Search results for: Statische mindset

Preview: Hersenvitaminen

Deze preview verscheen op managementboek:
Wil je ergens succesvoller in worden? Zegt iemand anders tegen je dat hij iets echt niet kan? Dan is een groeimindset nodig. Dat zegt Gwenda Schlundt Bodien in haar nieuwe boek Hersenvitaminen. In deze preview licht ze dat toe.
Steevast als ik met mensen in gesprek ben over de groeimindset van Carol Dweck, roept dit een mengeling van gedachten en gevoelens bij hen op. Ze worden nieuwsgierig: wat is dat precies, een groeimindset of een statische mindset en welke mindset heb ik zelf? Ze vinden het confronterend: welke mindset is bij mij gestimuleerd in de loop van mijn leven en welke mindset stimuleer ik onbedoeld bij anderen? En al snel komt de vraag: hoe kan ik een groeimindset stimuleren in mijn team of organisatie, bij mijn kinderen, medewerkers, leerlingen, collega’s, liefdespartner en bij mezelf? Ik vind dat een begrijpelijke vraag. Daarom schreef ik Hersenvitaminen, meer succes met de groeimindsetmix.
Iets meer dan tien jaar geleden las ik voor het eerst een publicatie van de wereldberoemde Stanford-professor Carol Dweck, waarin ze beschreef hoe je mindset een groot effect heeft op hoe je leert, hoe je presteert, hoe je samenwerkt en op hoe je je voelt. Haar beschrijving van de statische mindset (een dubbeltje wordt nooit een kwartje) en de groeimindset (iedereen kan, ongeacht waar die nu staat, slimmer, vaardiger en capabeler worden) was glashelder en ik begon de mindset van mezelf en anderen overal te herkennen.
Haar experimenten waaruit bleek dat een klein compliment een groeimindset of een statische mindset kon oproepen bij de ontvanger vond ik fascinerend. Een compliment als ‘jij bent vast heel intelligent’ bleek helemaal geen goed effect te hebben op de ontvanger ervan: faalangst en een angst om het positieve label te verliezen, minder goed presteren als de taak moeilijker werd, minder plezier in het uitvoeren van de taak, uitdagingen uit de weg gaan en een lager zelfvertrouwen.
Maar terwijl het me steeds duidelijker werd wat het effect is van een statische mindset of een groeimindset, merkte ik ook dat er relatief weinig praktische tips te vinden waren over hoe je een groeimindset kunt stimuleren bij jezelf en anderen. En dat terwijl er zoveel meer te doen en zeggen valt dan de manier waarop je complimenteert!
Mijn eerdere boeken, waaronder bijvoorbeeld Ontwikkel je mindset, gaan diep in op progressiegerichte gesprekstechnieken. Dat boek is vooral geschikt voor coaches, leidinggevenden, trainers en adviseurs die de progressiegerichte aanpak heel goed in de vingers willen leren krijgen. Maar dit nieuwe boek, Hersenvitaminen, is een laagdrempelig en praktisch boekje voor iedereen die snel overzicht wil krijgen over de theorie van de groeimindset en vooral snel met praktische tips aan de slag wil om een groeimindset te krijgen en stimuleren.
Hoe geef je feedback zodat er een groeimindset ontstaat bij de medewerker, de leerling of student, de docent en je collega? Wat kun je doen zodat je zelf een voorbeeld bent van iemand met een groeimindset? Hoe kun je een groeimindsetklimaat stimuleren in je team, organisatie, onderwijsinstelling? Hoe zorg je dat je voorbij het niveau komt van het toepassen van trucjes en het bewijzen van niet meer dan een lippendienst aan de groeimindset?
Met het boek Hersenvitaminen leer je vijf ingrediënten gebruiken om een groeimindset te stimuleren bij jezelf en anderen. Bij elk ingrediënt krijg je een aantal praktische tips aangereikt hoe je met de toepassing van dat ingrediënt kunt beginnen. De ingrediënten zijn beschreven in vijf korte hoofdstukken: Herken je Mindset, Kies een doel waarmee je groeit, Laat je hersenen groeien, Oefen zodat je groeit, Leer progressiegericht werken. In de bijlage vind je do’s en don’ts voor het ontwikkelen van een groeimindsetcultuur in je team of organisatie.

Complimenteren

Complimenteren kan erg positief en prettig zijn. Maar welk compliment een positief effect heeft en leidt tot progressie vergt kennis.

Klik hier om meer te lezen

Alternatieven voor talentvraag

Alternatieven voor talentvraag: welke alternatieven zijn er wanneer je niet wilt focussen op iemands sterktes en talenten? Een focus op talenten en sterktes stimuleert immers een statische mindset.

Klik hier om meer te lezen

Onbewuste verklaringen voor prestaties

Deze weken geven we veel trainingen in de groeimindset. Het is een onderwerp dat vaak een heleboel oproept bij mensen als ze ervan horen. Wat geloof ik eigenlijk over de ontwikkelbaarheid van capaciteiten? Denk ik (onbewust) meer op een statische manier over de mogelijkheid om progressie te boeken of op een groei manier? Wat zeg ik tegen anderen en hoe beïnvloed ik hun mindset met wat ik zeg? Welke feedback kreeg ik vroeger als kind vaak en welke feedback krijg ik nu? Welke mindset wil ik eigenlijk hebben en hoe beïnvloed ik mijn eigen mindset?
Het leren kennen van de groeimindset is eigenlijk een bewustwordingsproces hoe je nu over de werkelijkheid denkt. Welke logische verklaringen je geeft voor goede of slechte prestaties van jezelf en anderen.
Stel je eens voor dat iemand je het volgende raadseltje voorlegt en je vraagt dat op te lossen. Het gaat over een jongen met een talenknobbel en over een jongen met een wiskundeknobbel.
Deze jongen heeft een talenknobbel en is zwak in rekenen
Meester Ron van klas 7 van de lagere school legt de Cito-scores op tafel en wijst naar de scores voor rekenen. Jullie zoon scoort laag op alles wat met rekenen te maken heeft, legt hij uit aan de ouders. Hij heeft geen aanleg voor rekenen, dat is duidelijk te zien als je naar zijn prestaties van de afgelopen 6 jaar kijkt. Hij heeft veel tijd nodig voor eenvoudige sommen en het gaat hem al snel boven zijn pet. Hij heeft wel een talenknobbel, kijk maar naar zijn scores. Een echte alfa jongen! Hij kan het beste iets met zijn aanleg voor talen gaan doen later.
Deze jongen heeft een natuurlijke aanleg voor wiskunde
Meneer Jaspers staat op het podium van de middelbare school en houdt een toespraak voor een jongen van 17 die geslaagd is voor het VWO. Deze jongen heeft een talent voor wiskunde, vertelde hij het publiek. Hij is geslaagd voor wiskunde-B met een 9,5. En hij heeft voor zijn plezier alle wiskunde-D stof van 3 jaar zelf bestudeerd. Hij gaat nu natuurlijk wiskunde studeren, een vak waar hij echt voor in de wieg is gelegd. Hij is geboren met een wiskundeknobbel!
Maar het is dezelfde jongen

Dat moet toch wel over twee verschillende jongens gaan. Maar nee, het interessante is dat dit over dezelfde jongen gaat. En dat is het raadseltje. Hoe verklaar jij dat deze jongen op 9 jarige wordt gezien als een alfa-talent met een gebrek aan wiskundig inzicht, terwijl hij op 17 jarige leeftijd juist wordt gezien als een geboren wiskundetalent?
Het blijkt dat veel mensen grofweg twee soorten verklaringen hebben voor de resultaten van deze jongen.
Verkeerde inschatting
De eerste verklaring is dat er op de lagere school een verkeerde inschatting is gemaakt. Die verklaring gaat ongeveer zo. Deze jongen was altijd al begaafd op wiskundig gebied, maar het kwam er gewoon op de lagere school niet uit. Hoe dat kan is moeilijk te zeggen, maar het moet wel een verkeerde inschatting zijn geweest, omdat hij anders nooit dit resultaat had bereikt. Want dit soort goede resultaten bereiken mensen alleen wanneer ze er talent voor hebben. Iedereen wordt geboren met sterke en zwakke punten. Je intelligentieniveau, je capaciteiten en je persoonlijkheid zijn aangeboren. Je kunt ze niet of nauwelijks veranderen.
Effectief en hard gewerkt
De tweede verklaring gaat ongeveer zo. Deze jongen moet gedurende een aantal jaren wel hard aan zijn wiskundige vaardigheden gewerkt hebben. Hij zal wel een interesse hebben ontwikkeld voor wiskunde. En hij moet wel goed hebben geleerd en ondersteuning hebben gekregen. Hij was immers helemaal niet goed in wiskunde toen hij 9 was en heeft toch op 17 jarige leeftijd indrukwekkende wiskunderesultaten bereikt. Dit soort goede resultaten bereiken mensen alleen wanneer ze zich gericht inspannen om beter te worden in wat ze nog niet goed kunnen. Als ze veel oefenen. En als ze het graag willen. Iedereen kan, ongeacht waar die nu staat, beter worden. En het is dan normaal dat mensen zich moeten inspannen om beter te worden. Inspanning is zelfs een voorwaarde om beter te worden. Je intelligentieniveau, je capaciteiten en je persoonlijkheid zijn sterk veranderbaar. Als je tenminste gefocust leert.
De eerste verklaring is de verklaring die mensen met een statische mindset zouden geven. De tweede verklaring is een kenmerk van een groeimindset. Meer weten of lezen over de groeimindset?
1. welk muziekinstrument zou je willen leren bespelen?
2. de effecten van mindsets op leren en presteren
3. training groeimindset

Welk muziekinstrument zou je willen leren bespelen?

Je mindset heeft invloed op wat je bereikt, op hoe je leert en op hoe je je voelt. Je mindset heeft ook een effect op je relaties met anderen en op hoe je samenwerkt met anderen. Om die relatie tussen je mindset en je leren, presteren en floreren te illustreren een hypothetisch en eenvoudig voorbeeld.
Stel dat iemand aan je vraagt:”Welk muziekinstrument zou je willen leren bespelen?” En stel dat je een groeimindset hebt. In dat geval zou je gaan nadenken over of een muziekinstrument bespelen iets is dat je interessant lijkt. En mocht het idee je aanspreken, dan zou je een instrument kiezen dat je graag zou willen kunnen bespelen. De vraag of je aanleg hebt voor het bespelen van een instrument zou niet relevant voor je zijn, in plaats daarvan zou je geïnteresseerd zijn om te horen over hoe je het betreffende instrument kunt leren bespelen. En als je zou starten met het leren bespelen van het instrument, zou je niet uit het veld geslagen zijn wanneer je het moeilijk zou vinden. Dat zou je normaal vinden. Want alle begin is immers moeilijk. Je zou de moeilijkheid ervaren als uitdagend. Je zou oefenen en feedback vragen en je richten op het leerproces. En als er weer eens een valse toon uit je instrument zou komen, zou je dat niet leuk vinden maar ook geen drama. Ik kan het nog niet, zou je denken. Moeilijkheden en fouten maken zijn een normaal onderdeel van leren. En je zou doorgaan met oefenen. Je zou goed opletten hoe je docent of een expert op het gebied het instrument bespeelt. Zodat je van hun expertise leert. Langzamerhand zou je beter worden in het bespelen van het instrument. En wie weet waar je dan terecht zou komen.
Als je een statische mindset hebt en deze vraag zou je worden gesteld zou je anders denken. Je zou je in eerste instantie afvragen of je muzikale aanleg hebt. Is het antwoord “nee”, dan zou je zeggen:”Nee, ik heb geen talent voor het bespelen van een muziekinstrument. Niks voor mij”. En je zou er niet aan beginnen. En je zou het dus ook niet leren, waardoor je bevestigd wordt in je overtuiging dat je er geen talent voor hebt. Als je zou denken “ja, ik heb er aanleg voor”, dan zou je een instrument kiezen en je zou beginnen met bespelen ervan. En wellicht zou het je in het begin makkelijk afgaan, je hebt er immers aanleg voor. Maar al vrij snel zou je tegen je grenzen oplopen. En je zou mensen zien die veel beter zijn dan jij. Je gaat fouten maken. Het muziekstuk is te moeilijk. Het klinkt naar niks. En dan raak je in de war. Wat betekent deze tegenslag? Heb je er dan toch geen talent voor? Je ziet iemand anders de mooiste melodieën produceren, terwijl het bij jou valse noten regent. Helaas, concludeer je, ik heb toch geen aanleg. Ik kan het niet. En je zou stoppen met oefenen. En niet beter worden in het bespelen van het instrument.
Wat je (onbewust) gelooft over de oorzaken van goede prestaties van mensen heeft invloed op je gevoel en op je gedrag en het resultaat dat je vervolgens bereikt.

Zelfvertrouwen van meisjes oppeppen

selfCarol Dweck’s boek Self Theories staat boordevol waardevolle informatie voor ouders, docenten, coaches en alle anderen die o.a. met jongeren en studenten werken. We hebben al veel aandacht besteed aan haar werk. In haar boek Self Theories schrijft ze onder andere over hoe meisjes die initieel goed presteren in wiskunde en wetenschapsvakken, een statische mindset kunnen ontwikkelen. Ze schrijft:
In reactie op de jarenlange negatieve stereotypering van meisjes (ze zijn minder slim dan jongens en minder goed in wiskunde dan jongens en dergelijke), hebben veel ouders en scholen het roer omgegooid en zijn ze meisjes uitbundig gaan prijzen over hoe slim en goed aan aardig ze zijn. De assumptie daarbij is dat het zelfvertrouwen van meisjes groeit wanneer zij ervan overtuigd zijn dat ze slim zijn en dat dit ze zal helpen om door te zetten wanneer ze met tegenslagen te maken krijgen. Slimme meisjes presteren het best op de lagere school, beter dan slimme jongens. En ze gedragen zich vaak beter, en krijgen daarvoor complimenten, zoals “You’re a star”.
Klik hier om meer te lezen

Sterktes en talent

Focus op sterktes en talent, is dat een goed idee? Ik betwijfel het. Als iets je goed lukt, dan gaat dat samen met welbevinden. Sommigen zeggen dat dit een bewijs levert voor de stelling dat het toepassen van je sterktes leidt tot meer welbevinden. Bijvoorbeeld het artikel “using personal and psychological strenghts leads to increases in well-being over time” stelt dat het gebruiken van je sterktes leidt tot verbeterd welbevinden.

 

Klik hier om meer te lezen

Experiment met het loslaten van scores

Deze week kwam ik een aantal experimenten tegen met het loslaten van scores, cijfers en beoordelingen. Een mooi voorbeeld hoorde ik tijdens een kennismakingsworkshop groeimindset met een bijzonder geïnteresseerde en gemêleerde groep leidinggevenden, adviseurs, interimmanagers en coaches. Een leidinggevende vertelde aan het einde van de workshop het verhaal van hoe zijn eigen statische mindset was veranderd naar een groeimindset.Klik hier om meer te lezen

Impliciete theorieën over de veranderbaarheid van karaktereigenschappen

Heeft Klazien een brood gestolen omdat ze een dief is en een oneerlijk persoon is of heeft ze een brood gestolen omdat ze honger had? Mensen zijn geneigd om verklaringen te proberen te vinden voor iemands gedrag. Bij de eerste verklaring heeft Klazien een brood gestolen omdat ze zo’n type is, bij de tweede verklaring heeft ze een brood gestolen vanwege haar situatie (honger). De eerste verklaring getuigt van een statische mindset en de tweede van een groeimindset. Een statische mindset ten aanzien van menselijk gedrag wordt gekenmerkt door de overtuiging dat persoonlijkheid een statisch geven is. Mensen die op die manier denken over persoonlijkheid geven een zwaar gewicht aan informatie over de persoonlijkheid en karaktereigenschappen bij het begrijpen en voorspellen van gedrag van die persoon. Mensen die ervan uitgaan dat persoonlijkheid ontwikkelbaar is hechten minder belang aan informatie over de karaktereigenschappen. Wat zijn de verschillen tussen een statische mindset ten aanzien van gedrag van mensen en een groeimindset daaromtrent?Klik hier om meer te lezen

Is empathie ontwikkelbaar?

Een maatschappij die gekenmerkt wordt door empathie komt het welbevinden van de individuen in die maatschappij ten goede. Empathie blijkt met diverse positieve uitkomsten samen te hangen, zoals het goed oplossen van conflicten in sociale groepen, onbevooroordeeldheid ten aanzien van andere rassen, altruïstisch gedrag en minder a-sociaal gedrag.
In zelfrapportages geven mensen aan dat hun empathische vermogens de afgelopen decennia zijn afgenomen. Het delen van emoties en het reageren op emoties van anderen doen mensen minder, zo zeggen ze zelf. En het begrijpen van het perspectief en de emoties van anderen vinden we ook lastiger, zo blijkt uit de zelfrapportages.
Maar is empathisch vermogen dan niet aangeboren? Is een empathische reactie dan geen automatische reactie van mensen? Door onze spiegelneuronen voelen we toch snel wat de ander voelt en emoties zijn toch besmettelijk? Dat is inderdaad waar. Maar het blijkt dat onze empathische reacties niet alleen maar reflexmatig optreden. Er is ook een kant aan empathie die context-afhankelijk is. Als iemand met wie wij ons niet identificeren iets naars overkomt, voelen we bijvoorbeeld veel minder met die persoon mee. En als empathisch reageren op iemand ons zelf oncomfortabel maakt, dan zijn we ook minder empathisch naar die persoon toe. Dus, mensen kiezen: ze distantiëren zich van de situatie of ze breiden hun empathische reactie uit.
Deze inspanning wordt belangrijk in situaties waarin de automatische empathische respons niet of slechts beperkt optreedt. Dus bij conflicten, in de politiek, in situaties waarin anderen hulp nodig hebben. Maar wanneer kiezen mensen ervoor om empathische inspanning op te leveren en wanneer niet? Zou het zo zijn dat de mindset die mensen hebben ten aanzien van de ontwikkelbaarheid van empathie een rol speelt?
Een statische mindset ten aanzien van empathie is de overtuiging dat empathie niet ontwikkelbaar is. Je hebt het of je hebt het niet. Een groeimindset ten aanzien van empathie is de overtuiging dat iedereen empathischer kan worden en dat je soms moeten inspannen om er beter in te worden geen teken is van weinig aanleg maar een voorwaarde is om te verbeteren.
De onderzoekers Schumann, Kazi en Dweck hebben in zeven studies diverse hypothesen onderzocht over de gevolgen van een statische of groeimindset ten aanzien van empathie.
Uit studie 1 bleek dat mensen die geloven dat empathie ontwikkelbaar is, in uitdagende situaties (dus situaties waarin ze helemaal geen reflexmatige empathie voelden voor de ander en het oneens waren met de ander) meer inspanning leverden om de ander te begrijpen en te voelen wat de ander voelde. In minder uitdagende situaties was de correlatie tussen de mindset ten aanzien van empathie en de bereidheid om inspanning te leveren om de ander te begrijpen veel minder sterk. Het lijkt er dus op dat wanneer empathie het meest moeilijk op te brengen is, de mindset ten aanzien van de ontwikkelbaarheid van empathie bepalend is voor de inspanning die men al dan niet wil leveren om de ander te begrijpen.
Uit studie 2 bleek dat mensen die geloven dat empathie ontwikkelbaar is in situaties waarin een voor henzelf belangrijke uitkomst op het spel stond, meer inspanning leverden om de ander te begrijpen, de mening van de ander te respecteren en te luisteren naar de ander. Het ging hier om politieke en sociale issues, die een effect hadden voor de persoon zelf, zoals het homohuwelijk.
Uit studie 3 bleek dat als het gaat om politieke en sociale issues die niet belangrijk zijn voor de persoon zelf, de mindset ten aanzien van de ontwikkelbaarheid van empathie niet correleerde met de bereidheid om inspanning te leveren om empathischer te zijn. Uit studie 4 bleek dat de correlatie tussen de mindset en de bereidheid om inspanning te leveren een causale relatie betrof. Dus: de mindset ten aanzien van de ontwikkelbaarheid van empathie bepaalt de bereidheid om al dan niet inspanning te leveren om de ander te begrijpen en te voelen wat de ander voelt.
Studie 5 was erop gericht om te onderzoeken of de mindset omtrent empathie een effect had op de bereidheid om te luisteren naar het emotionele verhaal van iemand van een ander ras. Dat bleek inderdaad het geval te zijn. Mensen met een lichte huidskleur die geloven dat empathie ontwikkelbaar is, luisteren langer naar een emotioneel verhaal van mensen met een donkere huidskleur. Dit is belangrijk omdat het blijkt dat rechters met een lichte huidskleur minder empatisch zijn en zwaardere straffen toekennen aan mensen met een donkere huidskleur.
Studie 6 bekeek of de mindset ook een effect had in contexten waarin men de ander al dan niet kon helpen. Het bleek dat mensen met een groeimindset ten aanzien van empathie bereid waren om meer uren te besteden aan het helpen van kankerpatiënten en om zich te verdiepen in de persoonlijke verhalen van kankerpatiënten. Mensen met een statische mindset ten aanzien van empathie bleken net zo gemotiveerd om empathisch te reageren op kankerpatiënten, maar bleken zich toch minder in te spannen om zich empathisch te gedragen.
De laatste studie bekeek of de mindset ook een effect had op het willen verbeteren van de eigen empathie. Mensen kregen eerst feedback dat zij laag scoorden of juist hoog scoorden op empathie en ze kregen ook ofwel de informatie dat empathie ontwikkelbaar is of juist niet ontwikkelbaar was. Het bleek dat mensen die geloofden dat empathie ontwikkelbaar is, bereid waren om zichzelf te stretchen om hun empathische vermogens te verbeteren, ook nadat zij negatieve feedback hadden gekregen over hun huidige empathische vermogens.
Empathische inspanning is de bereidheid om te investeren in empathische gevoelens. En met die definitie wordt empathie ook een vaardigheid waar je beter in kunt worden, in plaats van iets statisch.