Een expert is iemand die heel veel weet van zijn vakgebied, die jaren en jaren minutieus heeft geoefend en zich heeft verdiept in het betreffende vak.
Als je net begint met het leren van motorische vaardigheden, zoals skiën, fietsen en tennissen, is het erg handig als je in staat bent om veel verschillende dingen tegelijkertijd in de gaten te houden en je aandacht goed te kunnen focussen. Er wordt een sterk beroep gedaan op je werkgeheugen. Maar als je de motorische vaardigheid in de vingers begint te krijgen, wordt er een veel minder sterk beroep gedaan op je werkgeheugen en aandachtsspanne. Mensen die dus een veel informatie kunnen vasthouden in hun werkgeheugen leren over het algemeen de motorische vaardigheid in het begin sneller dan mensen die daar minder sterk in zijn. Maar als de vaardigheid bekend begint te worden is dit type intelligentie geen voorspeller meer van welk niveau iemand kan bereiken.
Bij sommige cognitieve vaardigheden blijft het belangrijk om een goed werkgeheugen en een goede aandachtsspanne te hebben, maar de ervaring die je hebt opgedaan door de jaren heen speelt ook een belangrijke rol in het bereiken van een expertniveau. Hoe meer gerichte ervaring je opdoet, hoe gespecialiseerder je kennis wordt.
Om de ontwikkeling van expertise te begrijpen moeten we dus onderscheid maken tussen perceptuele-motorische expertise (bijvoorbeeld tennissen) en cognitieve expertise (bijvoorbeeld wiskunde). Perceptuele-motorische expertise vergt automatisering van gedragspatronen. Cognitieve expertise vraagt ervaring en hangt deels af van onbewuste geautomatiseerde gedachten en in sterke mate op de verwerving van kennis. En omdat vooral in het vroege leerproces dit heel veel vraagt van ons werkgeheugen, is het vaak moeilijker om een expert te worden dan om er een te zijn.
Een cruciale vraag ten aanzien van of iemand een expert kan worden op een bepaald gebied is de vraag of die persoon een expert wil worden op dat gebied. Mensen worden alleen echte experts als ze daarvoor kiezen. Want het kost heel veel inspanning en moeite om een expert te worden, dus dat krijg je alleen voor elkaar als je het wilt. Mensen kiezen er over het algemeen voor om een expert te worden op een bepaald gebied als ze interesse hebben in dat gebied.
Dat expert niveau kun je bereiken door een proces dat zo gaat: je merkt dat iets je vrij makkelijk afgaat als je er mee begint (aanleg), je vindt het daardoor leuk (interesse), je gaat je er daardoor intensiever op richten (oefenen) en je sociale omgeving stimuleert je omdat je er lol in hebt en het je goed afgaat (ondersteuning). Talenten worden op die manier vaak gekanaliseerd door interesses. Een kind merkt bijvoorbeeld op school dat een bepaald vak hem vrij makkelijk afgaat en heeft daar plezier in (voelt zich competent) en ontwikkelt daardoor een interesse voor dat vak. Over het algemeen zijn mensen sneller geïnteresseerd in dingen waarvan ze merken dat het ze als ze er net mee beginnen wel redelijk makkelijk afgaat. Als iets je redelijk makkelijk afgaat en je ontwikkelt er een interesse voor dan verdiep je je er meer in, bouw je je kennis en vaardigheden uit en word je er steeds beter in.
Een expertniveau bereiken kan ook via een proces dat zo gaat: je vindt iets interessant (interesse), je gaat je er daardoor intensiever op richten (oefenen) waardoor het je steeds makkelijker afgaat (competentie) en je sociale omgeving je stimuleert omdat je er lol in hebt en je er steeds beter in wordt (ondersteuning). Als mensen interesse hebben in een bepaald vak, dan zijn ze bereid om er tijd aan te besteden, te oefenen, problemen op te lossen en diepgaand te leren. Daardoor worden ze er steeds beter in.
Er zijn dus meerdere wegen die je kunt bewandelen om op een expertniveau terecht te komen. Wat elk van die wegen gemeen heeft is dat mensen pas een expertniveau weten te bereiken na jaren van gericht oefenen, kennis verwerven en hulp en aanmoediging krijgen van de sociale omgeving.