Om van fysieke klachten af te komen is het een voorwaarde dat de oefeningen die de fysiotherapeut meegeeft worden gedaan. Het leeuwendeel van de verbetering moet immers plaats vinden tussen de sessies, door een actieve patiënt. Oefentrouw dus. Maar 22% van de patiënten doet de oefeningen niet of nauwelijks, 35% zeer regelmatig en de rest zit er tussen in (Van de Sluijs, 1991). Het blijkt zo te zijn dat als de patiënt de perceptie heeft dat hij in staat is om de oefeningen te doen, dit een gunstig effect heeft op de oefentrouw. Ook of iemand plezier heeft in het doen van de oefeningen is een belangrijke beïnvloeder van oefentrouw.
Twee overwegingen om oefentrouw te stimuleren:
1. Het blijkt dat wat mensen zelf verwoorden beter wordt onthouden dan wat ze anderen horen verwoorden.
2. En het blijkt dat het formuleren van een implementatie-intentie goed werkt om daadwerkelijk te doen wat je je hebt voorgenomen.
De fysiotherapeut zou daarom nadat hij een oefening aan de patiënt heeft uitgelegd kunnen vragen:”Zou je eens willen samenvatten hoe de oefening werkt?” Zo komt de patiënt in de uitleg rol en is hij actief met de informatie bezig. Hij ziet het voor zich, wat het makkelijker maakt om de oefeningen ook te gaan doen.
Ook zou de fysiotherapeut de patiënt kunnen helpen een implementatie-intentie te formuleren. Bijvoorbeeld zo:
Fysiotherapeut: Stel dat je de komende weken merkt dat je effectief bezig bent met de oefeningen…waaraan merk je dat dan?
Patiënt: Dat ik ze elke dag doe…?
Fysiotherapeut: Elke dag doen…klinkt goed. Wat zou voor je kunnen werken zodat je ze elke dag doet?
Patiënt: Eh…het moet een automatisme worden he, want ik vergeet het anders zo snel…, zoals tandenpoetsen…daar denk ik ook niet bij na, dat doe ik gewoon
Fysiotherapeut: Een automatisme, ja, goed idee. Hoe zou het eruit zien als je de oefeningen automatisch zou doen, zoals je ook je tanden automatisch poetst?
Patiënt: Een vast moment op de dag denk ik…als ik ‘s avonds sta te koken…dat ik ze dan standaard ga doen
Fysiotherapeut: Ah, ja, dus als je ’s avonds gaat koken, dan doe je je oefeningen de komende weken.
Patiënt: Ja, als ik ’s avonds kook, dan doe ik de oefeningen…
Fysiotherapeut: goed plan. Ik hoor graag volgende week hoe het je is gelukt om je oefeningen te doen als je ’s avonds kookt en wat er dan beter gaat
Patiënt: ok, tot volgende week
Welke fysiotherapeuten hebben ervaring met deze twee interventies?