Positief perfectionisme, bestaat dat? Perfectionisme is inderdaad niet per definitie slecht. Er zijn twee vormen van perfectionisme die een verschillende uitwerking hebben op onder andere progressie in de richting van een doel. De ene vorm van perfectionisme is zelf-kritisch perfectionisme en de andere vorm is perfectionisme omdat dat je persoonlijke standaard is. Moore et al onderzochten welke rol de kwaliteit van motivatie hierbij speelt.

Perfectionisme

Perfectionisme is de neiging om alles wat minder dan perfect is te zien als onacceptabel. Wanneer iemand zelf-kritisch perfectionistisch is, hangt zijn eigenwaarde af van het bereiken van perfectie. Zo iemand zal het eens zijn met stellingen zoals ‘Ik heb de neiging erg kritisch te zijn op mezelf’ en ‘er is een groot gat tussen wie ik ben en wie ik zou willen zijn’. Eenvoudig gezegd is dit een vorm van negatief perfectionisme.

Hiertegenover staat een vorm van positief perfectionisme. Iemand die perfectionistisch is vanuit persoonlijke standaards streeft wel naar perfectie, maar zijn eigenwaarde hangt niet af van het al dan niet bereiken van perfectie. Zo iemand zal het eens zijn met stellingen als ‘Eén van mijn doelen is om perfect te zijn in alles wat ik doe’ en ‘Ik streef ernaar in alles het beste te doen’.

Zelf-kritisch perfectionisme

Mensen die zelf-kritisch perfectionistisch (negatief perfectionistisch) zijn voelen zich schuldig en schamen zich wanneer ze niet perfect zijn. Hun eigenwaarde hangt ervan af. Zijn ze niet perfect, dan voelen ze zich waardeloos. In de zelfdeterminatietheorie noemen we deze vorm van gecontroleerde motivatie, introjectie. Er is sprake van conditionele zelfwaardering en de persoon probeert perfect te zijn om schuld en schaamte te vermijden. Deze vorm van perfectionisme gaat gepaard met negatieve gevoelens en ook met slechtere doelrealisatie. Mensen die op deze manier perfectionistisch zijn hebben de neiging om uitstelgedrag te vertonen en te piekeren.

Positief perfectionisme

Mensen die perfectie nastreven vanuit een persoonlijke standaard om zo goed mogelijk te presteren en hun ‘beste zelf’ te zijn blijken zich positief te voelen tijdens het nastreven van hun doelen en blijken betere progressie te boeken richting hun doelen. Deze vorm van perfectionisme heeft dus juist positieve effecten op motivatie, doelrealisatie en gevoelens.

Verloop bij studenten

Negatief perfectionisme is dus geassocieerd met slechtere doelrealisatie en positief perfectionisme met betere doelrealisatie. De onderzoekers Moore et al vroegen zich af of dit verklaard kan worden vanuit het verschil in de onderliggende kwaliteit van motivatie. In het onderzoek van Moore et al werd de rol die autonome motivatie speelt in die relatie tussen perfectionisme en doelrealisatie onderzocht. Hun hypothesen waren (vrij geformuleerd):

  1. Negatief perfectionisme is geassocieerd met significant slechtere progressie richting het doel in de loop van een schooljaar en positief perfectionisme is geassocieerd met significant betere progressie in de richting van het doel in de loop van het schooljaar
  2. Negatief perfectionisme is geassocieerd met een laag niveau van autonome motivatie en minder ondersteuning van anderen om het doel te bereiken en verhoogde negatieve gevoelens
  3. Positief perfectionisme is geassocieerd met hogere niveaus van autonome motivatie en ondersteuning van anderen om het doel te bereiken en verhoogde positieve gevoelens.

Metingen

In de loop van een schooljaar vulden ongeveer 300 studenten in de leeftijd van 17 tot 29 jaar vragenlijsten in waarmee hun motivatie, progressie, gevoelens, ondersteuning van anderen en type perfectionisme gemeten werd. De opzet van dit onderzoek was met name interessant omdat het een dynamische verandering in de loop van de tijd weergaf, zowel ten aanzien van doelmotivatie als ten aanzien van de aard van het perfectionisme.

Resultaten

Negatief perfectionisme was inderdaad geassocieerd met veel slechtere progressie en veel negatievere gevoelens in de loop van het schooljaar. Het negatieve effect van zelf-kritisch perfectionisme op progressie in de richting van het doel kwam vooral doordat de kwaliteit van motivatie slechter werd. Deze studenten werden meer en meer gecontroleerd gemotiveerd (introjectie).

De studenten die perfectionisme nastreefden vanuit een persoonlijke standaard bereikten veel betere progressie en dit kwam vooral door een hoge kwaliteit van motivatie (autonome motivatie) om het doel te bereiken.

Studenten die positief perfectionistisch waren vonden hun doelen in de loop van het jaar steeds interessanter en betekenisvoller worden, terwijl studenten die negatief perfectionistisch waren hun doelen steeds meer gingen ervaren als druk en als iets dat van buitenaf kwam.

Positief perfectionisme en autonomie

De kern van het verschillende effect op doelprogressie en affect tussen negatief perfectionisme en positief perfectionisme ligt dus waarschijnlijk in het gevoel van autonomie bij de student en diens vrijwilligheid om perfectie na te streven. Positieve perfectionisten kiezen voor doelen die ze persoonlijk waardevol vinden, negatieve perfectionisten kiezen voor doelen waartoe ze zich verplicht voelen. Negatief perfectionisme gaat gepaard met een gevoel van druk, schaamte en schuld: je moet het doel perfect behalen omdat je anders een waardeloos persoon bent. Positief perfectionisme gaat gepaard met een gevoel van vrijwilligheid en interesse: je ziet een waarde in het doel en in het perfect behalen van het doel dat je zelf gekozen hebt.