Vier mindset-motivatie profielen komen tevoorschijn in onderzoek van Yu en McLellan (2020). Dit onderzoek brengt belangrijke nuances aan in de relatie tussen mindset en doeloriëntatie.

Mindset

Volgens onderzoek van Dweck et al raakt de mindset van kinderen in de loop der jaren steeds sterker gelinkt aan hun inspanningsovertuigingen, hun doeloriëntatie en hun gedragstendenties. Kinderen gaan coherente manieren van denken ontwikkelen over zichzelf, presteren, leren, inspanning leveren. Met een statische mindset ontstaat dan een neiging om prestatiedoelen na te streven en met een groeimindset ontstaat de neiging om leerdoelen (mastery goals) na te streven. Met een statische mindset wil een kind aantonen hoe goed hij is en met een groeimindset richt een kind zich op beter worden. Dit nieuwe onderzoek van Yu en McLellan kijkt naar verschillen in doeloriëntatie en motivatie binnen dezelfde mindset.

Tussen mindsets

Verschillen die worden gevonden tussen studenten met een statische mindset en die met een groeimindset bevinden zich op drie gebieden: hun inspanningsovertuigingen, hun doelorientatie en hun reactie na falen. Dit coherente geheel van denken leidt vervolgens, in de vroege adolescentie, ook tot voorspelbare verschillen in prestaties.

Studenten met een statische mindset geloven dat inspanning moeten leveren een indicatie is van weinig aanleg. Ze kiezen eerder prestatiedoelen waarmee ze aantonen dat ze beter zijn dan iemand anders dan leerdoelen.

Hun reactie na falen of negatieve feedback is om het op te geven of aan self handicapping te doen (bijvoorbeeld het studeren uitstellen tot het laatste moment zodat je slechte resultaten kunt toeschrijven aan gebrek aan tijd ipv aan gebrek aan intelligentie of aanleg).

De relatie tussen mindset en doelorientatie is echter nog niet zo duidelijk, omdat in verschillende onderzoeken verschillende resultaten gevonden worden. Als studenten de keuze krijgen tussen het nastreven van een leerdoel of van een prestatiedoel dan hebben degenen met een groeimindset een voorkeur voor leerdoelen, maar wanneer ze niet perse hoeven te kiezen tussen die twee type doelen is er slechts een lage correlatie tussen mindset en leer- of prestatiedoelen.

Binnen mindsets

De onderzoekers Yu en McLellan wilden daarom bestuderen of er verschillende doeloriëntaties en motivaties te vinden waren tussen studenten die dezelfde mindset hadden. Zijn er specifiekere profielen te vinden in doeloriëntatie en motivatie in de groep studenten die een groeimindset hebben? En zijn er profielen te vinden in de groep studenten met een statische mindset? Meer dan 500 leerlingen die in hun examenjaar zaten (GCSE) namen deel aan het onderzoek. Hun mindset, inspanningsovertuigingen, doeloriëntatie, reactie na tegenslag en self-handicapping tendensen werden onderzocht via zelfrapportage en aan het einde van het jaar werden hun examenresultaten daarnaast gelegd. Hierbij werd voor alle variabelen onderscheid gemaakt tussen het vak Engels en het vak Wiskunde.

Vier profielen

Er bleken vier Mindset-Motivatie-profielen te ontstaan, zowel voor Engels als voor Wiskunde:

  1. Groei-focussed
  2. Talent-focussed
  3. Groei-competitief
  4. Afgehaakt

De eerste twee profielen kwamen het meest voor, tweederde van de studenten vielen in een van die twee profielen. Het zijn ook de profielen die bekend zijn vanuit de literatuur: de bekende groeimindset en statische mindset profielen. Maar de rest van de studenten bleek een ander profiel te hebben, namelijk Groei-Competitief of Afgehaakt.

Bron: Same mindset, different goals and motivational frameworks: Profiles of mindset-based meaning systems Yu, McLellan (2020)

Groei-focussed

Deze studenten geloven dat capaciteiten ontwikkelbaar zijn als je gerichte inspanning levert en hard werkt. Ze kiezen eerder leerdoelen dan prestatiedoelen, dus ze zijn meer gericht op beter worden dan op aantonen hoe goed ze zijn in vergelijking met anderen. Ze rapporteren veel doorzettingsvermogen te hebben en doen niet aan zelf-handicapping.

Talent-focussed

Deze studenten hebben een statische mindset, geloven dat het leveren van inspanning nutteloos is als je geen talent hebt en geven makkelijk op na tegenslag. Ze kiezen vooral doelen om aan te tonen hoe goed ze zijn en kiezen voor gedragingen waarmee ze hun eigenwaarde kunnen beschermen (zoals zelf-handicapping).

Groei-competitief

Deze studenten hebben een groeimindset, positieve inspanningsovertuigingen en veel doorzettingsvermogen, net zoals de studenten met het Groei-Focussed profiel. Maar deze studenten streven zowel leerdoelen als prestatiedoelen na. Voor Engels hadden deze studenten net zo sterk een leerdoelenoriëntatie als de studenten met het Groei-Focussed profiel. Voor Wiskunde hadden deze studenten zelfs een sterkere leerdoelenoriëntatie dan de studenten met het Groei-Focused profiel en ze hadden een significant sterkere prestatiedoelenoriëntatie dan de studenten met het Talent-Focussed profiel. Ze lieten echter geen zelf-handicapping zien, zoals de studenten met het Talent-Focussed profiel wel lieten zien. Eenvijfde van de studenten bleek dit profiel te hebben.

Afgehaakt

Het vierde profiel dat zichtbaar werd was dat van studenten met een statische mindset, negatieve inspanningsovertuigingen en tevens afwezigheid van doeloriëntatie. Ze hadden noch leerdoelen, noch prestatiedoelen. Wel scoorden deze studenten hoog op zelf-handicapping. Deze studenten scoren het laagst van alle profielen op leerdoeloriëntatie en doorzettingsvermogen.

Profiel afhankelijk van vak

Slechts 64% van alle studenten bleek hetzelfde profiel te hebben voor zowel Engels als Wiskunde. Het lijkt er dus op dat het mindset-motivatieprofiel onderwerp-afhankelijk is. Alleen de studenten in de Groei-Focussed groep bleken hun groei-oriëntatie te behouden onafhankelijk van om welk vak het ging (Engels of Wiskunde).

Mindset en Motivatie

Een statische mindset gaat dus niet altijd gepaard met het kiezen van prestatiedoelen. Soms gaat een statische mindset gepaard met een afwezigheid van doelen. Een groeimindset gaat niet altijd gepaard met het alleen kiezen van leerdoelen. Soms gaat een groeimindset gepaard met het kiezen voor leerdoelen én prestatiedoelen.

Prestaties

Uit de examenresultaten bleek dat de studenten met de profielen Groei-Competitief en Groei-Focussed de hoogste scores behaalden in Engels. De studenten met het Groei-Focussed profiel scoorden hoger dan de studenten met het Talent-Focussed profiel en iets beter dan de studenten met het Afgehaakt-profiel. De studenten met het Talent-Focussed profiel en het Afgehaakt-profiel scoorden het laagst en verschilden niet van elkaar.

De studenten met het Groei-Competitief profiel scoorden het hoogst op het Wiskunde-examen, gevolgd door de studenten met het Groei-Focussed profiel. De studenten met het Talent-focussed profiel scoorden opnieuw het laagst. De studenten met het Afgehaakt-profiel scoorden tussen de Groei-Focussed en Talent-focussed studenten in, hoewel dit niet statistisch significant was. Het bleek dat studenten met het Afgehaakt-profiel minder aan zelf-handicapping deden dan studenten met het Talent-focussed profiel. Het lijkt erop dat een Talent-focus profiel dus een nog slechter effect heeft dan een Afgehaakt-profiel. De effecten werden gevonden los van de effecten van eerdere prestaties, geslacht, etniciteit, taalachtergrond en sociaal-economische status. Er werden wel bepaalde verschillen gevonden tussen jongens en meisjes, in een ander artikel zal ik daar wat over schrijven.

Groeimindset en prestatiedoelen

Een groeimindset kan dus prima samengaan met het nastreven van prestatiedoelen. Voor studenten met een groeimindset heeft het nastreven van een prestatiedoel de betekenis van het demonstreren van hun huidige prestatieniveau. Hierbij weten ze dat ze beter kunnen worden en zichzelf verder kunnen ontwikkelen, als ze zich gericht inspannen. Inspanning heeft ze gebracht waar ze nu staat en inspanning en doorzetten zal ze dus ook verder kunnen brengen in het bereiken van bepaalde prestatiedoelen. Falen betekent niet dat je je uit het veld laat slaan, maar geeft waardevolle informatie over waar je nu staat.

De studenten met het Groei-Competitief profiel presteerden in Wiskunde iets beter dan de studenten met het Groei-Focussed profiel. Dat wil niet direct zeggen dat er een voordeel is aan het adopteren van prestatiedoelen naast leerdoelen. Het kan ook zijn dat Groei-Focussed studenten een andere manier van studeren hebben dan studenten met een Groei-Competitief profiel. Leerdoelgeoriënteerde studenten laten zich leiden door hun interesses, en dat gaat soms ten koste van het ‘leren van de stof die op de toets komt’. Interesse-gestuurd studeren is geassocieerd met slechtere resultaten op toetsen met gesloten vragen (zoals Wiskunde), maar niet op toetsen met open vragen (zoals Engels).

Statische mindset en afhaken

Een statische mindset kan dus samengaan met een afwezigheid van doelen. Studenten die geloven dat ze weinig talent hebben en geloven dat dit onveranderbaar is kunnen hun motivatie en regie verliezen. Dit is in lijn met onderzoek binnen de zelfdeterminatietheorie, die ons leert dat we onderscheid moeten maken tussen verschillende kwaliteiten motivatie. In deze studie deden de studenten die een lage kwaliteit motivatie hadden (talent-focussed) het niet beter of zelfs slechter dan de studenten die a-motivatie lieten zien. Dit link ik aan de semi-radex van motivatie.

Praktische implicaties

Deze studie laat zien dat prestatiedoelen gecombineerd met een statische mindset niet goed werken, maar dat prestatiedoelen gecombineerd met een groeimindset wel degelijk goed kunnen werken. Dit is belangrijk omdat in het onderwijs in de loop der jaren een steeds grotere nadruk komt te liggen op presteren. Docenten kunnen studenten helpen om leerdoelen te formuleren, door te zetten bij tegenslag en te reflecteren op hun progressie. Progressie in de richting van hun doelen kan voor studenten vervolgens een springplank zijn voor de ontwikkeling van een hoge kwaliteit van motivatie en het ontstaan van een groeimindset.