John Hattie en Helen Timperley schreven een overzichtsartikel over de kracht van feedback, waarin zij vier effectieve reacties op ontvangen feedback beschrijven. Effectieve reacties zijn reacties die leiden tot een betere aanpak of een beter resultaat op het gebied waar de feedback zich op richtte.
De eerste effectieve manier om te reageren op feedback is om de inspanning te verhogen door je te richten op complexere taken. Dus niet “meer van hetzelfde”. De tweede effectieve manier is om fout-detectie vaardigheden te ontwikkelen met behulp van de feedback. Dat zijn dus vaardigheden waarmee je zelf kunt ontdekken waar je de fout in gaat. De derde effectieve manier is om slimmere strategieën te ontwikkelen om de taak te doen en de vierde effectieve manier is om meer informatie te verzamelen over hoe de taak verricht moet worden.
Niet effectieve manieren om te reageren op feedback zijn de feedback terzijde schuiven, de taak ontwijken, de fout buiten je eigen invloedssfeer leggen, de fout attribueren aan je persoon/zelf, zelfondermijningsstrategieen volgen zodat je volgend falen daaraan kunt toeschrijven.
Progressiegerichte feedback maakt onderscheid tussen verschillende soorten feedback en feedback op verschillende niveaus. Er worden vier niveaus van feedback onderscheiden. De effectiviteit van feedback op die vier niveaus hangt af van een aantal factoren.
Klik hier om meer te lezen
John Hattie en Helen Timperley schreven een overzichtsartikel over de kracht van feedback, waarin zij een model voor effectieve feedback presenteren. Dat model draait om drie hoofdvragen, waar je effectieve feedback aan kunt herkennen.
Effectieve feedback beantwoordt drie hoofdvragen:
- Waar ga ik heen? Dit noemen de auteurs FEED UP. Deze hoofdvraag draait om welke (prestatie-) doelen er worden beoogd.
- Hoe doe ik het. Dit noemen de auteurs FEEDBACK, en het draait hier om de vraag welke progressie ben ik aan het maken richting het doel?
- Waar ga ik nu heen? Dit noemen de auteurs FEED FORWARD en deze hoofdvraag gaat over welke activiteiten moeten worden ondernomen om betere progressie te maken?
Zou de stemming waarin je verkeerd je ertoe kunnen brengen om zelfondermijnende acties te ondernemen? En vooral, zou het zo kunnen zijn dat wanneer je in een positieve stemming bent, je meer bereid bent om zelfondermijnende acties te ondernemen?
Om dit te onderzoeken werd het volgende onderzoek gedaan:
94 eerstejaars psychologie studenten van de Universiteit van South Wales deden mee aan een experiment, in ruil voor punten voor het betreffende vak. De deelnemers ontvingen ofwel correcte feedback ofwel incorrecte feedback over de prestaties op een verbale vaardigheidstest. De ene test was simpel en ze kregen positieve feedback die strookte met hun ervaring dat ze goed hadden gepresteerd. Maar ze kregen ook een onoplosbare test waarop ze niet goed presteerden, maar waarna ze toch de feedback kregen dat ze heel goed hadden gepresteerd. Dit soort incorrecte of correcte feedback heeft een effect op de prestatie-angst, als je immers denkt dat je op een bepaalde manier hebt gepresteerd en de feedback strookt daar niet mee, dan wordt je angstig en onzeker.
Vervolgens werden ze door een korte video in een bepaalde stemming gebracht. Een positieve, negatieve of neutrale stemming. En daarna kregen ze de keuze om ofwel een kopje kruidenthee te drinken dat hun prestaties zou verbeteren ofwel een kopje kruidenthee te drinken dat hun prestaties zou doen verslechteren. Daarnaast kregen ze de keuze om ofwel deel te nemen aan een oefensessie om hun verbale vaardigheidsprestaties te verbeteren ofwel daaraan niet deel te nemen. De deelnemers vulden ook een korte vragenlijst in die moest meten of de juiste stemming inderdaad was opgeroepen.
Wat bleek? Mensen die in een positieve stemming waren, kozen significant vaker voor zelfondermijnende opties. Ze kozen prestatie-ondermijnende kruidenthee kiezen en om niet deel te nemen aan de oefensessie.
De hypothese in dit onderzoek was dat mensen die in een positieve stemming zijn, meer bereid zijn om iets te doen om een gevoel van verlies te voorkomen. Het blijkt dat mensen die in een sombere bui zijn hun falen toeschrijven aan zichzelf en hun succes niet zozeer toeschrijven aan zichzelf. Terwijl mensen die in een positieve bui zijn hun succes toeschrijven aan zichzelf en hun falen niet toeschrijven aan hun eigen acties. Mensen die in een positieve bui zijn hebben dus meer te verliezen wanneer ze iets gaan doen waarin ze kunnen gaan falen. De vraag in dit onderzoek was dus: zouden mensen in een positieve bui meer bereid zijn om zelfondermijnende strategieën te volgen? Zodat wanneer ze inderdaad falen ze hun falen kunnen toeschrijven aan die zelfondermijnende acties en ze hun positieve stemming dus kunnen handhaven?
Ja, zo bleek uit dit onderzoek. Een positieve stemming hing significant samen met zelf-ondermijnende acties.
In dit stukje kun je iets lezen over inaccurate positieve feedback en zelf-ondermijnende acties. Dat werd namelijk ook in dit onderzoek onderzocht.
Concluderend: de meeste kans op zelf-ondermijnende acties vond plaats in de conditie van incorrecte positieve feedback en een positieve stemming.
Het onderzoekartikel is getiteld “On being happy, but fearing failure: the effects of mood on self-handicapping strategies” van de onderzoekers Adam Alter en Joseph Forgas.
NOAM: de progressiegerichte aanpak
Stel dat je deelneemt aan twee verbale vaardigheidstests. De eerste test bestaat deels uit een hele moeilijke en zelfs onoplosbare opgaven. Je hebt dus na afloop het correcte gevoel dat je niet zo goed hebt gepresteerd. Maar na afloop van die eerste test krijg je te horen dat je bij de top 4% van beste presteerders behoort en dat je het dus heel goed hebt gedaan. Je krijgt een inaccuraat compliment.
Tussen de eerste en de tweede test mag je even pauzeren. Je mag kiezen tussen twee soorten kruidenthee. De ene kruidenthee, zo wordt je verteld, zorgt ervoor dat je alert wordt en werkt prestatieversterkend. De andere kruidenthee zorgt ervoor dat je slaperig wordt en werkt prestatie-ondermijnend. Daarnaast mag je even een boekje lezen, dat niets te maken heeft met de verbale vaardigheidstest die je zometeen zult gaan doen of je mag meedoen met een oefensessie die je helpt je voor te bereiden op de tweede vaardigheidstest.
Wat denk je? Welke kruidenthee zul je waarschijnlijk kiezen en kies je voor het oefenen of voor het zinloze boekje?
Het blijkt dat na positieve maar inaccurate feedback mensen meer geneigd zijn om zelf-ondermijnende acties te ondernemen. Ze kiezen significant vaker voor de kruidenthee die ze slaperig maakt en ze kiezen significant vaker voor het lezen van een eenvoudig boekje. Participanten die positieve feedback hadden gekregen die niet correct was, kozen vaker voor de prestatie-ondermijnende kruidenthee (52%) dan participanten die positieve feedback hadden gekregen die wel correct was (26%). Ze kozen ook vaker voor het niet deelnemen aan de oefensessie (64% versus 39%).
Waarom is dat zo? Inaccurate feedback maakt je onzeker en angstig dat je de volgende keer niet weer zo goed zult kunnen presteren. Je weet zelf dat je iets niet zo goed hebt gedaan en krijgt toch overvloedig positieve feedback. Je hebt veel te verliezen en wijt de komende (slechte?) prestatie liever een factoren buiten jezelf, zoals aan kruidenthee en een zinloos boek.
In meerdere boeken over oplossingsgericht werken, zoals in het boek Wonderen die werken staan casebeschrijvingen waarin cliënten allerlei complimenten krijgen, waarvan ik als lezer me afvraag hoe accuraat ze zijn. In het licht van dit onderzoek kun je sterke vraagtekens zetten bij dit soort overvloedige complimenten.
Het onderzoekartikel is getiteld “On being happy, but fearing failure: the effects of mood on self-handicapping strategies” van de onderzoekers Adam Alter en Joseph Forgas.
NOAM: de progressiegerichte aanpak