Positiviteitsbias en eindigheid. Barber et al onderzochten of het besef van een nabij levenseinde de verklarende factor kan zijn van de positiviteitsbias die wordt gevonden bij oudere mensen. Een positiviteitsbias wordt ook gevonden bij jonge baby’s, en ook bij ouderen.

Positiviteitsbias

In vergelijking tot jongere volwassenen zijn oudere volwassenen geneigd om meer aandacht te besteden aan positieve informatie en deze ook beter te onthouden dan negatieve informatie. De verklaring hiervoor wordt gezocht in het naderende levenseinde. Oudere mensen die beseffen dat hun levenstijd gelimiteerd is geven prioriteit aan dingen die hun welbevinden verhogen. Jong volwassenen zijn over het algemeen meer gericht op exploreren, nieuwe kennis verwerven, lange termijn doelen nastreven en hun sociale netwerk uitbreiden. Oudere volwassenen zijn over het algemeen meer gericht op korte termijn doelen, het hier-en-nu, het verdiepen van bestaande en gekoesterde relaties en het koesteren van het leven.

Tijdshorizon en positiviteitsbias

Barber et al onderzochten of het naderende levenseinde als verklaring voor de positiviteitsbias in ouderen klopt. De onderzoekers deden dit in een experimenteel onderzoek dat bestond uit twee studies. In experiment 1 waren jongere volwassenen tussen de 18 en 34 en oudere volwassenen van 61 tot 80 jaar. De gemiddelde leeftijd van de jong volwassenen was 20 en de gemiddelde leeftijd van de oudere volwassenen was 69. De participanten kregen een schrijfopdracht waarin een besef van een korte of lange levenstijdhorizon werd geïnduceerd en daarna werd gekeken hoeveel positieve versus negatieve plaatjes ze zich herinnerden in een test. Uit dit eerste experiment bleek dat degenen die zich voorstelden dat ze korte tijd te leven hadden zich meer positieve plaatjes dan negatieve plaatjes konden herinneren en dit effect werd gevonden ongeacht de leeftijd.

Slecht humeur

In experiment 2 keken de onderzoekers specifiek naar het effect van het humeur van de persoon. Immers, wanneer je je voorstel dat je nog maar kort te leven hebt kan dit je humeur negatief beïnvloeden. Je zou dus verwachten dat mensen die een negatief humeur hebben juist geen positiviteitsbias laten zien. Het bleek dat participanten die zich voorstelden dat ze nog maar zes maanden te leven hadden inderdaad een slechter humeur kregen, maar dat ze verrassend genoeg zich juist relatief meer positieve plaatjes wisten te herinneren dan de participanten in de controle conditie en de ‘je wordt 120 jaar oud in goede gezondheid-conditie’. Het besef van het naderde levenseinde verklaart de positiviteitsbias voorbij het humeur van de persoon.

Lange tijdshorizon

De lange tijdshorizon werd ongeveer als volgt geïnduceerd: ‘Mensen leven steeds langer. Er zijn nu veel meer mensen van 100 jaar en ouder dan vroeger. Wanneer u de onderstaande vragen beantwoordt, gaat u er dan van uit dat u 120 jaar oud zult worden in goede gezondheid.’ De vragen die men vervolgens schriftelijk beantwoordde gingen over levensdoelen, activiteiten, spaargeld etc.

Korte tijdshorizon

De korte tijdshorizon werd ongeveer als volgt geinduceerd: ‘Je weet nooit wanneer je leven stopt. Je zou opeens een hartaanval kunnen krijgen of in een auto-ongeluk kunnen overlijden. Wanneer u de onderstaande vragen beantwoordt, gaat u er dan van uit dat u nog maar 6 maanden te leven hebt, in goede gezondheid.’ Dezelfde vragen werden vervolgens gesteld als in de lange tijdshorizonconditie.

Het leven is fragiel

Niet alleen in dit experimentele onderzoek, maar ook in andere onderzoeken (bijv na 9/11 en tijdens de SARS uitbraak) is gevonden dat een besef dat je leven fragiel is met een positiviteitsbias samengaat. De positiviteitsbias is dus niet zozeer gerelateerd aan leeftijd als wel aan een besef van eindigheid van je leven.