur en duidelijke aanpak heb je geen idee wat je aan het doen bent en of wat je doet werkt of juist niet werkt. Hoe meer iemand een expert is, hoe meer de aanpak en structuur uit hemzelf kan komen, maar ook dan is structuur nodig om te ervaren dat je goed bezig bent.

Duidelijke prestatienormen

Om te ervaren dat je competent bent moet je informatie hebben over hoe ‘goed functioneren’ eruit ziet. Als je geen idee hebt wat ‘goed’ is, kun je je eigen functioneren niet relateren aan een prestatienorm en kun je niet weten of je effectief bezig bent. Om de perceptie te kunnen hebben dat je competent bent, is informatie over wat ‘goede prestaties’ zijn nodig. Duidelijke prestatienormen is een derde puzzelstukje in het vervullen van de competentiebehoefte van studenten, medewerkers en kinderen.

Duidelijke progressiefeedback

Waar ga ik heen? Hoe doe ik het nu? Wat is mijn eerstvolgende progressiestap? De antwoorden op die drie vragen zijn essentieel om je competentiebehoefte te vervullen. Een student die weet wat hij aan het leren is, wat hij nu doet dat goed of niet goed werkt om het te leren, en die een idee heeft over wat hij vanuit waar hij nu staat gaat doen om progressie te boeken ervaart dat hij competent is, ongeacht of hij de uiteindelijke vaardigheid of kennis al helemaal in de vingers heeft. Je kunt je competent voelen zonder dat je nu al ‘goed’ hoeft te zijn in wat je uiteindelijk wilt of moet kunnen. En zo werkt dat ook voor medewerkers en kinderen. Zonder structuur, geen competentie. En zonder structuur, ook geen autonomie.

 

Technologisch ontwerp gericht op menselijk floreren

Peters, Calvo en Ryan hebben recent een artikel gepubliceerd waarin de relevantie van de zelfdeterminatietheorie voor technologie design uiteengezet wordt. Klik hier om meer te lezen

Met angst in de klas

Een autonomie ondersteunend klimaat in de klas ontstaat niet alleen wat de docent wel doet, maar ook door wat de docent juist achterwege laat. De gedragingen die docenten die een autonomie ondersteunend klimaat creëren in de klas juist niet laten zien zijn bijvoorbeeld:Klik hier om meer te lezen

Jij moet en jij zult

Progressiegerichte taal is subtiel, omdat we ons realiseren dat subtiel verschillende woorden een groot effect kunnen hebben op je gesprekspartner en dus op hoe de dingen na het gesprek verder gaan. Een voorbeeld hiervan zijn de woorden ‘Ik wil’ en “Jij moet” en “Jij zult”. Wat denk je dat het effect is van dergelijke woorden op kinderen?Klik hier om meer te lezen