Search results for: wat is Progressiegericht werken

Veerkrachtig reageren op tegenslag

Veerkrachtig reageren op tegenslag. Het boek Progressie door zelfcoaching geeft allerlei manieren om de veerkracht van jezelf en je team te versterken. Er zijn een paar kenmerken van veerkrachtig reageren te vinden in wetenschappelijke onderzoeken.

Klik hier om meer te lezen

Vraag 3. Wat doet me vermoeden dat 2014 een goed jaar zal worden?

Deze derde vraag is een optimistische voorspellingsvraag. Wat zijn jouw antwoorden op dit soort vragen: Welke signalen heb ik al dat ik van 2014 een goed jaar zal maken? Wat stemt me optimistisch? Wat doet me al vermoeden dat progressie in 2014 mogelijk is? Wat weet ik al dat voor mij werkt om progressie te boeken ten aanzien van dingen die belangrijk voor me zijn?
Progressiegericht leven betekent dat je ervoor kiest om optimistisch en met een positieve verwachting te denken aan de toekomst en dat je de redenen voor dat optimisme heel concreet en realistisch formuleert. Het hebben van een positieve verwachting dat progressie mogelijk is stimuleert een groeimindset bij mensen, en een dergelijke mindset helpt je om dingen te gaan doen om te bereiken wat belangrijk voor je is en door te zetten bij tegenslag.
De andere twee vragen zijn hier te vinden:
Vraag 1. wat heeft me het afgelopen jaar voldoening gegeven?
Vraag 2. waar ben ik nieuwsgierig naar het komende jaar?

Vraag 2. Waar ben ik nieuwsgierig naar het komende jaar?

Deze tweede vraag kijkt vooruit naar wat je interesseert en wat je belangrijk vindt voor 2014. Wat zijn jouw antwoorden op dit soort vragen? Wat boeit je, wat interesseert je en waar zou je je verder in willen verdiepen in 2014? Waar ben je nieuwsgierig naar om meer van te leren of te weten te komen? Wat is betekenisvol voor je, wat vind je belangrijke thema’s?
Progressiegericht leven betekent dat je onderzoekt wat je interesse heeft, dat je experimenteert en leert en dingen uitprobeert. Dat het maken van fouten en het leveren van inspanning inherent is aan en normaal is als je vooruit wilt komen. Als mensen bezig zijn met wat ze interesseert en boeit, zijn ze gemotiveerd om ermee aan de slag te blijven en door te zetten. En daardoor boeken ze progressie.
De andere twee vragen zijn hier te vinden:
Vraag 1. wat heeft me het afgelopen jaar voldoening gegeven?
Vraag 3. Wat doet me vermoeden dat 2014 een goed jaar zal worden?

Vraag 1. Wat heeft me het afgelopen jaar voldoening gegeven?

Deze eerste vraag kijkt terug op de dingen die goed waren in 2013. Wat zijn jouw antwoorden op dit soort vragen? Als je terugkijkt op 2013, waar denk je dan met voldoening aan terug? Waar ben je tevreden over? Waarover ben je blij? Wat heeft je geboeid en geïnteresseerd het afgelopen jaar? Wat was betekenisvol voor je? Wat heb je bereikt? Waar ben je goed mee omgegaan, ondanks dat het misschien moeilijk was?
Progressiegericht leven betekent dat je soms bewust nadenkt over wat er goed is gegaan, omdat je daarvan optimistisch, gemotiveerd en creatief wordt. Vooruit komen met dingen die belangrijk voor je zijn is voor mensen heel stimulerend en doet mensen floreren.
De andere twee vragen zijn hier te vinden:
Vraag 2. waar ben ik nieuwsgierig naar het komende jaar?
Vraag 3. Wat doet me vermoeden dat 2014 een goed jaar zal worden?

3 december vragen

Alweer een jaar geleden dat ik deze drie decembervragen postte. Ik stelde die vragen aan een aantal mensen in mijn omgeving vorig jaar en dat leverde interessante en leuke gesprekken op, die me inzicht gaven in wat de belangrijke anderen om me heen betekenisvol vonden en wat ik zelf betekenisvol vond. Het zijn drie eenvoudige vragen, die tijdens etentjes leuke gespreksstof opleverden:
Voor veel mensen zijn de komende weken een periode van gezelligheid en uitrusten. Vaak kijken mensen terug op het afgelopen jaar en kijken ze vooruit naar het komende jaar. Uit onderzoek blijkt dat reflectie helpt om diepgaander te leren, complexere cognitieve vaardigheden te verwerven en bewuster te zijn van wat je aan het leren bent. In organisaties zijn vaak stagiaires en die worden vanuit hun opleiding geactiveerd om te reflecteren op wat ze leren. Een leidinggevende zei laatst dat hij het stimulerend vond om te merken hoe de stagiaire bezig was met actieve reflectie op wat zij leerde en dat dit hem op het idee bracht om ook bewuster om te gaan met leren. Hier volgen drie progressiegerichte reflectievragen.
Vraag 1. wat heeft me het afgelopen jaar voldoening gegeven?
Vraag 2. waar ben ik nieuwsgierig naar het komende jaar?
Vraag 3. Wat doet me vermoeden dat 2014 een goed jaar zal worden?

Sluit niet aan bij de leerstijl van de student!

Er bestaat een claim dat mensen verschillende leerstijlen hebben oftwel dat individuen verschillende voorkeuren hebben hoe zij informatie verwerken. Dat mensen verschillende behoeften hebben aan feedback en instructie is zeker waar. Dat er zoiets bestaat als verschillende leerstijlen is alleen waar in de zin dat mensen zelf denken dat ze een voorkeursstijl hebben. Dat geven mensen aan als ze erom gevraagd wordt, bijvoorbeeld als ze lijstjes moeten invullen waarin hun leerstijl wordt gemeten. Vragenlijstjes die zijn ontwikkeld door organisaties die commercieel belang hebben bij de afname van hun product. Vragenlijstjes die niet wetenschappelijk zijn en aan alle kanten rammelen.
Los van de voorkeuren die mensen denken dat ze hebben, is er geen wetenschappelijk bewijs voor het bestaan van leerstijlen. En er is geen relatie tussen de leerstijl die mensen zeggen te hebben en hoe ze leren. Dit blijkt uit een meta analyse van Hattie en Timperley in 2012, waarvan de resultaten zijn gepubliceerd in het boek Visible Learning and the science of how we learn.
Het idee dat er leerstijlen bestaan is gebaseerd op de foute assumptie dat als mensen verschillend ontwikkelde vaardigheden hebben, de sterk ontwikkelde vaardigheden op het ene vlak corresponderen met zwak ontwikkelde vaardigheden op het andere vlak. Als iemand zich sterk ontwikkeld heeft in het snel lezen van woorden hoeft dat niet te zeggen dat die persoon automatisch dus minder sterk ontwikkeld is in het begrijpen van grafieken en plaatjes en al helemaal niet dat zijn voorkeursleerstijl dus lezen zou zijn.
Naast dat er geen bewijs is voor het bestaan van verschillende leerstijlen, is er ook geen bewijs voor het bestaan van een match of mismatch tussen de leerstijl van de student en de onderwijsstijl van de docent. Het is dus niet raadzaam om als docent te proberen je studenten in te delen in leerstijltypes en daar te proberen je onderwijsstijl op af te stemmen.
Kortom:
1. verschillende studenten leren inderdaad verschillend, en dat is afhankelijk van het kennisniveau dat ze al hebben. Stem dus als docent je feedback en instructie af op waar de individuele student op een bepaald moment behoefte aan heeft en niet op een vermeende leerstijl van die student.
2. er bestaat niet zoiets als een mismatch tussen onderwijsstijl en leerstijl. Er bestaan wel effectieve leer strategieën die voor iedereen gelden.
3. kijk goed naar de individuele student met wie je werkt en bedenk daarbij dat de manier waarop je die student onderwijs geeft sterk afhankelijk is van het bestaande kennisniveau van die student.
4. laat studenten geen tests invullen die zegt wat hun leerstijl is en vraag studenten ook niet wat hun leerstijl is, want studenten zullen een antwoord geven op je vraag zonder dat dat antwoord enig verband houdt met hoe ze uiteindelijk leren. Don’t ask, can’t tell.
Meer lezen? nadenken over leerstijlen

Wat kunnen trainers doen om studenten te helpen zich iets te herinneren?

Als we ons iets gemakkelijk herinneren dan hebben we die kennis snel paraat op het moment dat we het nodig hebben. Een goed geheugen voor kennis die we belangrijk vinden maakt ons effectiever. Hier schreef ik al eens iets over hoe we onze kennis kunnen automatiseren. Wat kunnen trainers doen om studenten te helpen zich iets te herinneren? En maakt het verschil of trainers aandacht besteden aan het geheugen van studenten of dat ze dat niet doen?
Dat is wat Jennifer Coffman et al zich afvroegen en wat ze onderzochten. De onderzoekers beschrijven dat docenten zelden direct zeggen:”Dit moet je onthouden” en dat ze ook zelden vertellen hoe studenten iets kunnen leren onthouden. Maar docenten gebruiken wel andere geheugenstimulerende strategieën.
Deze “geheugensteun-stimulerende orientatie” kun je herkennen aan de volgende dingen die docenten doen:
1. instructie geven: een algemene toelichting ten aanzien van een taak, de docent geeft informatie zonder actieve inbreng van de studenten te vragen
2. cognitieve structureringsactiviteiten: de docent praat op zo’n manier dat de student wordt uitgenodigd om aandacht te besteden aan informatie en materiaal die helpt bij het herinneren ervan. Dus: attentie regulatie, herhaling, identificeren van kenmerken van de informatie, het categoriseren van informatie, relaties onderkennen, linken maken met persoonlijke ervaringen, beelden en plaatjes creëren die gelinkt zijn aan de informatie. Dit soort activiteiten helpt om de informatie diepgaand te verwerken.
3. beroep doen op het geheugen: de docent vraagt de student om kennis naar boven te halen die er al is. Dat kan gaan om kennis die gelinkt is aan een specifieke ervaring en semantische of procedurele kennis opgedaan in het verleden. Het kan ook gaan om de toekomst, in de vorm van het laten formuleren van een gedragsdoel of een leerdoel
4. metacognitieve informatie geven: de docent geeft informatie die de student helpt bij het goed presteren in allerlei verschillende academische taken. Dus: metacognitieve vragen stellen of metacognitieve informatie geven, een nieuwe strategie aanreiken of een ander narratief aanreiken.
Concrete voorbeelden van deze geheugenstimulerende interventies van docenten zijn de volgende:
1. Strategie suggesties doen: als het je nog onduidelijk is, ga dan eens terug en lees het opnieuw of kijk nog eens naar het plaatje
2. Metacognitieve vragen stellen: welke strategieen kun je gebruiken om dit op te lossen?
3. Bewust beroep doen op de student via een instructie: vandaag gaan we een verhaal schrijven over ons bezoek aan de dierentuin vorige week. Wat was het eerste dat we deden toen we er kwamen? Onthoud: een verhaal heeft een begin, een middenstuk en een einde
4. Bewust beroep doen op de student via een cognitieve structureringsactiviteit: Gisteren spraken we over de staat van materie. Welke drie vomen kan water aannemen?
5. Bewust beroep doen op de student door metacognitieve informatie naar boven te halen: Hoe heb je dat probleem opgelost? Hoe wist je dat je moest optellen?
Het blijkt dat studenten die les krijgen van docenten met een hoge “geheugensteun-orientatie”, zelf actief herinner-strategieën gaan ontwikkelen en gebruiken en zich meer herinneren van wat ze hebben geleerd.

Moet het dan weer van mij komen…

Wie zet de eerste stap om uit een negatieve situatie te komen? Wie is als eerste bereid om een constructieve wending te geven? Wie sluit aan bij het perspectief van de ander? En waarom sluit die ander nou niet eens EERST aan bij mijn perspectief? Verzuchtingen die ik regelmatig hoor de laatste tijd. Van mensen die progressiegericht willen leven en werken, maar toch ook wel graag willen dat de ander eens als eerste de progressiegerichte draad oppakt als er iets mis loopt. Moet ik dan weer de wijste zijn? Moet het dan weer van mij komen? Ik blijf maar constructief en positief en mild voor de minnetjes die de ander op mij afvuurt, wanneer begint die ander eens met constructief en positief en mild naar mij toe zijn? Ik denk er dit over: als je bepaalde vaardigheden hebt, bijvoorbeeld je hebt de progressiegerichte aanpak goed in de vingers, dan brengt dat een verantwoordelijkheid met zich mee om inderdaad de eerste te zijn die de goede kant op beweegt in een negatieve situatie. Het alternatief is namelijk dat je samen met die ander in een negatieve spiraal terecht komt en dat je wrokkig en cynisch wordt. En dat is voor mij geen aantrekkelijk narratief.

Over je eigen schaduw heenstappen

Over je eigen schaduw heenstappen. Kritiek krijgen is aversief voor mensen, het roept automatisch een defensieve reactie op als je kritiek krijgt. Mensen die kritiek krijgen ervaren het over het algemeen als pijnlijk, persoonlijk, te langdurig en onnodig. In plaats van kritiek hebben mensen behoefte aan informatie die ze helpt om te weten hoe succes eruit ziet en wat ze kunnen doen om te komen van waar ze nu staan in de richting van dat succes. Maar, kritiek zal blijven komen. Mensen denken vaak dat hun kritiek belangrijk is om te geven en ze zullen het blijven doen.

Klik hier om meer te lezen

Ombuigen van negatief naar positief

Gisteren oefenden we tijdens de opleiding progressiegericht werken met groepen met het ombuigen van – naar +. Als mensen negatieve dingen zeggen of zich klagend uiten, dan ga je bij progressiegericht werken op zoek naar de plus achter de min.  Je gaat ervan uit dat de ander een positieve bedoeling heeft en uit is op iets positiefs en constructiefs en dat de negatieve manier waarop hij het formuleert een poging van hem is om iets duidelijk te maken dat belangrijk voor hem is.
Hoe ziet het zoeken van de plus achter de min er concreet uit? Niet zo: Een deelnemer aan een training zegt “ik heb helemaal geen trek om hier te zitten, en de enige reden dat ik gekomen ben is omdat het verplicht is” en de trainer reageert met “ik vind het wel knap dat je gekomen bent!”. Dit is geen goed voorbeeld van de plus achter de min zoeken, omdat deze + voortkomt uit het perspectief van de trainer en niet aansluit bij het perspectief van de deelnemer. In de ogen van de trainer is het knap dat de persoon gekomen is, maar de persoon zelf probeert nu juist duidelijk te maken dat hij helemaal niet wilde komen. Heb je een idee hoe je in deze situatie wel op zoek kunt gaan naar de plus achter de min? Als je een voorbeeld wilt zien hoe je in deze situatie wel de + achter de – kunt opsporen, dan kun je hier eens kijken.
Het ombuigen van min naar plus doe je in progressiegericht werken dus voortdurend. De onderstaande formuleringen zijn allemaal negatief en defectgericht geformuleerd. Heb jij een idee hoe je er een positieve en progressiegerichte formuleringen van kunt maken?
 
 
van negatief naar positief