Wanneer een kind gedrag vertoont dat niet acceptabel is, welke gedragscontrole kun je dan het beste toepassen als ouder? Kun je beter een lichte straf geven of een logische consequentie verbinden aan het gedrag? Dit artikel gaat in op de verschillen tussen beide vormen van gedragscontrole. Daarnaast wordt ingegaan op de vraag in welke mate ouders en kinderen beide vormen acceptabel en effectief vinden. Deze overtuigingen zijn van belang voor het daadwerkelijke effect op kinderen en voor de bereidheid van ouders om de vormen van gedragscontrole toe te passen.

Straffen

De zelfdeterminatietheorie onderzoeken laten zien dat het toekennen van een straf behoort bij een controlling opvoedstijl. Het negatieve effect van het geven van straf is dat het de internalisatie van waarden en gewenste gedragingen in de weg staat. Het kind gaat snel doen wat je van hem eist, maar hij doet het om de straf te ontlopen en niet omdat hij er zelf achter staat. Valt de dreiging van straf weg, dan valt het gewenste gedrag weg. Maar is dit ook het geval bij lichte straffen? En maakt het nog iets uit op welke manier je de straf toekent? Als je bijvoorbeeld goed uitlegt waarom het kind straf krijgt, internaliseert het kind de waarde die je hem probeert bij te brengen dan wel?

Lichte straf

Om dit te weten te komen deden Mageau et al (2018) onderzoek naar de overtuigingen van ouders en kinderen ten aanzien van de effectiviteit en aanvaardbaarheid van lichte straffen versus logische consequenties. Een lichte straf is als volgt gedefinieerd: een onplezierige niet-fysieke gedragscontrole, het ontzeggen van privileges en het opleggen van grenzen zodat kinderen die een regel hebben overtreden zich weer aan de betreffende regel gaan houden. Bijvoorbeeld: een kind heeft zijn tanden niet gepoetst en als straf mag hij de volgende dag niet met een vriendje afspreken.

Logische consequentie

Het verschil tussen een lichte straf en een logische consequentie is dat de logische consequentie gerelateerd is aan veroorzaakte probleem en dat het kind verantwoordelijkheid moet nemen voor zijn grensoverschrijdende gedrag. Waar de lichte straf dus vervelend is voor het kind, maar het kind niet betrekt bij de oplossing van het probleem, doet de logische consequentie dit wel. Bij de logische consequentie krijgt het kind inzicht in en informatie over de link tussen zijn gedrag en de effecten van zijn gedrag. Bijvoorbeeld: als een kind met zijn voetbal een waterpijp heeft kapot getrapt, is de logische consequentie dat hij de waterpijp zelf moet repareren en de reparatiekosten van zijn eigen zakgeld moet betalen.

Opvoedklimaat

In het onderzoek werd een van de volgende drie opvoedklimaten geinduceerd: een autonomieondersteunend opvoedklimaat, een controlling opvoedklimaat en een niet ingrijpend opvoedklimaat. In het autonomieondersteunende opvoedklimaat gaf de ouder erkenning voor het perspectief van het kind, een structuur waarbinnen het kind moest functioneren, duidelijke rationale voor wat de ouder van het kind wilde. In het controlling opvoedklimaat gaf de ouder het kind een schuldgevoel en zei de ouder dat het kind zich moest schamen. In het niet ingrijpende opvoedklimaat herhaalde de ouder alleen wat hij van het kind verwachte zonder gedragscontrole uit te oefenen.

Effectiviteitsovertuigingen

Het bleek dat ouders de overtuiging hadden dat een logische consequentie effectiever zou zijn dan een lichte straf. In de autonomieondersteunende opvoedklimaatconditie dachten de ouders dit nog wat sterker dan in de controlling en niet ingrijpen opvoedklimaatconditie. Kinderen geloofden dat zowel de lichte straf als de logische consequentie het effect zouden hebben dat het kind het gewenste gedrag zou gaan vertonen en dat beide gedragscontrolevormen effectiever zouden zijn dan het niet ingrijpen.

Aanvaardbaarheidsovertuigingen

Het bleek dat ouders de logische consequenties als aanvaardbaarder vorm van gedragscontrole zagen dan de vorm van de lichte straf. Dit was nog wat sterker het geval in de autonomieondersteunende conditie dan in de andere twee condities. Kinderen waren het daarmee eens. Ook zij vonden de logische consequentie aanvaardbaarder dan de lichte straf of het niet ingrijpen.

Gehoorzame kinderen

Vaak wordt ouders uitgelegd wat het belang is van het afdwingen van gehoorzaamheid aan regels. Er wordt dan gezegd dat dit kinderen informatie geeft over het belang van de regel die ze hebben gebroken en van de bereidheid van ouders om hun autoriteit te doen gelden. Dit onderzoek is het eerste dat inzicht geeft in hoe kinderen reageren op de gedragscontrolestrategie van de ouders. Hun bereidheid om te gehoorzamen aan de regel en de eis van hun ouder is afhankelijk van de ouderlijke strategie. Ouders zijn geneigd om kinderen die ongehoorzaam gedrag vertonen te zien als ongehoorzame kinderen. Daarmee attribueren ze het ongehoorzame gedrag aan hoe het kind ‘is’, het karakter van het kind. Wanneer ouders het ongehoorzame gedrag van hun kind toeschrijven aan diens karakter zijn ze geneigd om strenger te gaan opvoeden, in de zin van onderdrukkend en controlerend gedrag. Maar dit onderzoek laat zien dat ouders invloed hebben op de bereidheid van het kind om te gehoorzamen. Wanneer ouders logische consequenties inzetten als gedragscontrole, groeit de intentie bij het kind om te gehoorzamen.

Lichte straf of logische consequentie

Wanneer het kind een regel heeft gebroken is het beter om daaraan een logische consequentie te verbinden dan een lichte straf te geven. Het kind internaliseert de waarde van de regel beter wanneer het merkt wat het effect is van zijn gedrag en als het verantwoordelijkheid moet nemen voor zijn gedrag. Een logische consequentie hoeft niet gepaard te gaan met negatieve gevoelens, terwijl een lichte straf wel negatieve gevoelens oproept. Dat is ook de bedoeling van een lichte straf: het kind moet het gaan voelen en erg gaan vinden. Maar bij een logische consequentie kunnen zelfs positieve gevoelens optreden; bijvoorbeeld door te luisteren naar een leuk muziekje terwijl het kind zelf de keuken schoonmaakt die het vies heeft gemaakt.