Pesten neemt af door autonomie-ondersteunend lesgeven. Cheon et al (2022) rapporteren in dit artikel hun onderzoeksresultaten naar pesten en klassenklimaat. Het blijkt dat autonomie-ondersteunend lesgeven het klassenklimaat verbetert en daarmee anti-sociaal gedrag vermindert.

 
Trainingen Progressiegericht Werken
 

Voordelen autonomie-ondersteunend lesgeven

Uit eerder onderzoek is gebleken dat een training in autonomie-ondersteunend lesgeven consequent leidt tot de verbeterde prestaties van leerlingen en verbeterd persoonlijk en sociaal functioneren van leerlingen (zie ook hier en hier). Zo blijkt dat leerlingen meer betrokken zijn bij de les, meer eigenaarschap vertonen en meer initiatieven nemen, minder passief zijn, meer gericht zijn op de taak, meer positieve en minder negatieve emoties hebben, betere vakspecifieke vaardigheidsontwikkeling laten zien, minder problematische relaties hebben met andere leerlingen en docenten. Daarnaast is er sprake van minder burnout klachten, gaan leerlingen pestgedrag als minder normaal en oké zien, krijgen ze een positiever zelfbeeld en laten ze betere academische prestaties en hogere cijfers zien. Al deze resultaten zijn echter op het niveau van de individuele leerling onderzocht. En dat heeft zo zijn nadelen.

Klassenniveau

Lesgeven doen docenten veelal klassikaal en in veel mindere mate op individueel niveau. Ongeveer 88% van de tijd adresseren de docenten de klas immers als geheel. Autonomie-ondersteunend lesgeven blijkt ook de onderlinge relaties tussen individuele leerlingen en de interacties tussen individuele leerlingen onderling te verbeteren. Pestgedrag en antisociaal gedrag komt waarschijnlijk niet alleen voort vanuit een individuele leerling die issues heeft, maar waarschijnlijk zijn er ook groepskenmerken waardoor individuen zich antisociaal gaan gedragen. Wat wordt normaal gevonden in de groep, welke normen gelden er en welke gedragingen worden als acceptabel gezien door de klas?

Twee dimensies

Cheon et al richten hun analyse daarom in dit onderzoek juist op het niveau van de hele klas. Ze onderscheiden twee dimensies om een klassenklimaat mee te beschrijven: hiërarchisch en conflictueus versus egalitair en ondersteunend. Deze twee dimensies zijn relevant omdat antisociaal gedrag van leerlingen vaak een statusverhogende strategie zijn van die leerlingen. Degene die pest wil een dominante positie krijgen in de sociale groep. Een hierarchisch en conflictueus klassenklimaat is een klimaat waarin leerlingen vanuit status en dominantie naar elkaar en naar de groep kijken, waarin de onderliggende toon in de communicatie er een is van competitie en het opzoeken van het conflict. Ieders ego staat op het spel in een dergelijk klassenklimaat. Een egalitair en ondersteunend klassenklimaat kenmerkt zich door interacties en relaties die gebaseerd zijn op gelijkwaardigheid en een onderliggende toon van acceptatie, ondersteuning,  en een gemeenschapsgevoel. Ieder is gericht op het samenwerken aan taken in een dergelijk klassenklimaat.

 
Trainingen Progressiegericht Werken
 

Autonomie-ondersteunend lesgeven

In het onderzoek kreeg een groep docenten een training in autonomie-ondersteunend lesgeven. Autonomie-ondersteunende onderwijsinterventies bieden voordelen aan leerlingen omdat ze zorgen voor meer behoeftebevrediging en minder behoeftefrustratie. Maar de onderzoekers analyseerden niet alleen de behoeftenvervulling van leerlingen, maar ook het anti-sociaal gedrag op het niveau van de hele klas. Ze keken vooral naar of autonomie-ondersteunend lesgeven het pestgedrag op klassenniveau verminderde. Uit deze studie bleek dat de interventie voornamelijk effectief was omdat het conflictueuze klassenklimaat werd verminderd. Autonomie-ondersteunend lesgeven verbeterde het klassenklimaat doordat de docenten vaardigheden leerden om een meer behoeftenondersteunend en een minder conflictueuze omgeving te creëren.

Klassenklimaat

Dit zorgde voor een klasomgeving waarin leerlingen het er grotendeels over eens waren dat ze omringd werden door klasgenoten die collectief een hoge behoeftebevrediging ervoeren, klasgenoten die collectief een lage behoeftefrustratie ervoeren, een klasklimaat rijk aan ondersteunende peer-to-peer interacties en relaties en een klasklimaat zonder conflictueuze peer-to-peer interacties en relaties. Autonomie-ondersteunende leerkrachten kregen dit klassenklimaat voor elkaar doordat ze tijdens hun klassikale instructie aansloten bij het perspectief van hun leerlingen, een rationale gaven voor elk verzoek vanuit de docent, de uitingen van negatieve gevoelens van leerlingen erkenden en accepteerden, steeds uitnodigend taalgebruik hanteerden, geduld toonden en structuur aanbrachten op een manier die de autonomie van leerlingen ondersteunde.

Pesten neemt af door autonomie-ondersteunend lesgeven

Wanneer leerkrachten de interacties tussen klasgenoten wegleiden van conflicten, voorkomen zij in feite de normen, verwachtingen en communicatiepatronen die, indien niet gecontroleerd, antisociaal gedrag in de hand werken. Met autonomie-ondersteunend lesgeven wordt bedoeld dat docenten autonome motivatie bij leerlingen mogelijk maken. Alle drie de psychologische basisbehoeften worden vervuld, wanneer de docent mikt op autonome motivatie bij leerlingen. Als alle docenten, en ook hun leidinggevenden, op deze manier met elkaar en met de leerlingen omgaan ontstaat een gezond schoolklimaat waarin ieder kan floreren.

 
Trainingen Progressiegericht Werken