Brugklassers: statische mindset en afgehaakt

Brugklassers: statische mindset en afgehaakt. Yu et al (2025) rapporteren in dit mindset-onderzoeksartikel de resultaten van longitudinale studies onder 430 Nederlandse vo-leerlingen die in de eerste twee jaar op het voortgezet onderwijs zaten. Ze betrokken in hun onderzoek zowel de mindsetovertuigingen van de leerlingen (groeimindset, statische mindset), als hun inspanningsovertuigingen (heeft inspanning nut?) als het soort doelen dat ze zelf nastreefden en ervoeren op school.
| Trainingen Progressiegericht Werken |
Drie soorten doelen
De drie soorten doelen die in het onderzoek werden betrokken waren leerdoelen/meesterschapsdoelen, prestatie-benaderdoelen en prestatie-vermijddoelen. Een leerling die leerdoelen nastreeft is erop gericht om de lesstof beter te gaan beheersen. Een leerling die prestatie-benaderdoelen nastreeft is er op gericht beter te scoren dan anderen. Een leerling die prestatie-vermijddoelen nastreeft is erop gericht niet slechter te presteren dan anderen. De doelstructuur waarin leerlingen functioneren (wordt in de klas nadruk gelegd op leren of op presteren?) is een belangrijke voorloper van de mindset, de inspanningsovertuigingen en de doelen die de leerlingen zelf gaan nastreven.
Onderzoeksvragen
De onderzoekers richtten zich op twee vragen. Ten eerste wilden ze weten of er vaste patronen zijn in de manier waarop leerlingen hun mindset, ideeën over inspanning en doelen met elkaar verbinden, en of deze patronen in de loop van de tijd veranderen. Ten tweede onderzochten ze hoe de manier waarop leerlingen de doelstructuur in de klas ervaren samenhangt met die patronen en veranderingen. Er was geen sprake van een mindsetinterventie, want de onderzoekers wilden weten hoe de patronen zich in de huidige Nederlandse schoolcontext ‘natuurlijk’ ontwikkelden.
Vier profielen
Er bleken zich vier profielen af te tekenen, zowel op het eerste meetmoment als op het tweede:
- Profiel 1. Groeimindset en een lage prestatiedoelorientatie. Deze leerlingen hebben een groeimindset en streven leerdoelen na.
- Profiel 2. Groeimindset en een leerdoelen- en prestatiedoelenorientatie, Deze leerlingen hebben een groeimindset en streven leerdoelen na maar ook in zekere mate prestatiedoelen na.
- Profiel 3. Gemengde mindset en een hoge prestatiedoelenorientatie. Deze leerlingen hebben een gemiddelde groeimindset en streven in sterke mate zowel leerdoelen als prestatiedoelen na.
- Profiel 4. Statische mindset en afgehaakt. Deze leerlingen scoren laag op groeinmindsetovertuigingen, scoren laag op positieve inspanningsovertuigingen en streven geen doelen na.
Coherentere betekenissystemen
In de loop van het onderzoeksjaar bleken de betekenissystemen van de leerlingen steeds coherenter te worden. Bij de start op het voortgezet onderwijs verschilden de leerlingen vooral in het doel dat ze nastreefden, zonder significante verschillen in mindset en inspanningsovertuigingen. Maar een jaar later kwamen die overtuigingen en doelen steeds meer in lijn met elkaar. Leerlingen die leerdoelen boven prestatiedoelen stelden, rapporteerden daarbij dus relatief hogere niveaus van groeimindset en positieve inspanningsopvattingen. Leerlingen met statische mindset-overtuigingen bleken ook minder positieve inspanningsovertuigingen te hebben en geen doelen meer na te streven.
Afnemende motivatie
Gemiddeld nam de motivatie van leerlingen in de tijd af, met de sterkste daling in het stellen van leerdoelen. Leerlingen die in het statische mindsetprofiel zaten bij de start van het onderzoek, bleken vaak dit profiel aan een jaar later nog steeds te hebben. Als er al een wisseling van profiel plaatsvond, dan was dit vooral naar het statische mindsetprofiel. Ongeveer 28% van de leerlingen verschoof van een gunstiger mindsetprofiel naar minder wenselijke profielen met een zwakkere groeimindset. Het statische mindset plus afgehaakt profiel bleek met 33% de grootste groep te zijn geworden. Uitgebluste leerlingen.
| Trainingen Progressiegericht Werken |
Statische mindset en afhaken
Leerlingen met een statische mindset en negatieve inspanningsovertuigingen gaan zich hulpeloos voelen. Je best doen heeft immers geen zin. Ze stellen vervolgens zichzelf helemaal geen doelen meer en zijn niet meer gericht op het ontwikkelen van hun competenties. Die afglijding vindt dus in 1 jaar plaats, een zeer zorgelijke ontwikkeling. De onderzoekers associëren deze sterke daling met de niveau-indeling in het Nederlandse voortgezet onderwijs, die kan leiden tot een mismatch met de behoeften van leerlingen en zo motivatieafnames na de schoolovergang verergeren.
Stabiel slecht
De tendens om naar het statische mindset, afgehaakte profiel te verschuiven en de hoge stabiliteit ervan laat zien dat het moeilijk is om te ontsnappen als je eenmaal een statische mindset hebt ontwikkeld en niet gelooft dat effectieve inspanning leveren zin heeft. Dat is niet alleen slecht voor de prestaties van leerlingen, maar zeker ook voor hun welbevinden en hun ervaring op school. Soms denk ik dat in antwoord op de afnemende motivatie, het verslechterde welbevinden en de slechtere mentale gezondheid van jongeren scholen nog wat meer gaan controleren, beoordelen, meten en cijfers geven. Sommige scholen vinden het dan vervolgens revolutionair om ouders geen toegang meer te geven tot de cijfers in magister, terwijl de cijferregen nog steeds onverminderd doorgaat. Maar het kan beter worden. Een leerdoelenklimaat in de klas, met voedingsstoffen zoals effectieve hulp en ondersteuning zodat leerlingen beter worden in wat ze moeilijk vinden, is haalbaar als we daarvoor kiezen. Groeimindsetinterventies die worden ingezet in een voedingsrijke context blijken juist voor leerlingen die het het hardst nodig hebben, het beste te werken.
| Trainingen Progressiegericht Werken |
