Foto: Walter Schlundt Bodien

Je kunt een ander niet veranderen. Vandaag hoorde ik die stelling weer, en ik heb die in de loop der jaren al heel vaak gehoord. Ik denk er anders over. Ik denk dat je iemand anders niet niet veranderen kan. Daarnaast denk ik dat de overtuiging dat je een ander niet kan veranderen risico’s met zich meebrengt.

 

Trainingen
Progressiegericht Werken

 

Je kunt een ander niet veranderen

Je kunt een ander niet veranderen en hebt geen invloed op hoe andere mensen zijn en hoe ze doen. Die stelling propageren mensen soms. Ik associeer die overtuiging met moedeloosheid en een statische mindset. Moedeloosheid omdat je geen enkele beïnvloedingsmogelijkheid zou hebben ten opzichte van de ander en je te maken zou hebben met een beperking: de ander is zoals die is en blijft zoals die is. Een statische mindset omdat je er blijkbaar vanuit gaat dat er geen progressie mogelijk is bij de ander, die geïnitieerd wordt door de dingen die jij zegt en doet. Iemands persoonlijkheid staat vast. Iemands gedrag staat vast.

Mislopen progressiekans

Wanneer je gelooft dat je een ander niet kunt veranderen kun je de kans op het boeken van progressie mislopen. De ander weet niet eens dat je graag zou willen dat hij iets zou verbeteren, je ontneemt hem daarmee een progressiekans. Stel je eens voor dat iemand na jaren en jaren erachter komt dat jij je altijd stoorde aan iets wat die persoon deed, maar je hebt het nooit gezegd? Dan kan die persoon zich zelfs misleid voelen en kan jullie verbondenheid onder druk komen te staan. Ervan uitgaan dat je een ander niet kunt veranderen kan zelfs leiden tot scheidingen. Ik heb eens iemand horen zeggen: ‘Ik sta in een bakkerij en vraag om broccoli’. Daarmee wilde die persoon aantonen dat zijn vrouw alleen maar ‘brood’ kon bieden, terwijl hij ‘broccoli’ nodig had. Het was voor hem een beklonken zaak: zijn vrouw zou nooit ‘broccoli’ kunnen bieden, want hij kon haar niet veranderen.

De actie zit in de interactie

Maar mensen beïnvloeden elkaar voortdurend, zowel onbedoeld als bewust. Een teamlid dat mopperend een vergadering binnenkomt heeft een ander effect op zijn collega’s dan een teamlid dat bruisend van energie en positiviteit de vergadering binnenkomt. Een collega die aansluitend en erkennend reageert op de mopperende collega heeft een ander effect op diens gedrag dan een college die tegen hem uitvalt en zegt dat ie eens moet ophouden met dat gezeur. De actie zit in de interactie.

Je kunt een ander niet niet veranderen

Met ons gedrag, zelfs wanneer we er alleen maar zijn en niets doen of zeggen, beïnvloeden we het gedrag en het denken van anderen continu. We kunnen iemand zelfs beïnvloeden wanneer we niet fysiek in diens nabijheid zijn, en die persoon alleen maar aan ons denkt. Wanneer we iemand een progressiegerichte vraag stellen beïnvloeden we zijn denken en zijn vervolgacties op een andere manier dan wanneer we iemand een probleeminducerende vraag stellen.

Verbondenheid en internalisatie

Ieder mens heeft de behoefte om zich verbonden te voelen met anderen. Vanaf het moment dat we geboren zijn zijn we afgestemd op onze sociale omgeving. Wat is hier de bedoeling? Wat wordt hier gewaardeerd? Hoe overleef je in deze sociale context? Die basisbehoefte aan verbondenheid helpt ons om georiënteerd te zijn op anderen, op wat anderen waarderen en belangrijk vinden. We stemmen ons eigen gedrag daarop af. We internaliseren de normen die in onze sociale omgeving gelden, tenminste, wanneer die sociale normen op een behoefte-ondersteunende manier op ons worden overgedragen. Wanneer we op een autoritaire wijze worden gedwongen tot bepaald gedrag doen we juist het tegenovergestelde; we distantiëren ons van de sociale norm en doen misschien oppervlakkig gezien wat we moeten doen maar inwendig doen we heel andere dingen.

Optimistisch

We hebben natuurlijk ook de mogelijkheid om niet te proberen om de ander te laten veranderen, maar onze eigen kijk op de ander en op de situatie te veranderen. Maar dat we die optie hebben wil niet zeggen dat het de enige optie is die er is. We kunnen veel optimistischer zijn dan dat. We hebben elke keer dat we in interactie zijn met de ander de mogelijkheid om die ander een beetje te veranderen. En we hebben de mogelijkheid om samen een beetje te veranderen en de dingen tussen ons een beetje beter te laten verlopen.

Troost?

Misschien zeggen mensen ‘je kunt een ander niet veranderen’ om zichzelf te troosten dat het hen niet aan het lukken is om iemand anders op een positieve manier te beïnvloeden? Misschien is het een manier om jezelf toe te staan het op te geven? Ik denk dat het eerlijker is om in die omstandigheid te zeggen: ‘Ik wil geen energie steken in het proberen de ander te veranderen’ dan dat je zegt: ‘Je kunt een ander niet veranderen’. Het is zeker legitiem om geen energie (meer) te willen steken in het proberen iemand anders op een positieve manier te beïnvloeden. Dat kan een prima keuze zijn. Het grappige is dat zelfs wanneer je ophoudt met te proberen iemand te veranderen, je die persoon verandert. Jouw gedrag wordt anders, en daarmee krijg je een andere reactie van de ander. De actie zit in de interactie.

Je kunt een ander niet niet veranderen.

 

Trainingen
Progressiegericht Werken