Ik vind dat ik iemand help als ik hem de waarheid zeg! De waarheid is in dit geval een negatief oordeel over de ander, vanuit je eigen perspectief gezien. In onze training Progressiegericht Trainen oefenen we met progressiegericht reageren op dit soort lastige uitingen. We doen dat via de werkvorm van contrasterend leren. Dat betekent dat we niet alleen kijken naar een progressiegerichte reactie, maar ook naar niet-progressiegerichte reacties. Zo leren deelnemers de contrasten beter herkennen en ontstaat een dieper begrip van de verschillen tussen effectieve en niet-effectieve manieren van reageren.

Lastig

Een progressiegerichte trainer geeft bijvoorbeeld een training progressiegericht leidinggeven aan een MT van 25 personen. Tijdens een van de oefeningen zijn de deelnemers in groepjes aan het reflecteren op de vraag in welke situaties progressiegericht helpen in hun werk aan de orde is. Een van de deelnemers zegt tegen de trainer: Ik vind dat ik iemand help als ik hem de waarheid zeg! Hoe kun je op deze uiting progressiegericht reageren? Wat er lastig kan zijn aan het reageren op deze uiting zijn de volgende aspecten:

  1. Deze uiting getuigt van nog onvoldoende begrip van wat progressiegericht helpen inhoudt
  2. Deze uiting getuigt van nog onvoldoende begrip van wanneer progressiegericht sturen aan de orde is (in plaats van helpen)
  3. Deze uiting getuigt van nog onvoldoende begrip van psychologische principes zoals het reactance effect, de negativiteitsbias, de psychologische basisbehoeften, de waarde van interne oplossingen
  4. Deze uiting getuigt van naïef realisme
  5. Deze uiting komt vanuit een paradigma dat haaks staat op progressiegericht werken (burning platform, confrontatie, probleemdiagnose en -analyse)

Overtuigen

Een niet-effectieve manier van reageren op deze uiting kenmerkt zich door het volledig uit te gaan van je eigen perspectief als trainer en te gaan overtuigen dat de deelnemer het verkeerd ziet. Je gaat dan rechtstreeks in tegen de uiting van de deelnemer, stapt in de uitlegrol zonder dat je daarvoor mandaat hebt en je gaat voorbij aan het perspectief van de deelnemer. Op meta-niveau doe je nu hetzelfde als waar de deelnemer voor pleit (jouw negatieve oordeel en waarheid vertellen), terwijl je juist probeert de ander ervan te overtuigen dat dit niet werkt.

Meepraten

Een tweede niet-effectieve manier van reageren op deze uiting kenmerkt zich door volledig uit te gaan van het perspectief van de deelnemer en je eigen perspectief los te laten. Je geeft de deelnemer dan als het ware gelijk, vraagt geen ruimte voor je eigen perspectief en bevestigt de deelnemer zo in zijn overtuiging, terwijl je het er niet mee eens bent. Op meta-niveau ben je nu niet eerlijk en de deelnemer leert niets nieuws.

Vermijden

Een derde niet-effectieve manier van reageren op deze uiting kenmerkt zich door noch je eigen perspectief, noch het perspectief van de deelnemer recht te doen. Je gaat de situatie dan uit de weg, begint over iets anders. Je onderzoekt het perspectief van de deelnemer niet en vraagt ook geen ruimte voor je eigen perspectief. Op meta-niveau praten jullie langs elkaar heen. Dit vermijden is iets anders dan liefdevol negeren.

Progressiegericht reageren

Wanneer je progressiegericht reageert op deze uiting maak je gebruik van de volgende ingrediënten:

  1. Aansluiten op het perspectief van de deelnemer (ah, soms help je iemand door hem de waarheid te zeggen, vertel eens?)
  2. Onderzoeken welke positieve waarden en principes er achter de uiting van de deelnemer schuilen (ik snap het, je vind het belangrijk om eerlijk te zijn omdat je de ander niet echt helpt wanneer je ergens omheen draait…)
  3. Ombuigen naar positieve doelen (dus als ik het goed begrijp pleit je ervoor om eerlijk te zijn over wat de ander moet gaan verbeteren?)
  4. Mandaat vragen om uitleg te geven (dat is ook waar de progressiegerichte aanpak voor pleit…mag ik je even iets toelichten daarover?)
  5. Toelichten (beknopt uitleg geven over principes als reactance, de waarde van interne oplossingen, het belang van positieve doelformuleringen en het verschil tussen helpsituaties en stuursituaties)
  6. Nuttigheidsvraag (zit er iets bruikbaars bij voor je?)

Ik vind dat ik iemand help als ik hem de waarheid zeg!

Door te gaan overtuigen, meepraten of het onderwerp te vermijden maakt de trainer verschillende soorten fouten. Wanneer hij gaat proberen te overtuigen vervult hij de behoeften aan autonomie, competentie en verbondenheid van de deelnemer niet en loopt hij het risico het reactance effect in de deelnemer op te roepen. Wanneer hij gaat meepraten wekt hij verwarring op bij alle deelnemers en neemt het begrip van de deelnemers af in plaats van toe. Daarnaast wordt het lastig om in het vervolg van de training de inhoud wel weer goed voor het voetlicht te brengen. Wanneer hij gaat vermijden treden dezelfde negatieve effecten op en daarnaast verzwakt de vermijding de positie van de trainer als expert op zijn vakgebied. Door progressiegericht te reageren komt het perspectief van de deelnemer tot zijn recht en kan die, zonder gezichtsverlies, zijn ideeën bijstellen als hij daartoe aanleiding ziet. Het perspectief van de deelnemer en dat van de trainer mogen naast elkaar bestaan, terwijl tegelijkertijd duidelijk wordt dat in de training de inhoud van de trainer centraal staat én de deelnemers autonoom zijn in hun selecties van wat ze al dan niet nuttig en bruikbaar vinden. Progressiegerichte reacties zijn steeds situationeel bepaald. Zo is in sommige situaties bijvoorbeeld ongevraagd advies welkom.