Structuur is gedefinieerd als de mate waarin docenten hun verwachtingen van wat studenten moeten leren en bereiken communiceren, en de duidelijkheid waarmee ze dat doen, alsmede de methoden die zij aanreiken waarmee de studenten aan die verwachtingen kunnen gaan voldoen.

In deze stukjes schreef ik al eerder over het belang van het bieden van structuur: autonomie en structuur, verbondenheid en structuur, competentie en structuur, trainingen en structuur.

Heldere structuur

Docenten en trainers bieden een heldere structuur wanneer ze:

  • expliciete, gedetailleerde en eenvoudig te begrijpen aanwijzingen geven
  • de activiteiten van studenten begeleiden met duidelijke actieplannen
  • constructieve feedback geven ten aanzien van hoe studenten de gewenste resultaten kunnen bereiken

Gestructureerde instructie

Gestructureerd instructie geven versterkt de perceptie van autonomie van studenten, wanneer dit op een autonomieondersteunende manier wordt gedaan. Wanneer de docent instructies geeft en structuur biedt op een autoritaire manier, dan leidt dit tot slechtere leeruitkomsten.

Autonomie-ondersteunend

Wanneer de docent instructies en structuur biedt op een autonomieondersteunende manier, dan leidt tot dit betere leeruitkomsten dan wanneer de docent alleen autonomieondersteunend communiceert en geen duidelijke structuur en instructie geeft.

Betere leeruitkomsten

Uit een onderzoek van Furtak en Kunter bleek dit bijvoorbeeld.  De leerlingen die een autonomieondersteunende docent hadden die duidelijke instructie en structuur bood, presteerden significant beter dan de leerlingen die wel een autonomieondersteunende docent hadden maar niet eentje die structuur en instructies gaf.

Betere leerervaring

De leerlingen die een autonomieondersteunende en structuurbiedende docent hadden ervoeren dat ze meer keuzemogelijkheden hadden, beoordeelden de les en de instructies als positiever dan degenen die een docent hadden die wel autonomieondersteunend communiceerde maar weinig structuur bood.

Cultureel

Uit onderzoek blijkt dat studenten in Westerse landen baat hebben bij een duidelijke structuur, maar er zijn indicaties dat studenten in Oosterse landen er nog meer baat bij hebben. Autonomieondersteunend lesgeven en communiceren kan in die landen als verwarrend worden ervaren, omdat respect voor hoger geplaatsten wordt verwacht.

Oosters

In China, Japan en Korea kunnen studenten vooral de vruchten plukken van autonomieondersteunend onderwijs, waarin ze meer individuele keuzevrijheid hebben dan ze gewoonlijk gewend zijn, wanneer er tegelijkertijd een ondersteunende structuur aanwezig is. Bij studenten in deze landen is er een nog sterkere positieve invloed van structuur en instructie te zien op de perceptie van autonomie en betrokkenheid in de klas, dan bij studenten in Westerse landen.
 

]