Flash: Vertrouwen dat je er altijd uitkomt

Een van de leidinggevenden die aan het woord komen in ons nieuw te verschijnen Handboek Progressiegericht Leidinggeven zegt: ‘Wat ook nog leuk is om te noemen is dat de progressiegerichte aanpak mij als leidinggevende enorm helpt om optimistisch te blijven en te blijven ontwikkelen. Dat vertrouwen dat je er altijd wel weer uitkomt. Voor ik de aanpak kende dacht ik wel eens: ‘Ik weet echt niet hoe ik uit deze moeilijke situatie kom, ik weet niet wat ik kan doen en of het ooit goed komt.’ En door de progressiegerichte aanpak heb je het vertrouwen dat je er altijd wel uitkomt, samen met anderen, dat je het niet alleen hoeft te doen. In een boek over progressiegericht leidinggeven mag dat zeker genoemd worden: dat vertrouwen is een van de dingen die mij het meeste helpen in mijn werk.’

De narcistische aantrekkingskracht van leiderschapstheorieën

Steffens et al (2020) stellen op basis van hun onderzoek dat hoe meer interesse mensen hebben in leiderschapstheorieën, hoe narcistischer ze zijn en zelfs misschien wel hoe narcistischer ze worden. Ze hebben het over de narcistische aantrekkingskracht van leiderschapstheorieën.

Klik hier om meer te lezen

Flash: Wat krom is recht maken

Een leidinggevende aan het woord in ons nieuw te verschijnen Handboek Progressiegericht Leidinggeven: ‘Ik weet nog dat ik een keer een teamoverleg inging met een vraag aan het team en dat ze in het overleg een heel andere kant opgingen dan ik wilde. En ik kwam uit dat overleg en dacht, ja maar dit is niet de bedoeling. Nu heb ik ze een keuze gegeven en ze kiezen iets anders dan wat ik wil en nu moet ik iets wat krom is recht maken. En dat was een moment waarop ik me realiseerde dat je soms moet sturen en niet moet coachen. En daarbij heeft progressiegericht werken me dus heel erg geholpen; dat je een bewuste keuze moet maken voor welke rol je wanneer hebt en hoe je progressiegericht kunt sturen.’

Training Progressiegericht Leidinggeven

Flash: Rijke emotievocabulaire

Ouders kunnen hun kinderen helpen om emotionele fijnmazigheid te ontwikkelen door niet alleen de stereotype emotiewoorden (boos, blij, verdrietig etc.) te gebruiken, maar veel rijkere vocabulaire te gebruiken om gevoelens mee te beschrijven. Ook kunnen ze kinderen leren dat gezichtsuitdrukkingen allerlei emoties kunnen uitdrukken, niet slechts de stereotype emoties. Huilen kan bijvoorbeeld van alles betekenen en we weten pas welke emotie er gaande is wanneer we de context waarin het huilen plaatsvindt in ogenschouw nemen. Zo bestaat er in het Japans een emotiewoord voor de teleurstelling die je ervaart wanneer je naar de kapper bent geweest en het resultaat valt tegen. In geen enkele andere taal bestaat dat emotieconcept in één woord. Ook ons Nederlandse ‘gezelligheid’ is een emotieconcept dat in geen andere taal te vinden is. We kunnen pas weten wat iemand voelt wanneer die persoon in interactie met ons woorden geeft aan zijn emotie. Zo construeren we samen emoties. En zo kunnen we dus ook constructieve emoties construeren.

Uit: Progressiegericht Opvoeden