Sturen op nut in trainingen

Sturen op nut in trainingen. Een deelnemer aan de training progressiegericht coachen stelde me de volgende vraag: ‘N.a.v. de nuttigheidsvraag podcast ben ik geïnteresseerd geraakt om de nuttigheidsvraag bij de start van een training te stellen. Ik ben alleen nog opzoek naar het ‘wat daarna’? De nuttigheidsvraag is gesteld. Trainees geven een antwoord en wat is dan de stap die ik daarna zet?’ Een interessante vraag en in deze bijdrage reik ik een paar invalshoeken aan.
Trainingen Progressiegericht Werken |
Voorafgaand aan de training
In het algemeen is het zowel voor deelnemers als voor trainers praktisch het handigst om de nuttigheidsvraag voorafgaand aan de eerste trainingssessie schriftelijk te stellen. Bijvoorbeeld door twee vragen te stellen: 1) wat weet de cursist al van het onderwerp van de training en 2) waaraan zou de cursist na afloop merken dat de training hem iets heeft opgeleverd. Aan de hand van deze antwoorden kan de trainer dan het programma van de training in meerdere of mindere mate aanpassen zodat de inhoud aansluit bij de behoeften van de deelnemers. Door deze vragen vooraf schriftelijk te stellen heeft de trainer de tijd om hierin keuzes te maken en hoeft die niet ter plekke in de training aanpassingen te doen aan het programma dat hij had bedacht.
Type antwoorden
Ervan uitgaand dat de deelnemers voorafgaand aan een training nog relatief onbekend zijn met de inhoud van de training, zullen hun antwoorden redelijk globaal geformuleerd zijn. Bijvoorbeeld: ‘Ik wil de aanpak leren kennen zodat ik die kan gaan benutten in mijn werk’. Dergelijke antwoorden zijn heel goed werkbaar voor trainers, en zal geen aanleiding geven om specifieke aanpassingen te doen in het programma. Maar wanneer er wel specifieke antwoorden worden gegeven, zoals ‘Ik wil de aanpak graag kunnen gebruiken in intakegesprekken met studenten’, dan zal dit de keuzes van de trainer voor de te behandelen onderwerpen in de training mede bepalen.
Nuttigheidsvraag via selectie
Ook een goede manier om te sturen op nut van de sessies is om deelnemers een aantal onderwerpen voor te leggen en hun voorkeur schriftelijk te inventariseren. Het is een manier die vaak het beste werkt als de deelnemers al enigszins op de hoogte zijn van de aanpak en al aardig wat kennis hebben over de aanpak die in de training wordt behandeld. Als dat niet het geval is, werkt de algemene nuttigheidsvraag beter, omdat dan het principe van don’t ask, can’t tell opgaat.
Trainingen Progressiegericht Werken |
Nuttigheidsvraag via lastige situaties
Nog een goede manier van het stellen van de nuttigheidsvraag is door de deelnemers voorafgaand aan de training, zelf lastige werksituaties die te maken hebben met het onderwerp van de training te laten aanreiken. Bijvoorbeeld: wat voor gesprekssituaties vind je lastig, welke lastige uitingen kom je tegen in je gesprekken? De trainer kan dan goed inschatten welke aspecten van de aanpak aansluiten op die lastige werksituaties en die aspecten in de volgende sessie aanreiken en behandelen.
Bij de start
Als de nuttigheidsvraag zo voorafgaand aan de eerste sessie is gesteld, dan hoeft die bij de daadwerkelijke start van een trainingssessie niet opnieuw gesteld te worden. De trainer kan dan, nadat hij het programma heeft toegelicht, mandaat vragen om te gaan starten. Bijvoorbeeld via de vraag: ‘Is het oké om zo aan de slag te gaan? Zijn er misschien nog vragen voor we beginnen?’ Dit geeft de deelnemers alle ruimte om vragen of voorkeuren naar voren te brengen. De trainer kan dan inschatten of de voorkeur past binnen het programma en dus gehonoreerd kan worden tijdens de sessie, of dat die beter op een andere manier of een ander moment geadresseerd kan worden.
Nuttigheidsvraag tijdens de training
De nuttigheidsvraag kan tijdens de training meerdere keren gesteld worden. Na afloop van een onderdeel, bijvoorbeeld een video of een reflectiegesprek of een oefening, geeft de trainer via de nuttigheidsvraag de deelnemers de gelegenheid om voor zichzelf het nut van dat onderdeel te benoemen. Vaak werkt het dan goed om een activerende vraag te stellen zoals ‘Wat neem je je voor om te gaan doen naar aanleiding van de oefening die we net deden?’
Nuttigheidsvraag na afloop van de training
Net zoals het vaak het beste werkt om de nuttigheidsvraag voorafgaand aan een training schriftelijk te stellen, werkt het vaak ook goed om de nuttigheidsvraag na afloop van een training schriftelijk te stellen. Bijvoorbeeld in een online leeromgeving of via een mailtje. De deelnemers hebben dan de inhoud even kunnen laten bezinken en hoeven niet ter plekke in de training hun antwoord op de nuttigheidsvraag paraat te hebben. Vaak is materie in een training complex, en kan een deelnemer die reflectietijd achteraf goed gebruiken. De antwoorden op de nuttigheidsvraag kan de trainer natuurlijk weer benutten in de voorbereiding op de volgende sessie. Kleine of grotere bijstellingen in het programma zijn dan gericht door te voeren, al naar gelang de antwoorden van de cursisten.
Trainingen Progressiegericht Werken |
Nuttigheidsvraag in trainingen
Mocht je als trainer geen gelegenheid hebben gehad om de nuttigheidsvragen voorafgaand te stellen en je toch bij de start van de training die vraag willen stellen, dan is het erg belangrijk om eerst het doel van de training en het programma te hebben behandeld voor je de nuttigheidsvraag stelt. Dus niet ‘Wat zou er in deze training aan de orde moeten komen wil het nuttig voor je zijn?’ maar wel “Het doel van deze training is xxx en het programma is yyy. Waaraan zou je achteraf merken dat deze sessie je iets heeft opgeleverd?’ De antwoorden kun je op post-its laten schrijven, voorlezen en aangeven dat je er rekening mee zult houden in de sessie. Als de deelnemers dan aan de slag zijn met een eerste oefening kun jij nog eens rustig overlezen wat er is opgeschreven en bepalen of, en zo ja hoe je de diverse wensen een plek kunt geven in de rest van de sessie. Mochten er dingen tussen staan die je niet kunt of wilt honoreren, dan kun je dat even toelichten en een procesafspraak maken over hoe en wanneer dat onderwerp eventueel wel geadresseerd kan worden.
Onhaalbaar en onwenselijk
Door de nuttigheidsvraag in te bedden en af te bakenen voorkom je schot hagel-antwoorden en een grote variëteit aan behoeften van deelnemers. Door de vraag volledig open te stellen, dus zonder het kader van het doel en programma van de training, maak je het jezelf als trainer erg moeilijk maar maak je het ook voor de deelnemers moeilijk om nut te kunnen ervaren. Je wekt dan de verwachting dat de training maatwerk wordt voor iedere deelnemer en dat je ieders huidige behoefte ter plekke gaat bedienen. Dat is vaak niet alleen onhaalbaar, maar ook onwenselijk. Onhaalbaar omdat je onvoorbereid allemaal individuele wensen moet gaan honoreren en onwenselijk omdat je zo niet toekomt aan je eigen inhoud en doel van de training.
Gekaderde nuttigheidsvraag
Kortom; in een trainingscontext is de nuttigheidsvraag zowel voorafgaand als tijdens als na afloop van de trainingssessie bruikbaar. Voorafgaand aan de training of bij de start van de training wordt die het beste ingekaderd in het doel en het programma van de training. Tijdens de training wordt die het beste toegespitst op het onderdeel dat net is behandeld. En na afloop van de training wordt die het beste schriftelijk, en na de cursist de gelegenheid te hebben gegeven om alles even te laten bezinken, gesteld.
Trainingen Progressiegericht Werken |