Search results for: Autonomie-ondersteuning

Autonomie-ondersteuning bij ernstige gedragsproblemen

In dit stukje schreef ik iets over autonomie-ondersteunende gespreksvoering. Dat klinkt mooi, maar werkt dit ook bij ernstige gedragsproblemen? Waarschijnlijk niet, want als mensen echt onmogelijk zijn dan werkt nog maar 1 ding: gedragscontrole. Toch? Dus een autoritaire interpersoonlijke communicatiestijl. “Nu hou je daarmee op!” “En nu is het afgelopen!” “Jij krijgt straf als je nu niet…”
Vier onderzoekers van de Universiteit van Montréal vroegen zich dit af. Wat voor een effect zou een autonomie-ondersteunende communicatiestijl hebben op jongeren met ernstige gedragsproblemen? Jongeren die in een heropvoedingskamp zitten. Zouden die niet meer gebaat zijn bij een autoritaire communicatiestijl? Hun gedrag schreeuwt er in elk geval om. Dus moet je van goeden huize komen wil je niet autoritair gaan reageren. Toch geeft een grote hoeveelheid onderzoeken duidelijk aan dat een autoritaire stijl de motivatie en internalisatie bij deze jongeren ondermijnt. En dat de psycho-sociale problemen van deze jongeren toenemen nadat ze uit een controlerend, autoritair geleid kamp weer in de maatschappij zijn gekomen (Reeve, 2009, Barber, 1996, Grolnick en Apostoleris, 2002, Ryan en Deci, 2000, Soenens, 2006).
De vier onderzoekers deden een experiment. Daarin bekeken ze het effect van een autonomie-ondersteunende interpersoonlijke stijl (AS) en het effect van een stijl waarin specifieke autonomie-ondersteunende aspecten niet aanwezig waren (NoAS). Ze hadden de hypothese dat de AS conditie zou leiden tot beter welzijn van de deelnemers, meer ervaren autonomie, een betere internalisatie van de opgelegde taak en een hogere waardering van die taak en een betere waardering door de deelnemer van de hulpverlener (de hulpverlener wordt gezien als competenter).
De jongeren moesten een voor hen saaie taak doen: het oplossen van een sociaal probleem. Ze kregen een casus voorgelegd waarin twee jongens ruzie hadden omdat de ene jongen een Ipod had gestolen van de andere jongen.
In de AS conditie kregen de deelnemers een uitleg waarom deze taak belangrijk was en waarom de taak via een casus werd aangereikt. In de NoAS conditie ontbrak deze toelichting. In de AS conditie communiceerde de hulpverlener empathisch en gaf hij keuzemogelijkheden ten aanzien van de uitvoering van de taak. In de NoAS conditie ontbrak die empathie. In de AS conditie gaf de hulpverlener feedback zoals:”Ik zie dat je drie oplossingen hebt bedacht”. In de NoAS conditie gaf de hulpverlener feedback zoals:”Geweldig! Je bent echt heel goed hierin!” In de AS conditie stelde de hulpverlener grenzen door te zeggen:”Ik verwacht dat…” en “Dit deel van de taak vereist dat je het in stilte doet”. In de NoAS conditie stelde de hulpverlener grenzen door te zeggen:”Wat je moet doen is…” en “Stilte alsjeblieft”. In de AS conditie nam de hulpverlener actie als er iets mis ging door te zeggen:”Het is misschien lastig om stil te zijn als je naast een vriendin zit…als je het te lastig vindt om stil te zijn, dan kun je kiezen om ergens anders te gaan zitten..” en “Ik zie dat je ervoor hebt gekozen ergens anders te gaan zitten”. In de NoAS conditie nam de hulpverlener actie als er iets mis ging door te zeggen:”Stop met praten.” En “Als je niet stopt dan moet je ergens anders gaan zitten” en “Ga daar zitten”.
De resultaten van het experiment waren:
• AS vergrootte de ervaren waarde en waardering voor de taak. De internalisatie van de taak werd daarmee gevoed. In de NoAS conditie was de ervaren waarde en waardering voor de taak lager.
• AS verlaagde de oncomfortabele gevoelens, zoals angst en frustratie om een taak te doen die je als saai en monotoon ervaart. In de NoAS conditie waren de negatieve gevoelens sterker.
• In de AS conditie werd de hulpverlener gezien als sterk en competent. In de NoAS conditie werd de hulpverlener gezien als minder sterk en competent.
Dit is m.i. een interessant experiment, dat hopelijk wordt gerepliceerd.
Lees het onderzoeksartikel Savard_Joussemet_Emond_Pelletier & Mageau_2013

Instructie en motivatie

Instructie en motivatie. Om een hoge kwaliteit van motivatie mogelijk te maken is zowel autonomie-ondersteuning als het bieden van structuur nodig. Autonomie-ondersteuning betekent dan ook niet ‘doe maar waar je zin in hebt’, maar betekent dat je de ander ondersteunt in zijn ervaring dat zijn gedrag voortkomt vanuit hemzelf. Dat hij geen marionet is die wordt aangestuurd door krachten van buitenaf, maar dat hij zelf aan het roer staat van wat hij doet. Om die ervaring te kunnen hebben is juist de aanwezigheid van sturing en structuur gewenst. Want dan pas kun je betekenisvolle keuzes maken en dan pas kun je betekenisvolle progressie boeken; je weet dan immers wat je probeert te bereiken en waar je energie voor actie zich op kan richten.

 
Trainingen Progressiegericht Werken
  Klik hier om meer te lezen

Hoe docenten autonomie kunnen faciliteren

Hoe docenten autonomie kunnen faciliteren. In de zelfdeterminatietheorie is de dual procesbenadering van cruciaal belang voor het bevorderen van een hoge kwaliteit van motivatie bij studenten: wat doe je als docent het beste wel en wat doe je het beste niet als docent? De onderzoekers Ahmadi et al presenteren een overzicht van concrete docentgedragingen die autonome motivatie mogelijk maken. Een van de categorieën docentgedragingen gaat over het bieden van autonomie-ondersteuning en het voorkomen van autonomie-ondermijning. Autonomie-ondersteuning helpt studenten te ervaren dat hun gedrag voortkomt vanuit henzelf.

 
Trainingen Progressiegericht Werken
  Klik hier om meer te lezen

De kwaliteit van verandertaal

De kwaliteit van verandertaal. Verandertaal is een kernaspect in motivational interviewing. MI is een aanpak die veel in de gezondheidszorg wordt benut en de aanpak is bottom-up ontwikkeld. Dat wil zeggen dat er via trial en error, op inductieve wijze, een aanpak ontstond die niet zozeer theoretisch gefundeerd of onderzocht was maar in de praktijk effectief leek te zijn.

 
Trainingen Progressiegericht Werken
  Klik hier om meer te lezen

Twee bronnen van betekenisvol werk

Foto: Walter Schlundt Bodien

Twee bronnen van betekenisvol werk. Mensen die hun werk als betekenisvol ervaren zijn energieker, meer toegewijd aan hun werk en ze verdiepen zich meer in hun werk. Ze ervaren meer voldoening en voelen zich meer betrokken bij de organisatie. De ervaring dat je betekenisvol werk doet levert individuele medewerkers en organisaties dus veel op.

 
Trainingen Progressiegericht Werken
  Klik hier om meer te lezen

Progressiegerichte intervisie begeleiden

Progressiegerichte intervisie begeleiden combineert autonomie-ondersteuning met het bieden van structuur. Regelmatig begeleiden wij progressiegerichte intervisiegroepen, en daarnaast trainen we procesbegeleiders in de progressiegerichte intervisie-aanpak.

 
Trainingen Progressiegericht Werken
  Klik hier om meer te lezen

Reageer alert op agentische betrokkenheid

Reageer alert op agentische betrokkenheid. Leerlingen kunnen op verschillende manieren betrokken zijn bij de les. Zo kunnen ze emotioneel, gedragsmatig en cognitief betrokken zijn. Maar uit onderzoek van Reeve et al is gebleken dat er een vierde vorm van betrokkenheid een betere voorspeller is van academische progressie dan emotionele (en wellicht ook van cognitieve) betrokkenheid (zie ook hier).

 
Trainingen Progressiegericht Werken
  Klik hier om meer te lezen

Praktische waarde van SDT

Foto: Walter Schlundt Bodien

Praktische waarde van SDT. In de meta-review van meta-analyses van de zelfdeterminatietheorie worden ook diverse toepassingsgebieden besproken, zoals de toepassing in organisaties, gezondheidszorg, sport en onderwijs en opvoeding. Uit de review van de meta-analyses blijkt de praktische waarde van de zelfdeterminatietheorie in diverse contexten.

 
Trainingen Progressiegericht Werken
  Klik hier om meer te lezen

Meta-review van meta-analyses SDT

Foto: Walter Schlundt Bodien

Meta-review van meta-analyses SDT is net verschenen en geschreven door Richard Ryan et al (2023). In hun meta-review namen de onderzoekers 60 meta-analyses mee, waarvan 58 gepubliceerd. Het grootste deel van deze artikelen is in de laatste 10 jaar verschenen. De review gaat in op het bewijs voor de zes minitheorieën binnen het theoretisch SDT-kader en op verschillende toepassingsgebieden.

 
Trainingen Progressiegericht Werken
  Klik hier om meer te lezen

Strenge docenten creëren onwillige leerlingen

Strenge docenten creëren onwillige leerlingen. Ze bereiken daarmee precies het tegenovergestelde van wat ze pogen te bereiken. In een nieuw onderzoeksartikel van Paulmann en Weinstein (2023) beschrijven zij het effect van de intonatie waarmee de docent iets zegt tegen leerlingen.

  Trainingen
Progressiegericht Werken
 
Klik hier om meer te lezen