Al eerder heb ik geschreven over shared decision making en screening, zie ook hier. Ik vroeg mij af of er objectieve keuzehulpmiddelen bestaan die helpen bij het maken van een rationele en afgewogen keuze al dan niet deel te nemen aan bevolkingsonderzoeken, zoals screening naar borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker.

Keuzehulpmiddel borstkankerscreening

In mijn zoektocht naar dergelijke keuzehulpmiddelen werd ik geattendeerd op deze brochure, die m.i. inderdaad een bruikbaar beeld geeft van het nut van borstkankerscreening.
Ook werd ik geattendeerd op dit artikel: Why cancer screening has never shown to save lives BMJ 2016, dat stof tot nadenken geeft ten aanzien van deelname aan screening. Een paar highlights uit dit artikel zijn de volgende.

Sterven aan de ziekte waarvoor je bent gescreend

Ondanks een groeiend besef van de schade die kankerscreening oplevert, is de veelgehoorde claim dat ‘screening levens redt’ nog steeds veelvuldig te horen, zo stellen de auteurs. Ten grondslag aan deze claim ligt dan het aantal ziektespecifieke overlijdensgevallen. Maar de auteurs wijzen erop dat de overall mortality genomen zou moeten worden om opbrengsten van screening mee te beoordelen.

Sterven door een andere oorzaak

Discrepantie tussen ziektespecifieke mortaliteit en overall mortaliteit werd namelijk gevonden in 7 van de 12 gerandomiseerde trials van kanker screening. Ondanks een afname van ziektespecifieke mortaliteit, was de overall mortaliteit gelijk gebleven of zelfs gestegen. Dat betekent dat je wellicht minder kans hebt om te overlijden aan de vorm van kanker waarvoor je bent gescreend, maar er geen lagere kans is om te overlijden of zelfs een hogere kans is om te overlijden bij screening.

Discrepantie

De auteurs stellen dat er onderzoek moet worden gedaan naar de oorzaak van die discrepantie. Het kan zijn dat er niet voldoende deelnemers waren in de diverse trials, het kan ook zijn dat er negatieve bij-effecten zijn van screening die leiden tot de dood. Dit soort ‘off-target-‘overlijdensgevallen zijn geassocieerd met zogenaamde false-positives (je krijgt een diagnose dat je kanker hebt, die onjuist is), overdiagnose (er wordt kanker geconstateerd waarvan je geen symptomen zou hebben gekregen en waaraan je niet zou zijn overleden, maar toch wordt je behandeld), je wordt behandeld voor niet-schadelijke kankers of voor andere ziektes die er gevonden worden in de slipstream van de screening. Een voorbeeld: er is een grotere kans op een hartaanval binnen een jaar nadat mannen zijn gediagnosticeerd met prostaatkanker en ook een hogere suïcide kans.

Je gaat toch ook naar de kapper?!

Meedoen aan bevolkingsonderzoeken wordt vaak gezien als verantwoordelijk en zorgvuldig omgaan met je gezondheid. Ik hoorde iemand laatst tegen iemand die bewust kiest om niet mee te doen aan screening op borstkanker zeggen: ’Nou ja, zeg, wat dom, je gaat toch ook naar de kapper!’ Is dat een correcte vergelijking? Ik denk het niet.

Het blijkt dat veel vrouwen een verkeerd beeld hebben van de voordelen van screening op borstkanker. Bijvoorbeeld; uit sommige studies blijkt dat 68% van de vrouwen geloofde dat een mammografie hun kans op borstkanker zou verlagen, 62% geloofde dat screening zou leiden tot 50% lagere kans op borstkanker, 75% geloofde dat 10 jaar screening zou leiden tot 10 minder doden aan borstkanker per 1000 vrouwen.

Verwarrende percentages

Ik begrijp het wel dat vrouwen dit geloven. Als het RIVM stelt dat er door het bevolkingsonderzoek jaarlijks ongeveer 850 vrouwen minder aan borstkanker sterven en dat vrouwen die regelmatig meedoen aan het bevolkingsonderzoek 50% minder kans te overlijden aan borstkanker dan vrouwen die niet meedoen, dan lijkt het een voordeel te zijn deel te nemen.

Maar zelf de meest optimistische schattingen van de voordelen van  screening naar borstkanker komen niet eens in de buurt van de cijfers waarin veel vrouwen geloven, zo legt dit artikel uit: Why cancer screening has never shown to save lives BMJ 2016.

Een paar cijfers, anders gepresenteerd:

Cijfers

Voorstanders van screening benadrukken de voordelen en doen dat soms op een manier die sterk lijkt op angst aanjagen. Een paar cijfers uit dit artikel.

Er moeten 1000 vrouwen worden gescreend op borstkanker om van 5 doden, er 4 te maken. Het aantal sterfgevallen door een andere oorzaak blijft onveranderd op 39 of neemt juist toe naar 40.

Als screening op borstkanker het aantal sterfgevallen niet doet afnemen en zelfs doet toenemen, dan zouden vrouwen de ene dood inwisselen voor de andere dood. Vrouwen zou moeten worden verteld dat met meer dan 600.000 vrouwen die bestudeerd zijn, er geen duidelijk bewijs is dat er je kans om te overleven wordt verhoogd door screening. Een Cochrane analyse van de effecten van een mammografie toonde zelfs geen enkele reductie in overlijdensgevallen aan borstkanker.

Een false-positive treft bijvoorbeeld 60% van de vrouwen die in een periode van 10 jaar een mammografie ondergaan. Een op de drie diagnoses van borstkanker betreft overdiagnose.

Persoonlijke afweging

Het is en blijft op dit moment nog een persoonlijke afweging of je al dan niet mee wilt doen aan bevolkingsonderzoeken. Om die persoonlijke afweging te kunnen maken is objectieve informatie nodig en die eerlijk aangeeft dat we op dit moment niet kunnen stellen dat ‘screening levens redt’ en dat screenen bewezen een betere keuze is dan niet-screenen.