Pas op voor controlling ouderschap tijdens (Corona-)gevaar. Het nieuwe onderzoeksartikel van Robichaud et al (2020) gaat over de invloed van bedreigingen op controlling ouderschap en de motivatie van kinderen.

Gevaar triggert controlling ouderschap

Gevaar en bedreigende omstandigheden, zoals de huidige pandemie, hebben een impact op hoe ouders met hun kinderen omgaan. Wanneer ouders geloven dat de omgeving waarin hun kind opgroeit gevaarlijk is zijn ze meer geneigd om hun kind te gaan controleren en zijn ze meer geneigd om op een dwingende manier met hun kinderen te gaan praten. Grolnick (2003) geeft hiervoor de verklaring dat ouders hun kinderen willen beschermen en dat ze geloven dat een controlerende opvoedstijl nodig is in bedreigende omstandigheden.  

Controlling versus behoefte ondersteunend benaderen

Een controlling opvoedbenadering kenmerkt zich doordat ouders dwingend en intensief controlerend met hun kind omgaan. In dit experimentele onderzoek werd gekeken hoe moeders hun kinderen begeleidden tijdens het doen van een uitdagende taak:

  1. Hadden ze respect voor het tempo van hun kind
  2. Gaven ze goede kwaliteit feedback
  3. Gaven ze goede kwaliteit begeleiding en hulp
  4. Hadden ze respect voor het perspectief van hun kind

Controlling

Een controlling benadering kenmerkt zich door geen respect voor het tempo van het kind (zonder te vragen het overnemen van het kind), indringende begeleiding (het kind instructie geven wat het moet doen zonder dat het kind daarom heeft gevraagd), beoordelende feedback (je bent niet erg goed hierin) en invalidatie van het perspectief van het kind (nee, het is zo simpel).

Autonomie-ondersteunend

Een autonomie-ondersteunende benadering kenmerkt zich door respect voor het tempo van het kind (het kind volgen en in de lead laten), informatieve begeleiding (hints en tips geven), beschrijvende feedback geven (de inspanning van het kind beschrijven) en het perspectief van het kind honoreren (Het kan zeker moeilijk zijn, deze taak).

Experimenteel onderzoek

In het experimentele onderzoek van Robichaud et al werd de causale relatie tussen gevaarlijke omstandigheden en een controlling opvoedstijl getest. Klopt het inderdaad dat ouders meet controlling worden wanneer ze geloven dat hun kind in een bedreigende situatie zit? De vragen die de onderzoekers testten waren:

  1. Wanneer moeders de omgeving als bedreigend ervaren dan zijn ze meer geneigd om op een controlling manier om te gaan met hun kinderen?
  2. Wanneer de moeders vanuit zichzelf al een controlling opvoedstijl hanteren wordt dit dan versterkt door de perceptie van dreiging en gevaar?
  3. Ervaren kinderen hun moeder als meer controlling wanneer hun moeders zich meer controlling opstellen en voorspelt deze perceptie van het kind meer gecontroleerde motivatie en a-motivatie voor een taak en minder autonome motivatie voor de taak?

Methode

Er waren twee condities, een experimentele conditie waarin de moeders gedurende 8 minuten een doemscenario van een journalist te horen kregen over de toekomst van hun kinderen en een controleconditie waarin de moeder een neutraal scenario te horen kregen over de toekomst. Na afloop van het luisteren naar het doemscenario waren de moeders inderdaad negatiever gestemd en zagen ze de wereld waarin hun kind opgroeide als gevaarlijker en bedreigender dan de moeders in de controleconditie.

Vervolgens begeleidden de moeders hun kind bij het doen van een voor de kinderen uitdagende taak. Die taak lag precies op het niveau dat het betreffende kind optimaal uitdaagde. De onderzoekers bekeken hoe de moeders reageerden op hun kind tijdens het doen van de betreffende uitdagende taak. Ook werd het kind gevraagd hoe het zijn moeder in het algemeen ervoer en specifiek tijdens deze taak ervoer.

Resultaten

Moeders die zich controlling opstelden ten opzichte van hun kinderen waren ook banger en angstiger en hun kinderen waren meer gecontroleerd gemotiveerd en vertoonden meer a-motivatie dan kinderen wiens moeder zich niet controlling opstelde. Moeders die vanuit zichzelf al een meer controlling opvoedstijl hanteerden werden daarin nog versterkt in de dreigende omstandigheden, maar moeders die vanuit zichzelf meer een autonomie-ondersteunende opvoedstijl hadden werden niet beïnvloed door de bedreigende omstandigheden.

The impact of Environmental Threats on Controlling Parenting and Children’s motivation, Robichaud et al (2020)

Subtiele verschillen

In de gevaarconditie werden de moeders door alle kinderen trouwens wel als meer controlling ervaren. Kinderen kennen hun eigen moeder natuurlijk veel beter dan externe observatoren, en de kinderen merkten subtiele controlling uitingen bij hun moeder in de gevaarconditie, die de externe observatoren niet oppikten.

Dual pathway

De autonome motivatie van de kinderen werd niet beïnvloed door de gevaarconditie en de controlling benadering van de moeders. Dit is in lijn met de inzichten in de zelfdeterminatietheorie ten aanzien van een duaal proces. Er is een donker pad, waarin controlling ouderschap leidt tot gecontroleerde motivatie en a-motivatie bij kinderen en er is een licht pad dat daarnaast bestaat. Dat lichte pad gaat van behoefte ondersteuning door ouders naar autonome motivatie bij kinderen. Het is voor het ontstaan van autonome motivatie net zo belangrijk om de controlling opvoedstijl achterwege te laten, als de behoefte ondersteunende opvoedstijl te hanteren.

Pas op voor controlling ouderschap tijdens (Corona-)gevaar

Wanneer ouders ervaren dat er gevaar dreigt voor hun kinderen kunnen ze druk gaan voelen om hun kind op een meer dwingende manier te gaan benaderen. Dit heeft een negatief effect op de kwaliteit van motivatie van hun kinderen. Ouders staan voortdurend bloot aan dreigende boodschappen, aan doemscenario’s die ze via een stroom aan (social media)berichten tegenkomen. In dit onderzoek bleek dat een dergelijke blootstelling aan gevaar van 8 minuten een impact had op de opvoedstijl van de ouders en de motivatie van het kind. Pas op voor controlling ouderschap tijdens (Corona-)gevaar. Het gevaar kan bij ouders makkelijk een dwingende benadering triggeren, maar die heeft een slecht effect op het kind.