Motivatiemix van willen en moeten. Soms associeren mensen ‘willen’ met ‘positief’ en ‘moeten’ met ‘negatief’. Ik denk dat het anders zit en dat die manier van denken verwarrend kan werken. Mensen doen dagelijks allerlei dingen waar ze in meerdere of mindere mate achter staan. Maar of je er al dan niet achter staat om iets te doen is niet hetzelfde als of je het wil of moet. En het is ook niet hetzelfde als, of je intrinsiek of extrinsiek gemotiveerd bent. Mensen kunnen namelijk dingen willen doen, die ze ook moeten doen.

 
Trainingen Progressiegericht Werken
 

Willen en moeten

Willen en moeten zijn twee van elkaar onafhankelijke dimensies. Je kunt in een bepaalde mate ervaren dat je iets wil doen en je kunt in een bepaalde mate ervaren dat je iets moet doen. Willen en moeten zijn geen twee uitersten op 1 dimensie, maar hebben elk hun eigen continuum.

Niet willen, niet moeten

Je kunt ervaren dat je iets niet wil en dat je het ook niet moet doen. Je zit dan linksonder in het plaatje en je ervaart dan amotivatie voor de betreffende activiteit. Je wordt bijvoorbeeld ‘s ochtends wakker en ziet dat het heeft gevroren. Als je niet hoeft te gaan wandelen of schaatsen en je wilt het ook niet doen, dan ervaar je amotivatie om naar buiten te gaan. Zowel op de dimensie van het willen als op die van het moeten scoor je laag. Let wel: het gaat hier om je eigen ervaring, het kan best zijn dat je gezin juist graag zou willen dat je wel mee naar buiten gaat, maar jij ervaart die wens als niet relevant.

Niet willen, wel moeten

Rechtsonder in het plaatje wil je niet, maar sta je onder druk om het toch te doen. Die druk kan van binnenuit komen, en dan zet je jezelf onder druk. De druk kan ook van buitenaf komen, en dan ervaar je dat iemand anders je onder druk zet. Je doet de activiteit nu wel, maar onder inwendig protest. Als je gezinsleden boos op je worden als jij niet meegaat schaatsen, en je daarom met de pest in je lijf toch maar gaat, dan ervaar je dat je niet wilt en wel moet. In de zelfdeterminatietheorie heet dit gecontroleerde motivatie.

 
Trainingen Progressiegericht Werken
 

Wel willen, niet moeten

Linksboven in het plaatje wil je wel en ervaar je niet dat het moet. Je doet de activiteit uit interesse en terwijl je die doet sta je er helemaal achter om het te doen. Het voelt als spelen. Je hebt bijvoorbeeld erg veel plezier in schaatsen of wandelen in de vrieskou. Je kan niet wachten om uit je bed te springen om naar buiten te gaan. In de zelfdeterminatietheorie is dit intrinsieke motivatie. Terwijl je de activiteit doet krijg je er energie van. Je bent creatief, zet door en je voelt je goed.

Wel willen, wel moeten

Rechtsboven in het plaatje wil je de activiteit doen, die je ook moet doen. Er wordt iets van je verwacht waar je het belang en de waarde van inziet en daarom sta je erachter om het te doen, zonder dat je de activiteit leuk hoeft te vinden. Je houdt bijvoorbeeld helemaal niet van de kou, maar je vindt het wel erg waardevol om tijd te besteden met je gezin en je gezinsleden willen dolgraag dat jij meegaat en verwachten dat ook van je. Daarom stap je met goede zin naar buiten en doorsta je de kou zonder inwendig protest. In de zelfdeterminatietheorie is dit geinternaliseerde motivatie. Het is een autonome vorm van extrinsieke motivatie.

Kwaliteit van motivatie

De kwaliteit van motivatie voor een activiteit is aan de onderkant van het plaatje laag en aan de bovenkant van het plaatje hoog. Zowel iets willen doen zonder dat het moet als iets willen doen terwijl het ook moet, gaat gepaard met welbevinden, goede prestaties en doorzettingsvermogen. Iets niet willen doen wat je ook niet ervaart als iets dat moet is geen probleem, zolang er daadwerkelijk geen sprake is van een verplichting. Voor heel veel dingen in het leven zullen mensen amotivatie ervaren, ze willen het niet en ervaren ook niet dat ze het zouden moeten doen. Het wordt echter wel lastiger als je iets niet wilt en je moet het toch doen. Dan kun je ervaren dat je onder druk staat en raak je gecontroleerd gemotiveerd. Dat is een lage kwaliteit van motivatie. Je maakt je er snel van af, stopt zodra de druk wegvalt, voelt je slecht terwijl je de activiteit doet, de relatie met degenen die druk zetten verslechtert en je prestaties kunnen er onder lijden. Gecontroleerde motivatie is geen kwaliteit van motivatie die ‘soms gewoon nodig is’.

Motivatiemix van willen en moeten

Hoewel er natuurlijk situaties zijn waarin je kwaliteit van motivatie netjes in 1 van de vier vakjes valt, zullen er ook veel situaties zijn waarin je een mix van verschillende motivatiekwaliteiten ervaart. Als het gaat om een activiteit als schaatsen is er waarschijnlijk weinig schade als je niet actief probeert om je kwaliteit van motivatie te verhogen. Maar als het gaat om activiteiten die vaak terugkomen en blijvende verwachtingen of verplichtingen, dan kan het je veel opleveren om je kwaliteit van motivatie te verhogen. Het is het dan waard om te proberen je eigen kwaliteit van motivatie op te schuiven naar de bovenkant van het plaatje. Het idee dat willen positief is en moeten negatief, klopt niet. Moeten is geen vies woord. We kunnen dingen die moeten ervaren als positief wanneer we erachter staan om ze te doen. Hoe kun je de activiteit interessanter maken? Hoe kun je de activiteit waardevoller maken? Hoe kun je het nut en de betekenisvolheid van de activiteit gaan inzien of gaan versterken?

 
Trainingen Progressiegericht Werken