Reactance en rebellie, hoe is de interactie tussen die fenomenen? Precies het tegenovergestelde doen van wat er gevraagd wordt. Veel ouders zitten wel eens met de hand in het haar als hun adolescent weer eens de kont tegen de krib gooit. Onderzoek naar reactance en opvoedstijl geeft aanknopingspunten voor ouders.

Eisen

Nee, nee, jij gaat niet met je vrienden naar de bioscoop vanmiddag! Daar komt niks van in. Luister eens goed, jongeman, je moet de woonkamer zuigen en de keuken opruimen als je uit school komt en aan je huiswerk. En als ik thuis kom en het is niet gebeurd dan zwaait er wat!

Dat zei een moeder tegen haar 14 jarige zoon voor ze ’s ochtends naar haar werk ging. Ze was het zat al zijn zooi achter hem op te moeten ruimen en vond dat hij maar eens moest leren om zijn steentje bij te dragen in het huis. Bovendien haalde hij slechte cijfers en dat baarde haar zorgen.

Toen ze echter die middag thuis kwam uit haar werk trof ze de keuken  en de woonkamer nog in dezelfde staat aan als toen ze was vertrokken, was haar zoon nergens te bekennen. Ze plofte teleurgesteld op de bank en vroeg zich af waarom er toch zo’n strijd was tussen haar en haar zoon. Waarom deed hij niet gewoon wat ze van hem wilde?

Reactance

Wanneer mensen het idee hebben dat iemand ze probeert te manipuleren of ergens toe probeert te dwingen, krijgen ze de neiging om hun autonomie te beschermen en herwinnen. Daardoor kan het goed zijn dat de persoon precies het tegenovergestelde gaat doen van waar de ander hem toe probeert te dwingen of verleiden. Dit staat bekend als het reactance effect, zie ook hier. Er speelt daarbij zowel een emotionele reactie (boosheid ten opzichte van degene die de druk uitoefent) als een cognitieve (aversie tegen over degene die de druk uitoefent).

Adolescenten

In een bepaalde leeftijdscategorie is dat reactance effect nog wat sterker aanwezig dan bij volwassenen. Jonge mensen, die bezig zijn hun eigen weg te vinden in het leven, zijn des te gevoeliger voor inbreuken op hun autonomie. Ze beginnen zich af te vragen of hun ouders zich wel terecht bemoeien met hun leven. Ze beginnen steeds meer onderwerpen te zien als hun eigen domein en niet meer het domein van hun ouders. Ouders doen er goed aan om hun ouderlijke bemoeienis met hun kind zorgvuldig te kiezen. Het is belangrijk om rekening te houden met de groeiende autonomiebehoefte van hun kind. Maar dit betekent niet dat ouders hun kinderen beter maar helemaal loslaten.

Ouderlijke bemoeienis

Ouderlijke bemoeienis met adolescenten heeft zowel constructieve als schadelijke kanten. Gedragscontrole, bijvoorbeeld, is een constructieve vorm van ouderlijke betrokkenheid en heeft goede effecten op de jongere, zie ook hier. Duidelijke verwachtingen en kaders is een tweede constructieve vorm van ouderlijke bemoeienis, zie ook hier. Maar psychologische controle (liefde ontzeggen, dreigen met straf, schuld en schaamte aanpraten e.d.) heeft schadelijke effecten op de jongere. En ouderlijke dwang heeft ook slechte effecten op de jongere, zie ook hier.

Reactance en zelfdeterminatietheorie

In vier studies onderzochten Van Petegem et al (2014) of:

  1. een controlerende ouderlijke bemoeienis (dus die schadelijke vorm van ouderlijke bemoeienis) inderdaad leidt tot meer reactance bij het kind en tot meer probleemgedrag bij het kind.
  2. Probleemjongeren juist wel op een autoritaire wijze moeten worden aangepakt.
  3. Er verschil is tussen jong adolescenten en oudere adolescenten en tussen jongens en meisjes.
  4. Er verschil is tussen state level (de situationeel bepaalde state of mind) en trait level (het meer stabiele persoonlijkheidsniveau).

Frustratie van psychologische basisbehoeften

Uit studie 1 en 2 bleek dat adolescenten die hun ouders ervaren als meer controlling, rapporteren dat hun psychologische basisbehoeften gefrustreerd worden De jongere ervaart dan bijvoorbeeld dat hij zichzelf niet kan zijn bij zijn ouders. Die jongeren vertonen ook meer reactance. Ze rapporteren dat ze weerstand voelen bij de regels die hun ouders hun opleggen. Bij die jongeren zijn ook meer problemen te zien. Zowel gedragsproblemen, zoals stelen en vechten, als hoofdpijn en depressieve gevoelens bij de jongere. Het gaat hierbij alleen om regels die op een controlling wijze worden opgelegd door de ouders en niet simpelweg om de aanwezigheid van regels.

Probleemjongeren

In studie 3 vroegen de onderzoekers zich af of er verschil is tussen jongeren die bij hun ouders wonen en probleemjongeren. Men onderzocht dit bij jongens die in een residentiele opvang voor geestelijke gezondheidszorg zaten, vanwege gedragsproblemen. Uit deze studie bleek dat de effecten van een controlling ouderlijke bemoeienis ook bij deze probleemjongeren leidde tot meer reactance effecten en meer probleemgedrag en dat de moderende factor hierin de frustratie van psychologische basisbehoeften was. Probleemjongeren zijn net zo min als jongeren die thuis wonen gebaat bij een controlling ouderlijke bemoeienis.

Het tegenovergestelde doen

In de laatste studie werd gekeken naar situationeel getriggerde reactance. De jongere werd geconfronteerd met een hypothetisch controlerend verzoek van een moeder om harder te studeren vanwege een laag cijfer. Het bleek dat dit controlerende verzoek inderdaad reactance opriep bij de jongere en dat dit ertoe leidde dat de jongere geneigd was om minder te gaan studeren in plaats van meer. Het bleek ook dat jongeren die vanuit zichzelf al gevoelig waren voor druk en controle de verzoeken van de moeder al heel snel interpreteerden als controlling, ongeacht hoe het verzoek werd gedaan.

Ongeacht leeftijd en geslacht

De gevonden effecten bleken zowel voor jongens als voor meisjes op te gaan en niet afhankelijk te zijn van de leeftijdscategorie (jonge adolescenten of oudere adolescenten).

Schade

Dat het voor de ouders niet prettig is als hun kind precies het tegenovergestelde doet van wat ze van hem willen is evident. Maar hoe is het voor de jongere zelf? Als die zijn kont tegen de krib gooit en juist niet gaan doen wat zijn ouders van hem willen, voelt dat dan prettig voor hem? Deze studies laten zien dat het reactance effect voor de jongere zelf ook niet goed werkt. Precies het tegenovergestelde doen van wat je ouders van je eisen geeft de jongere nog steeds de perceptie dat zijn gedrag onder druk is ontstaan. Hij staat er niet helemaal achter om het zo te doen, hij reageert op de externe druk. Dit leidt tot probleemgedrag en geïnternaliseerde problemen zoals negatieve gevoelens en hoofdpijn.

Alternatief

Het alternatief is autonomie-ondersteunend opvoeden. In dit artikel beschrijf ik het alternatief voor druk en controle. In dit artikel beschrijf ik kenmerken van progressiegericht opvoeden. En in dit boek reik ik concrete handvatten aan voor progressiegerichte gespreksvoering.