Autonomieondersteuning bij mensen met beperkingen kan intuïtief verworpen worden als te moeilijk en niet mogelijk. Leerproblemen, sociaal-emotionele problemen en verstandelijke beperkingen lijken op gespannen voet te staan met autonoom functioneren. Nu is autonoom functioneren niet hetzelfde als onafhankelijk functioneren, maar problematisch gedrag kan worden gezien als aanleiding om de controle over te gaan nemen, te gaan straffen, belonen of psychologische druk te gaan inzetten.

Leerproblemen

Leerproblemen, gebrek aan aandacht en motivatie van deze leerlingenwordt regelmatig opgepakt als een teken dat er meer externe druk nodig is. Maar het gedrag van deze leerlingen, dat dan wordt geïnterpreteerd als een noodzaak om de controle over te nemen, is in de kern een behoefte aan meer structuur, niet een behoefte aan meer controle en druk.

Lage presteerders

In een studie van Grolnick en Ryan werd bijvoorbeeld de ervaren competentie en autonome motivatie van studenten met en zonder leerproblemen onderzocht. Het bleek dat de leerlingen met leerproblemen en verstandelijke beperkingen lager scoorden op ervaren competentie en autonome motivatie dan de leerlingen die deze problemen niet hadden. Wanneer de leerlingen met leerproblemen werden vergeleken met de lage presteerders in de groep leerlingen zonder leerproblemen bleek echter dat er geen verschil was in hun ervaren competentie en motivatie. Dus de motivatiepatronen van de leerlingen met een leerprobleem zagen er hetzelfde uit als de motivatiepatronen van lage presteerders zonder leerprobleem.

Autonomie en competentie

Leerlingen met sociaal-emotionele problemen rapporteerden in onderzoek van Deci, Hodges, Pierson en Tomassone hun omgeving als weinig autonomieondersteunend te ervaren. Deze studie geeft indicaties dat voor leerlingen met sociaal-emotionele problemen dit vaak gepaard gaan met een ervaren lage autonomie. Voor leerlingen met leerproblemen bleek in dit onderzoek het centrale issue juist een lage ervaren competentie te zijn.

Autonomieondersteuning en autonome motivatie zijn zowel bij sociaal-emotionele problemen als bij leerproblemen gerelateerd aan ervaren competentie, zelfwaardering en positieve coping stijlen bij falen. Het blijkt dat wanneer leerlingen met sociaal-emotionele problemen op een autonomieondersteunende wijze worden benaderd, hun ervaren competentie, zelfwaardering en hun gedragsregulatie bij falen en problemen toeneemt. Voor leerlingen met leerproblemen geldt dat wanneer zij meer structuur ervaren hun ervaren competentie toeneemt, met dezelfde positieve effecten op zelfwaardering en gedragsregulatie bij falen.

Leeftijd en ASD

Voor jongere kinderen is vooral de autonomieondersteuning van de ouders bepalender en voor oudere kinderen is de autonomieondersteuning van de docenten bepalender voor hun welbevinden. Onderzoek van Shea et al bij adolescenten met ASD (autistisch spectrum) liet zien dat adolescenten die hun docent ervoeren als meer autonomieondersteunend meer autonome motivatie hadden voor schoolwerk en een hogere ervaren schoolgerelateerde competentie vertoonden.

Autonomieondersteuning

Leerlingen met beperkingen hebben dezelfde psychologische basisbehoeften als alle andere leerlingen. De interventies voor leren en gedragsverandering moeten daarom allereerst de autonomie van de leerling ondersteunen. Juist bij deze leerlingen wordt vaak druk uitgeoefend en beloning/straf gebruikt en die technieken leiden tot minder betrokkenheid van deze leerlingen. Autonomieondersteuning en zelfdeterminatie leidt tot betere (leer)uitkomsten bij leerlingen met beperkingen.

Zelfdeterminatievaardigheden

Leren om een zoveel mogelijk zelfgedetermineerd leven te leiden vergt specifieke aandacht. Toegenomen zelfdeterminatie is immers gerelateerd aan meer arbeidsparticipatie, zelfstandiger kunnen wonen en leven en een hogere kwaliteit van leven. Een studie van Shogren et al onderzocht het effect van autonomieondersteunende interventies die zich specifiek richten op het leren van zelfdeterminatievaardigheden.

Het betrof een longitudinaal onderzoek waarin leerlingen met verstandelijke beperkingen geholpen werden om zelf doelen te stellen, progressie te monitoren en zelf gedragingen te bedenken die zouden helpen om progressie te boeken.

In deze studie kregen de leerlingen specifieke instructies om de zelfdeterminatievaardigheden te ontwikkelen. Specifieke instructies in zelfdeterminatie. De resultaten van het onderzoeken laten zien dat deze autonomieondersteunde interventies leiden tot significante verbeteringen in termen van zelfgedetermineerde doelbepaling en doelrealisatie. Het ging hierbij zowel om schoolgerelateerde doelen als om levensdoelen.

Autonomieondersteuning bij beperkingen

Een paar voorbeelden van progressiegerichte interventies die autonomieondersteunend werken bij een persoon met beperkingen vind je hier.