Tekening: Jurjen Knoester

In dit artikeltje staan vier progressiegerichte vragen die helpen om mensen met een beperking te ondersteunen bij het ontwikkelen van zelfgedetermineerde vaardigheden.

Autonomieondersteuning

Leerlingen en volwassenen met een verstandelijke beperking hebben precies dezelfde psychologische basisbehoeften als mensen zonder beperkingen. Uit onderzoek van Grolnick en Ryan, bijvoorbeeld, bleek dat de motivationele patronen van leerlingen met een beperking niet verschilden van die van laagpresterende leerlingen zonder beperking. En uit onderzoek van Shogren et al bleek dat specifieke autonomieondersteunende instructies van docenten en begeleiders de beperkte persoon helpen om zelfgedetermineerde keuzes te maken.

Vraag 1. waar gaat het om?

De eerste vraag helpt bij de onderwerp bepaling. Eenvoudige vragen die hierbij gebruikt kunnen worden zijn bijvoorbeeld:

  • Wat vind je nu nog moeilijk?
  • Wat wil je dat er opgelost wordt?
  • Wat moet er beter worden?
  • Wat wil je leren?

Vraag 2. wat is het doel?

De tweede vraag helpt bij de bepaling van de gewenste toekomst. Eenvoudige vragen die hierbij gebruikt kunnen worden zijn bijvoorbeeld:

  • Wat wil je kunnen doen?
  • Wat wil je liever?
  • Wat wil je bereiken?

Vraag 3. wat werkt?

De derde vraag helpt om erachter te komen wat voor de persoon werkt. Eenvoudige vragen die hierbij gebruikt kunnen worden zijn bijvoorbeeld:

  • Wat lukt je nu al goed?
  • Wat weet je al?
  • Wat deed je zonet waardoor het je lukte?
  • Hoe loste je dit probleem al eens op?

Vraag 4. volgende stap?

De vierde vraagt helpt om concrete positieve gedragsbeschrijvingen te ontlokken. Eenvoudige vragen die hierbij gebruikt kunnen worden zijn bijvoorbeeld:

  • Wat ga je nu doen?
  • Hoe ga je starten?
  • Wanneer ga je beginnen?

Vier progressiegerichte vragen

De vier progressiegerichte vragen bieden een eenvoudige structuur, die in allerlei situaties nuttig kan zijn. De leraar of begeleider van de persoon met de beperking kan de structuur benutten in gesprekken of de persoon deze structuur leren. Ook in groepssituaties is de structuur bruikbaar. De vier vragen zijn gebaseerd op de CPW-zeven stappen aanpak.