Search results for: talent

Doe eens wat niet werkt, daar leer je van

IMG_3705 (2)Een middelbare scholier, in zijn eindexamen jaar VWO, stuurde me zijn groeimindset geschiedenis. Hij schrijft:
“In mijn omgeving zie ik heel veel mensen die denken in termen van sterktes, talenten en aanleg. Mijn omgeving, overigens, is de middelbare school. Veel leerlingen zien hun vaardigheden bij verschillende vakgebieden als iets wat zij niet meer kunnen veranderen. Een vriend van mij, bijvoorbeeld, heeft geaccepteerd dat hij ‘niet goed is’ in woordjes stampen.’ Hij ziet dus woordjes leren als een niet ontwikkelbare zwakte. Het resultaat? Hij leert niet meer voor toetsen waarop woordjes gevraagd worden. Dat is precies het resultaat dat je bereikt wanneer je mensen erop wijst dat ze ergens wel of niet goed in zijn; ze denken dat ze ‘nou eenmaal zo zijn’ en proberen zich vervolgens niet op een andere manier te ontwikkelen. Maar juist de autonome ontwikkeling is datgene wat mensen ‘sterk’ maakt, en niet hun “aangeboren sterktes”.
Klik hier om meer te lezen

De microstructuur van deliberate practice

De microstructuur van deliberate practice. Hoe ziet die eruit? Iedereen die start met een nieuwe activiteit heeft oefening en training nodig. Er zijn geen voorbeelden bekend van hele jonge kinderen die zonder enige oefening direct een expert niveau lieten zien in een bepaalde vaardigheid.

Klik hier om meer te lezen

Ongelovige en verontwaardigde reactie op de groeimindset

Hoewel een geïnteresseerde en positief onderzoekende reactie de reactie is die ik het meest tegenkom als mensen voor het eerst over de groeimindset horen, kom ik soms ook twee andere soorten reacties tegen: ongelovig of verontwaardigd. Van tafel vegend. Het ongelovige klinkt dan bijvoorbeeld zo:”Ja, alsof het veranderen van de mindset van VMBO leerlingen opeens VWO-ers zou kunnen maken!”. Het verontwaardigde klinkt bijvoorbeeld zo:”Belachelijk die groeimindset! In ons gezin hebben wij ons erbij neergelegd dat onze jongste zoon niet kan leren en wij zeggen ook gewoon tegen hem dat hij zijn lage IQ het beste maar kan accepteren!”Klik hier om meer te lezen

Welke interventie stimuleert een groeimindset?

Hieronder staat een rijtje vragen en opmerkingen die ofwel een groeimindset ofwel een statische mindset stimuleren bij de ontvanger. Als je jezelf wilt trainen, kijk dan eens of je herkent welke interventies een statische en welke juist een groei mindset stimuleren:
o Ik begrijp dat je deze fout de volgende keer wilt voorkomen, welke ideeën heb je over hoe je je aanpak kunt verbeteren?
o Jij hebt dat echt in je hè, leidinggeven
o Jij bent geslaagd voor dit tentamen, je hebt vast hard geleerd!
o Je hebt een 8, je bent een talentje!
o Je hebt een 7! Vooral het eerste deel van de stof beheers je al heel goed!
o Gezien je resultaat heb jij vast een goede aanpak gehanteerd, hoe heb je het aangepakt?
o In leidinggeven zou ik maar niet teveel energie stoppen…je hebt er geen aanleg voor en dat ontwikkelen zou heel veel van je vragen zonder dat je er goed in zult worden
o Jij bent een goede tekenaar
o Jij bent echt slim hè!
o Wat heb jij toch een geluk dat alles je zo komt aanwaaien…
o Wat zou je graag willen leren de komende tijd?
o Ieder mens heeft zo zijn talenten, wat zijn die van jou?
o Waar zou je graag beter in willen worden?
o Jij hebt dyslexie/adhd/een trauma/bent kind van gescheiden ouders/bent een echte kerel/bent een echt meisje/bent nu eenmaal een homo/bent…
o Wat voor type ben jij?
o Vijf studiepunten…het begin is er. Wat je vaak ziet is dat beginnende studenten er na een paar maanden beginnen in te komen en dat ze dan met inspanning hun studieresultaten kunnen verbeteren. Welke ideeen heb jij over hoe je je studieresultaten kunt gaan verbeteren de komende maanden?
o Hoe ben je tot je antwoord op deze opgave gekomen?
o Geeft niks dat je niet kunt tekenen…je kunt niet overal goed in zijn
o Hoe kun je je redenering verbeteren?
o Waar denk je dat je mis gaat in je redenering?
o Vergelijk je antwoord eens met dat van een expert op dit gebied en kijk eens waarin je kunt verbeteren
o Jij hebt een mooie tekening gemaakt
o Nog maar 5 studiepunten…? Misschien is de universiteit toch wat te hoog gegrepen voor je…
o Jij hebt tijdens de geboorte zuurstofgebrek gehad en daar komt jouw leerstoornis vandaan…je moet er mee leren leven.
o Jij bent een geboren toneelspeelster!
Heb jij nog meer voorbeelden van groeimindset of statische mindset interventies?

Kijk, je hebt twee typen mensen…..

Je hebt nu eenmaal mensen die alleen werken voor het geld en je hebt mensen die een tandje harder willen als dat moet….Klik hier om meer te lezen

Benut elkaars kwaliteiten niet

We moeten elkaars kwaliteiten en talenten kennen en benutten. We moeten elkaar in onze kracht zetten. Twee veel gehoorde uitspraken die me niet zo aanspreken.

Klik hier om meer te lezen

Ik dacht: “Mij krijgen ze er niet onder!”

Gisteren werkten we met een leuke trainingsgroep in Amsterdam en we behandelden het onderwerp “groeimindset”. Dat onderwerp wekt vaak een persoonlijke reflectie op bij mensen. Hoe ben ik zelf opgevoed? Hoe werd ik benaderd op school? Hoe voed ik mijn eigen kinderen op? Hoe ga ik om met collega’s en medewerkers? Er komen voorbeelden langs van mensen die in de klas op intelligentieniveau moesten gaan zitten (de domste achteraan, de slimste vooraan), en van mensen die door hun ouders vergeleken werden met hun broertjes en zusjes en gelabeld werden, in positieve of negatieve vergelijkende zin. Mensen zijn heel sensitief voor wat er gaande is in een situatie. Word ik beoordeeld? Zo ja, waarop? Als mensen gestereotypeerd worden roept dit een fixed mindset op. Een dergelijke persoonsgerichte beoordeling drukt je in een rol: je bent wat je bent en daar kun je weinig aan veranderen. Natuurlijk kun je je tegen die stereotypering verzetten. Je kunt denken: “Mij krijgen ze er niet onder!” Betekent een dergelijke reactie dat je geen last meer hebt van de fixed mindset feedback die je kreeg? Jammer genoeg niet. Je vechtende houding kost energie. Energie die je niet kunt richten op de ingewikkelde taak die je te doen staat en ten aanzien waarvan je nu juist een label opgeplakt kreeg. Nu moet je twee dingen doen: je verzetten tegen de stereotypering plus je richten op de moeilijke taak. En dat gaat ten koste van je prestaties en van je plezier in wat je doet. Dus als iemand zich verzet tegen fixed mindset feedback, dan is het negatieve effect van dergelijke feedback nog steeds aan het doorwerken. Als je dit serieus neemt, dan geef je geen persoonsgerichte feedback meer, noch in negatieve zin (jij bent een luiwammes), noch in positieve zin (jij bent een talentvolle leidinggevende of student).

Wat is vriendelijk?

Wat is vriendelijk? De meeste mensen willen liever vriendelijk zijn tegen anderen dan dat ze anderen op de kast jagen. Vandaar ook dat het soms zo moeilijk is om eerlijke feedback aan anderen te geven. Want als je kritiek hebt, hoe blijf je dan toch vriendelijk? En wat is dat eigenlijk, vriendelijk zijn?

Klik hier om meer te lezen

Drie groeimindset interventies

Een groeimindset is de overtuiging dat iedereen kan verbeteren, ongeacht waar die persoon nu staat en dat inspanning normaal en noodzakelijk is om daadwerkelijk te verbeteren. Met een groeimindset bereiken mensen meer dan met een fixed mindset, werken ze beter samen, zetten ze meer door en hebben ze meer plezier in wat ze doen. Drie groeimindset interventies zijn:

  1. Stel dat je kind thuiskomt met een goed cijfer. Wat zeg je om een groeimindset te stimuleren? Je roept een fixed mindset op als je zegt:”Jij bent echt een beta-talentje!” Een groeimindset kun je stimuleren door te zeggen:”Goed gewerkt!” Deze interventie trekt de aandacht naar de inspanning en de interesse van je kind.
  2. Stel je bent leidinggevende en een medewerker in je team heeft een behoorlijk ernstige fout gemaakt. Hoe stimuleer je een groeimindset bij de medewerker (en jezelf) terwijl je tegelijkertijd waarborgt dat deze fout niet nog een keer wordt gemaakt? Je roept een fixed mindset op, bij jezelf en de medewerker wanneer je zegt:”Ik denk dat dit project een beetje te hoog gegrepen is voor jou, jij bent niet geschikt voor deze verantwoordelijke taak”. Je roept een groeimindset op, bij jezelf en de medewerker, wanneer je zegt:”Het is belangrijk dat deze fout goed wordt hersteld en dat dit soort fouten in de toekomst voorkomen worden. Welke ideeën heb je over hoe je de fout kunt herstellen en hoe je dit soort situaties in de toekomst beter kunt aanpakken?”
  3. Stel je bent een nieuwe collega aan het inwerken, die aan het einde van zijn eerste week allerlei onhandige dingen doet en wanhopig probeert de grote hoeveelheid nieuwe informatie te verwerken. Je kunt een groeimindset stimuleren door te normaliseren en een positieve verwachting te creëren. Bijvoorbeeld:”Weet je, iedere nieuwe collega heeft aan het einde van zo’n eerste week een vol hoofd, de ervaring leert dat binnen een maand al veel dingen op hun plek zijn gevallen”.

Wat maakt het nou uit wat er ten grondslag ligt aan goede prestaties?

In de vorige nieuwsbrief vatte ik de positie van twee wetenschappers hier samen: Gagné en Ericsson. Naar aanleiding daarvan vroeg iemand me:”Is die discussie niet heel academisch en niet zo relevant voor ons praktische leven?”  Een leuke vraag, waarop ik hier mijn antwoord probeer te geven.
Gagne bedoeld met begaafdheid de aangeboren/natuurlijke aanleg voor een bepaalde vaardigheid. Hij stelt dat deze natuurlijke aanleg voor een bepaalde vaardigheid een plafond zet op wat we mbt die vaardigheid kunnen bereiken. Dus als je geen aanleg hebt voor pianospelen zul je nooit een toppianist worden, ongeacht hoeveel je oefent. Ericsson stelt dat er geen bewijs is gevonden dat er een gen of zetje van genen bestaat die ten grondslag ligt aan toppresteren en dat deliberate practice noodzakelijk is voor het bereiken van een topniveau.
Noch Ericsson, noch Gagne ontkennen dat mensen verschillen in de mate waarin ze een vaardigheid beheersen. Muzikale topprestaties, toppresteerders in verkopen etc bestaan natuurlijk. Ericsson en Gagne verschillen in hun uitleg waar deze verschillen in presteren vandaan komen.
Dat je met je eigen ogen kunt zien dat iemand ergens heel goed in is, wil niet zeggen dat dat een bewijs is voor het bestaan van aangeboren talenten. Hoe is dat topfunctioneren tot stand gekomen? En kan, onder de juiste omstandigheden en met de juiste training, iedereen een topniveau bereiken? Dat zijn de vragen die Ericsson opwerpt en Gagne terzijde schuift als niet interessant.
Ik ben er geen voorstander van om mensen voor te schrijven dat ze zich moeten verbeteren of een topniveau moeten bereiken. Dat kunnen mensen alleen zelf beslissen. Wat de discussie wat mij betreft relevant maakt is:
1. als mensen geloven dat talenten/begaafdheid aangeboren zijn en een plafond stellen aan wat ze kunnen bereiken mbt een bepaalde vaardigheid (Gagné’s stelling), dan is dit geassocieerd met een statische mindset mbt die vaardigheid. Een statische mindset correleert met lagere prestaties, faalangst, een geneigdheid tot competitie. Een groeimindset kenmerkt zich door de overtuiging dat, ongeacht waar je nu staat, je altijd beter kunt worden. En dat inspanning normaal en noodzakelijk zijn om beter te worden (Ericsson’s stelling). Een groeimindset correleert met hogere prestaties, plezier in leren en een geneigdheid tot samenwerken.
2. als mensen wel iets willen doen met hun vermogens, maar ze gaan ervan uit dat deze aangeboren zijn en er een plafond zit aan wat ze kunnen bereiken op dit gebied, dan kunnen ze tot de conclusie komen dat het geen zin heeft om zich in te spannen. Als het echt zo is dat er een plafond zit aan wat we kunnen bereiken als gevolg van welke aangeboren begaafdheden we hebben, dan zou dit de keuze voor hoe je je (werk-)leven inricht sterk bepalen. Het heeft immers geen zin iets te proberen te leren als je het eigenlijk niet kunt leren. Als je daarentegen ervan uit gaat dat je je vermogens kunt ontwikkelen en dat inspanning normaal is om beter te worden, dan kun je kiezen om je te richten op iets dat je interessant vindt ongeacht of je er een aangeboren talent voor zou hebben of niet.
Kortom, beter worden en progressie bereiken is zeker niet altijd nodig. Als je tevreden bent met wat je nu kunt, dan kan dat prima zijn. Maar als je graag beter wilt worden, graag iets wilt bereiken dat belangrijk voor je is, dan wordt het cruciaal wat je tegen jezelf zegt over je vermogen om dat te kunnen bereiken.
Vandaar dat ik deze wetenschappelijke discussie zo relevant vind voor mijn eigen praktische leven en dat van de mensen om me heen.