Er zijn gradaties in controlerend gedrag, van openlijke straffen tot heel subtiele uitingen. Bij openlijke straffen is het voor degene die het controlerende gedrag vertoont natuurlijk een duidelijke en bewuste keuze. Maar bij de meest subtiele uitingen gebeurt het controlerende gedrag vermoedelijk ook vaak onbewust. Bij alle controlerende gedragingen kan het trouwens best zo zijn dat de ‘controleur’ goede intenties heeft. Je zou de verschillende gradaties van controlerend gedrag op een subtiliteitscontinuüm kunnen plaatsen. Elk van de onderstaande gedragingen zijn controlerend van aard, maar ze verschillen van elkaar in subtiliteit.

Straffen

Straf geven is een vorm van controlerend gedrag die aan de ene kant van het subtiliteitscontinuüm ligt. Degene die de straft uitdeelt bepaalt de consequenties voor de ander en die consequenties zijn negatief van aard. Hoewel straffen in een samenleving noodzakelijk kunnen zijn, heeft deze vorm van controle over andermans gedrag een groot nadeel. Gestraft worden creëert een gecontroleerd gemotiveerde state of mind bij de ontvanger van de straf, en een dergelijke lage kwaliteit van motivatie staat internalisatie van de doelen en waarden (die de persoon heeft overtreden en die nu juist de aanleiding waren voor het toekennen van de straf) in de weg. Ouders kunnen bijvoorbeeld beter op een autonomie-ondersteunende manier logische consequenties verbinden aan grensoverschrijdend gedrag van hun kinderen, dan dat ze straf uitdelen met de bedoeling dat het kind zich slecht moet voelen over zichzelf.

Dreigen met straf

Ietsje naar rechts op het subtiliteitscontinuüm zou het dreigen met straf kunnen staan. Nu is de straf nog niet toegekend en dus heeft de persoon nog ruimte om zijn eigen gedrag te kiezen, dus de gedragscontrole is minder sterk dan wanneer de straf al zou zijn toegediend. Dreigen met straf roept angst op in de potentiële ontvanger van de straf. Degene die de straf in het vooruitzicht stelt hoopt hiermee dat de persoon zich zal gaan gedragen zoals er van hem verwacht wordt, zodat de straf niet plaats hoeft te vinden. Ook bij deze vorm van gedragscontrole ontwikkelt de ontvangende partij waarschijnlijk gecontroleerde motivatie. Hij gaat zich gedragen zoals hij zich hoort te gedragen om de straf te ontlopen, niet omdat hij het gedrag zelf onderschrijft. Het nadeel van gecontroleerde motivatie is, naast een gebrek aan internalisatie, dat de persoon zich er zo makkelijk mogelijk van af zal proberen te maken, de relatie met degene die de straf in het vooruitzicht stelt verslechtert en de persoon slechtere geestelijke en lichamelijke gezondheid ontwikkelt.

Belonen

Het is niet zo dat belonen voor goed gedrag iets totaal anders oproept in de ontvanger van de beloning dan een straf zou doen. Eigenlijk zijn belonen en straffen twee kanten van dezelfde munt. Toch staat belonen iets verder naar rechts dan straffen op het subtiliteitscontinuüm van controlerend gedrag, omdat een beloning minder negatief voelt dan een straf. Degene die de beloning in het vooruitzicht stelt kan zelfs denken dat het belonen van goed gedrag het tegenovergestelde is van het straffen voor slecht gedrag. De beloning zelf kan immers wel leuk en prettig zijn voor de ontvanger ervan. Desalniettemin is het gedrag van de ontvanger van de beloning gecontroleerd, en wel door de beloning. Ook nu ontstaat gecontroleerde motivatie, met alle nadelen van dien.

Conditioneel respect

Nog iets subtieler dan straffen en belonen is het al dan niet geven van respect voor de ander, afhankelijk van hoe die ander zich gedraagt of denkt. Pas wanneer je je gedraagt zoals ik dat van je verwacht verdien je mijn respect of liefde. Een leidinggevende, bijvoorbeeld, die alleen respect heeft voor zijn teamleden wanneer die zich loyaal opstellen aan hem. Het nadeel van deze manier van controlerend gedrag is dat de ontvanger zich schuldig gaat voelen wanneer hij iets doet of denkt dat de ‘controleur’ afkeurt. Schaamte kan de vorm aannemen van zelfkastijding en conditionele eigenwaarde. Luister bijvoorbeeld naar deze podcast over motivatie.

Controlerende afspraken

Nog iets verder naar rechts plaats ik controlerende afspraken. Een leidinggevende die tegen een medewerker zegt: ‘Volgende week dinsdag om negen uur moet jij hier aan mijn bureau verslag doen van hoever je bent met je werk’, is een voorbeeld van een controlerende afspraak. Of een opdrachtgever die tegen een trainer zegt: ‘Ik wil dat je je een half uur voor aanvang van de training meldt bij de receptie’. Of een collega die in een email aan een andere collega de zin opneemt: ‘Per ommegaande je reactie.’ Het nadeel van deze manier van afspraken maken is dat het bij de ontvanger ervan een gecontroleerd gemotiveerde state of mind oproept. De boodschap is: ‘Als ik jou niet dwing tot concrete afspraken ga jij het natuurlijk niet doen’. Zie ook hier SMART-doelstellingen.

Controlerende complimenten

De volgende vorm van controlerend gedrag is het geven van controlerende complimenten. Een ouder die tegen zijn kind zegt: ‘Je hebt je keurig gedragen, precies zoals ik van je verwacht’, roept in dat kind een gecontroleerde state of mind op. Het gedrag van het kind komt niet meer voort vanuit hemzelf, maar wordt aangestuurd door zijn ouder. Een controlerend compliment is niet hetzelfde als waardering uiten voor wat de ander heeft gedaan. Dus als de ouder zou zeggen: ‘Fijn dat je zo rustig bleef tijdens dat lange etentje vandaag, ik kan me best voorstellen dat het saai voor je geweest moet zijn’, dan werkt dit juist ondersteunend voor het kind en helpt de ouder het kind om de waarde van het ‘goede gedrag’ te internaliseren. Luister hier naar een Podcast over complimenteren.

Controlerende zorg

De meest subtiele vorm van controlerend gedrag die ik kan bedenken is wat ik noem ‘controlerende zorg en aandacht’. Ik schaar hier allerlei verschillende uitingen onder, die als gemeenschappelijk kenmerk hebben:

  • dat de ene persoon een zorgzame uiting doet naar de ander toe
  • waarbij niet zozeer het perspectief van de ontvangende partij als uitgangspunt wordt genomen maar het perspectief van de ‘controleur’ de drijvende kracht achter de uiting is
  • en er een claim op de ander wordt gedaan om zich te gaan gedragen in lijn met het perspectief van de ‘controleur’.

Voorbeelden van dergelijke uitingen zijn:

  • Je ziet er zo moe uit, ik maak me zorgen om je…
  • Ik heb de hele dag het gevoel gehad dat het niet goed met je gaat en daar heb ik erg veel last van…
  • Stop nou met werken, ga zitten en ontspan!
  • Mijn intuïtie vertelt me dat jij een boel onverwerkt verdriet hebt…

Ik vermoed dat degene die dit soort uitingen doet over het algemeen de beste bedoelingen heeft, en veel waarde hecht aan zijn eigen intuïties en gevoelens. Dit soort uitingen kunnen echter een probleeminducerend effect hebben op de ontvanger ervan en ze hebben roepen een gecontroleerde state of mind op bij de ander. De ontvanger wordt gezogen in de belevingswereld die de ‘controleur’ heeft gecreëerd en wordt geplaatst in een rol die de ‘controleur’ in die belevingswereld aan hem heeft toegekend. Lees bijvoorbeeld dit artikel over geconstrueerde emoties.

Gradaties in controlerend gedrag

Mensen hebben behoefte aan autonomie. Dat is niet hetzelfde als alleen maar doen waar je zelf zin in hebt, maar het is wel doen waar je zelf achter staat. Door controlerende gedragingen komt de perceptie van autonomie onder druk te staan. Dat heeft een slechte uitwerking op zowel degene die het controlerende gedrag vertoont als op degene die de ontvanger is van het controlerende gedrag. Zowel de kwaliteit van het gedrag van degene die zich gecontroleerd voelt gaat erop achteruit, als de relatie tussen de ‘controleur’ en de ontvanger. Het alternatief voor controlerend gedrag is autonomieondersteunend gedrag. Via deze link vind je artikelen die ik daarover heb geschreven.

Welke vormen van controlerend gedrag denk jij dat er op dit subtiliteitscontinuüm nog meer thuishoren ?