Hoewel een geïnteresseerde en positief onderzoekende reactie de reactie is die ik het meest tegenkom als mensen voor het eerst over de groeimindset horen, kom ik soms ook twee andere soorten reacties tegen: ongelovig of verontwaardigd. Van tafel vegend. Het ongelovige klinkt dan bijvoorbeeld zo:”Ja, alsof het veranderen van de mindset van VMBO leerlingen opeens VWO-ers zou kunnen maken!”. Het verontwaardigde klinkt bijvoorbeeld zo:”Belachelijk die groeimindset! In ons gezin hebben wij ons erbij neergelegd dat onze jongste zoon niet kan leren en wij zeggen ook gewoon tegen hem dat hij zijn lage IQ het beste maar kan accepteren!”
Ik sympathiseer met ongelovige en verontwaardigde reacties. Om te beginnen met de ongelovige reactie. Ik vermoed dat deze reactie iets te maken heeft met onze intuïtieve overtuigingen. De groeimindset onderzoeken laten effecten zien die tegen-intuïtief zijn. Als we onze intuïtie zouden volgen zouden we denken dat een compliment als “Jij bent intelligent” of “Jij hebt echt een talent voor wiskunde” een motiverend effect zou hebben op de ontvanger. Het is moeilijk te geloven dat een dergelijk persoonsgericht compliment een statische mindset stimuleert en faalangst oproept. Ten tweede zouden we intuïtief denken dat grote levensveranderingen (zoals een kind dat op de lagere school VMBO-advies krijgt maar op het VWO terecht komt en blijkt daar extra uitdagende stof te willen) ook grote en langdurige interventies vraagt (als het al mogelijk is dat zoiets gebeurt). Hoe kunnen kleine groeimindsetinterventies zoals een procescompliment nou zulke grote en langdurige impact hebben?
Dan de verontwaardigde reactie. Ik vermoed dat die te maken heeft met eerlijk willen zijn. Geen broodjes aap verkopen. Geen valse verwachtingen wekken. Als je dom bent, kun je nooit naar de universiteit en daar kunnen we maar beter eerlijk over zijn want dan voorkom je teleurstellingen en jaren van ploeteren terwijl het er toch niet in zit. En dan dacht je dus dat je er goed aan deed om je jongste zoon de boodschap mee te geven dat hij zich beter kan neerleggen bij zijn lage IQ, maar pleit de groeimindset voor een totaal andere boodschap. Dat kan verontwaardiging oproepen, en misschien zelfs het gevoel dat je je zoon verkeerd aan het opvoeden bent terwijl je het beste met hem voor hebt.
Een ongelovige of verontwaardigde reactie is een goed begin om verder te kunnen komen. In plaats van klakkeloos aannemen wat de groeimindset claimt, helpt een sceptische houding om echt goed te gaan onderzoeken wat de onderzoeksfeiten zijn. Als iemand ongelovig reageert geeft dat goede aanknopingspunten voor die persoon om meer kennis te verwerven. De effecten van feedback op mindset en de effecten van mindset op inspanning, plezier, leren en presteren zijn in de loop van meer dan 40 jaar in vele gerepliceerde onderzoeken aangetoond. Meer dan genoeg stof om te bestuderen en te toetsen of een ongelovige houding rationeel is. (Waarom kleine sociaal-psychologische interventies een grote impact kunnen hebben, hebben Yeager en Walton onderzocht en ik deze post schrijf ik er iets over).
Als iemand verontwaardigd reageert geeft dat denk ik ook een goed begin om verder te komen. Aan de verontwaardiging ligt oprechtheid en eerlijkheid ten grondslag en de verontwaardiging toont aan dat deze persoon het beste voor heeft met anderen. Als je het beste met anderen voor hebt, zul je ze niet zomaar iets willen aansmeren. Die redenering maakt het logisch om meer kennis op te willen gaan doen over breinplasticiteit. Zodat je goed onderbouwd kunt kiezen voor een verontwaardigde of andere reactie. En wellicht kies je er dan in de loop der tijd voor om tegen je jongste zoon te gaan zeggen:”We weten eigenlijk niet goed wat jij allemaal zou kunnen bereiken in je leven…wat we wel weten is dat als je moeilijke dingen blijft doen, je hersenen steeds beter gaan werken, net zoals je spieren sterker worden als je traint”. En als je daarvoor misschien kiest, geloof je wat je zegt. Dat maakt je dan weer eerlijk en oprecht.