Search results for: Ondermijn

Beloning ondermijnt intrinsieke motivatie niet altijd

Beloning ondermijnt intrinsieke motivatie niet altijd. Uit Motivation Science en het Handboek Self-determination theory komt een genuanceerd beeld tevoorschijn wanneer beloningen de intrinsieke motivatie al dan niet ondermijnen.

Klik hier om meer te lezen

Het ondermijnen van intrinsieke motivatie in organisaties

Beoordelingen werken, zo blijkt uit onderzoek, vaak negatief op de intrinsieke motivatie omdat ze een controlerende stance oproepen in de beoordeelde. Positieve beoordelingen hebben dat negatieve effect op intrinsieke motivatie vanwege de perceptie van control (zie ook hier). Negatieve beoordelingen hebben een nog sterker negatief effect op de intrinsieke motivatie, vanwege een ervaren gebrek aan autonomie en competentie.

Klik hier om meer te lezen

Beloningen die de intrinsieke motivatie ondermijnen

Uit de zelfdeterminatieonderzoeken blijkt dat beloning voor het gedurende een bepaalde tijd bezig zijn met een taak (engagement contingent) de intrinsieke motivatie voor die activiteit verlaagt.

Klik hier om meer te lezen

Positieve feedback die de intrinsieke motivatie ondermijnt

Heeft positieve feedback altijd een positief effect op intrinsieke motivatie? Het onderzoek daarnaar geeft duidelijk antwoorden op die vraag.Klik hier om meer te lezen

Een positieve stemming kan leiden tot zelfondermijnende acties

Zou de stemming waarin je verkeerd je ertoe kunnen brengen om zelfondermijnende acties te ondernemen? En vooral, zou het zo kunnen zijn dat wanneer je in een positieve stemming bent, je meer bereid bent om zelfondermijnende acties te ondernemen?
Om dit te onderzoeken werd het volgende onderzoek gedaan:
94 eerstejaars psychologie studenten van de Universiteit van South Wales deden mee aan een experiment, in ruil voor punten voor het betreffende vak. De deelnemers ontvingen ofwel correcte feedback ofwel incorrecte feedback over de prestaties op een verbale vaardigheidstest. De ene test was simpel en ze kregen positieve feedback die strookte met hun ervaring dat ze goed hadden gepresteerd. Maar ze kregen ook een onoplosbare test waarop ze niet goed presteerden, maar waarna ze toch de feedback kregen dat ze heel goed hadden gepresteerd. Dit soort incorrecte of correcte feedback heeft een effect op de prestatie-angst, als je immers denkt dat je op een bepaalde manier hebt gepresteerd en de feedback strookt daar niet mee, dan wordt je angstig en onzeker.
Vervolgens werden ze door een korte video in een bepaalde stemming gebracht. Een positieve, negatieve of neutrale stemming. En daarna kregen ze de keuze om ofwel een kopje kruidenthee te drinken dat hun prestaties zou verbeteren ofwel een kopje kruidenthee te drinken dat hun prestaties zou doen verslechteren. Daarnaast kregen ze de keuze om ofwel deel te nemen aan een oefensessie om hun verbale vaardigheidsprestaties te verbeteren ofwel daaraan niet deel te nemen. De deelnemers vulden ook een korte vragenlijst in die moest meten of de juiste stemming inderdaad was opgeroepen.
Wat bleek? Mensen die in een positieve stemming waren, kozen significant vaker voor zelfondermijnende opties. Ze kozen prestatie-ondermijnende kruidenthee kiezen en om niet deel te nemen aan de oefensessie.
De hypothese in dit onderzoek was dat mensen die in een positieve stemming zijn, meer bereid zijn om iets te doen om een gevoel van verlies te voorkomen. Het blijkt dat mensen die in een sombere bui zijn hun falen toeschrijven aan zichzelf en hun succes niet zozeer toeschrijven aan zichzelf. Terwijl mensen die in een positieve bui zijn hun succes toeschrijven aan zichzelf en hun falen niet toeschrijven aan hun eigen acties. Mensen die in een positieve bui zijn hebben dus meer te verliezen wanneer ze iets gaan doen waarin ze kunnen gaan falen. De vraag in dit onderzoek was dus: zouden mensen in een positieve bui meer bereid zijn om zelfondermijnende strategieën te volgen? Zodat wanneer ze inderdaad falen ze hun falen kunnen toeschrijven aan die zelfondermijnende acties en ze hun positieve stemming dus kunnen handhaven?
Ja, zo bleek uit dit onderzoek. Een positieve stemming hing significant samen met zelf-ondermijnende acties.
In dit stukje kun je iets lezen over inaccurate positieve feedback en zelf-ondermijnende acties. Dat werd namelijk ook in dit onderzoek onderzocht.
Concluderend: de meeste kans op zelf-ondermijnende acties vond plaats in de conditie van incorrecte positieve feedback en een positieve stemming.
Het onderzoekartikel is getiteld “On being happy, but fearing failure: the effects of mood on self-handicapping strategies” van de onderzoekers Adam Alter en Joseph Forgas.
NOAM: de progressiegerichte aanpak

Een inaccuraat compliment kan leiden tot zelfondermijnende acties

Stel dat je deelneemt aan twee verbale vaardigheidstests. De eerste test bestaat deels uit een hele moeilijke en zelfs onoplosbare opgaven. Je hebt dus na afloop het correcte gevoel dat je niet zo goed hebt gepresteerd. Maar na afloop van die eerste test krijg je te horen dat je bij de top 4% van beste presteerders behoort en dat je het dus heel goed hebt gedaan. Je krijgt een inaccuraat compliment.
Tussen de eerste en de tweede test mag je even pauzeren. Je mag kiezen tussen twee soorten kruidenthee. De ene kruidenthee, zo wordt je verteld, zorgt ervoor dat je alert wordt en werkt prestatieversterkend. De andere kruidenthee zorgt ervoor dat je slaperig wordt en werkt prestatie-ondermijnend. Daarnaast mag je even een boekje lezen, dat niets te maken heeft met de verbale vaardigheidstest die je zometeen zult gaan doen of je mag meedoen met een oefensessie die je helpt je voor te bereiden op de tweede vaardigheidstest.
Wat denk je? Welke kruidenthee zul je waarschijnlijk kiezen en kies je voor het oefenen of voor het zinloze boekje?
Het blijkt dat na positieve maar inaccurate feedback mensen meer geneigd zijn om zelf-ondermijnende acties te ondernemen. Ze kiezen significant vaker voor de kruidenthee die ze slaperig maakt en ze kiezen significant vaker voor het lezen van een eenvoudig boekje. Participanten die positieve feedback hadden gekregen die niet correct was, kozen vaker voor de prestatie-ondermijnende kruidenthee (52%) dan participanten die positieve feedback hadden gekregen die wel correct was (26%). Ze kozen ook vaker voor het niet deelnemen aan de oefensessie (64% versus 39%).
Waarom is dat zo? Inaccurate feedback maakt je onzeker en angstig dat je de volgende keer niet weer zo goed zult kunnen presteren. Je weet zelf dat je iets niet zo goed hebt gedaan en krijgt toch overvloedig positieve feedback. Je hebt veel te verliezen en wijt de komende (slechte?) prestatie liever een factoren buiten jezelf, zoals aan kruidenthee en een zinloos boek.
In meerdere boeken over oplossingsgericht werken, zoals in het boek Wonderen die werken staan casebeschrijvingen waarin cliënten allerlei complimenten krijgen, waarvan ik als lezer me afvraag hoe accuraat ze zijn. In het licht van dit onderzoek kun je sterke vraagtekens zetten bij dit soort overvloedige complimenten.
Het onderzoekartikel is getiteld “On being happy, but fearing failure: the effects of mood on self-handicapping strategies” van de onderzoekers Adam Alter en Joseph Forgas.
NOAM: de progressiegerichte aanpak

De therapie-cultuur ondermijnt zelf determinatie

In dit en dit stukje schreef ik al iets over Furedi’s provocerende boek over de therapie-cultuur. Furedi heeft het over emotioneel determinisme en causatie. Wat is het eigenlijk probleem met deze cultuur van emotioneel determinisme en causatie?
Furedi stelt het volgende: Omdat we kwetsbaar en ziekelijk zijn hebben we hulp nodig om ons ware zelf te ontdekken. De therapeut, de professional met zijn therapeutische model en verklaringen. Zo ontstaat de paradoxale situatie dat onze ware gevoelens en emoties worden opgehemeld als ongelofelijk belangrijk, terwijl we tegelijkertijd die ware gevoelens en emoties alleen kunnen ontdekken via de methoden en handboeken van de experts.
Furedi beschrijft dat er een ware “authenticiteitsindustrie” is ontstaan, die mensen helpt om in contact te komen met hun ware gevoelens en emoties. Deze industrie werkt met een therapeutische formule om mensen te trainen bepaald gedrag te laten zien. Het contrast tussen mensen die worstelen om zichzelf te leren kennen en de authenticiteitsindustrie met standaard handboeken en instructies is opmerkelijk, schrijft Furedi. Het gaat helemaal niet meer om authenticiteit, om de emoties van het individu, maar om emotionele conformiteit via gemakkelijk klinkende hapklare brokjes therapie.
Vervolgens stelt Furedi dat therapie een gevaarlijke vorm van sociale controle aan het worden is. Los vertaald:
“De therapeutische interventie kan de weerstand van de patiënt omzeilen en kan het innerlijke leven van het individu beïnvloeden op een manier die vroegere maatschappelijke instituties niet konden. In plaats van te oordelen, sympathiseren therapeuten met hun patiënten en bouwen ze een relatie op die gekenmerkt wordt door “tolerantie”. Niet-oordelen. Zo krijgen therapeuten toegang tot de subjectieve beleving van individuen. Vervolgens geven therapeuten een diagnose af en zo verklaren ze de patiënt “ziek”. Door de diagnose en het label krijgen therapeuten vervolgens een vorm van sociale controle. De rol van zieke stelt het individu vrij van bepaalde sociale en morele normen, want de ziekte kan niet de schuld zijn van de zieke zelf en de ziekte ontslaat de persoon van gedrag dat we van een gezond persoon wel zouden verwachten. In ruil voor deze vrijstellingen wordt van het individu verwacht dat hij zich miserabel voelt en dat hij er alles aan wil doen om beter te worden. De tolerante empathie is zo een vorm van sociale controle. In het adopteren van de ziek-rol accepteren individuen dat hun capaciteit om te functioneren beschadigd is, ze zijn gehandicapt, en daarom is hun vermogen om hun individuele autonomie vorm te geven significant gecompromitteerd. Ondanks zijn verstorende effect, promoot de normalisatie van ziekte een gevoel van ondergeschiktheid aan de professional. Een belangrijke ontwikkeling die de macht van de professional een boost heeft gegeven is de medicalisering. Medicalisering is het proces waarin dagelijkse levensproblemen worden behandeld als medische problemen,  en worden beschreven in termen van ziektes en syndromen en aandoeningen.”
Halverwege het boek legt Furedi uit dat therapie, hoe goed onderbouwd ook, het vermogen van mensen om zelf om te gaan met de problemen die ze tegen komen vermindert. Het probleem is niet dat professioneel advies altijd slecht zou zijn, maar het probleem is dat het de professional het proces van zelf ervaring opdoen met het oplossen van problemen ondermijnt. Intuïtie en inzichten vanuit het individu zelf worden voortdurend ondermijnd door de inbreng van professionele expertise van de therapeut. Dit heeft het onbedoelde effect dat mensen van hun eigen gevoelens vervreemden. Ze worden steeds afhankelijker en minder capabel om zelf problemen op te lossen op hun eigen manier. Uiteindelijk heeft dit consequenties voor menselijke zelf determinatie. Therapie leidt tot standaardisatie van mensen in plaats van tot individuele zelfbeschikking.
Wat denk jij? Heeft Furedi een punt als hij stelt dat het paradoxale van de therapiecultuur is dat het claimt authenticiteit te bevorderen terwijl het juist tot standaardisatie en onderdrukking leidt? En is oplossingsgerichte therapie echt anders?
 NOAM trainingen
 

Toetsangst bij low-stakes toetsen

Toetsangst bij low-stakes toetsen, dat zou je niet zo snel verwachten toch? Dat studenten immers angst voelen voor examens  waar veel van afhangt is voorstelbaar, maar zouden ze ook angst kunnen ervaren voor low-stakes-toetsen? Low-stakes toetsen zijn toetsen waar niets of niet veel van afhangt en die worden ingezet om de progressie van de student te volgen. De bedoeling van dergelijke toetsen is om de student te kunnen ondersteunen in zijn leerproces en om samen inzicht te krijgen in waar de student nu staat.

 
Trainingen Progressiegericht Werken
  Klik hier om meer te lezen

Micro-groeiculturen

Micro-groeiculturen. In het boek van Mary Murphy beschrijft ze hoe een organisatiecultuur van genieën en een groeicultuur zich van elkaar onderscheiden. In een genieëncultuur wordt falen gezien als een teken van zwakte, in een groeicultuur wordt falen gezien als een interessant platform om samen te leren. In een genieëncultuur staat scoren voorop, in een groeicultuur staat leren en samenwerken voorop. Uit haar onderzoek naar mindsetculturen in organisaties bleek dat er, naast de organisatiecultuur, ook sprake is van microculturen: de cultuur in een team of in een kleinere unit in de organisatie. Die microcultuur kan afwijken van de organisatiecultuur.

 
Trainingen Progressiegericht Werken
 

 

Klik hier om meer te lezen

Hoe docenten autonomie kunnen faciliteren

Hoe docenten autonomie kunnen faciliteren. In de zelfdeterminatietheorie is de dual procesbenadering van cruciaal belang voor het bevorderen van een hoge kwaliteit van motivatie bij studenten: wat doe je als docent het beste wel en wat doe je het beste niet als docent? De onderzoekers Ahmadi et al presenteren een overzicht van concrete docentgedragingen die autonome motivatie mogelijk maken. Een van de categorieën docentgedragingen gaat over het bieden van autonomie-ondersteuning en het voorkomen van autonomie-ondermijning. Autonomie-ondersteuning helpt studenten te ervaren dat hun gedrag voortkomt vanuit henzelf.

 
Trainingen Progressiegericht Werken
  Klik hier om meer te lezen