Search results for: wat is autonomie

Autonomie ondersteuning door docenten en ouders

Autonome motivatie is dus een kwalitatief veel betere motivatie dan gecontroleerde motivatie (zie ook hier), dus hoe kunnen docenten en ouders autonomie-ondersteunend omgaan met de student? Klik hier om meer te lezen

De positieve effecten van autonomieondersteuning bij psychiatrische patiënten

Hier kun je drie criteria vinden waarmee je de effectiviteit van beleid om verbeteringen aan te brengen in de werkcontext kunt evalueren. Maar werkt autonomieondersteuning ook bij psychiatrisch patiënten of bij opstandige jeugdigen? Moet je dan niet met strakke autoritaire hand te werk gaan, en gebruik maken van straffen bij grensoverschrijdend gedrag? Het volgende onderzoek is interessant om in je achterhoofd te houden als je over dit soort vragen wilt nadenken. Lynch et al (2005) onderzochten een interventie bij medewerkers van een residentieel psychiatrisch ziekenhuis voor de jeugd.Klik hier om meer te lezen

Je kunt jezelf zijn als je liefdespartner graag je autonomiebehoefte vervult

In dit artikel schreef ik al over het belang van autonomieondersteuning in liefdesrelaties. Nog even ter reminder: autonoom functioneren is niet hetzelfde als alles alleen willen doen en onafhankelijk willen zijn van de ander. In plaats daarvan betekent autonoom functioneren dat je, op het moment dat je iets doet, er helemaal achter staat om dat gedrag te vertonen. Klik hier om meer te lezen

Positieve effecten voor autonomieondersteunende docent

IMG_2527

 

 

 

 

Docenten die autonomieondersteunend lesgeven plukken daar zelf ook de vruchten van. Ze lopen namelijk veel minder kans op emotionele uitputting, depersonalisatie en burnout. Klik hier om meer te lezen

Vrije wil en autonomie

Bestaat vrije wil en bestaat autonomie? Er is steeds meer kennis over de neurologische kant van menselijk gedrag en menselijke ervaring. Sommige psychologen interpreteren die toegenomen kennis als bewijs voor het niet bestaan van het Zelf en zelfdeterminatie.

Klik hier om meer te lezen

Autonomie binnen je liefdesrelatie

Autonoom functioneren binnen je liefdesrelatie. Kan dat en is dat iets goeds? De meeste theorieën die gaan over de kwaliteit van liefdesrelaties focussen op de behoeften aan intimiteit, veiligheid en responsiviteit.Klik hier om meer te lezen

Autonomieondersteunende gespreksvoering voor fysiotherapeuten

De zelfdeterminatie theorie onderschrijven en begrijpen is nog iets anders dan daadwerkelijk op een autonomieondersteunende manier communiceren. Bijvoorbeeld: iemand kan begrijpen dat als mensen onder druk gezet worden er minder kans is dat ze het gewenste gedrag willen gaan uitvoeren, maar kan toch op een controlerende manier communiceren, bijvoorbeeld met de formulering:”Ik wil dat jij….”
De onderzoekers Murray et al (2015) zeggen dat er nog zeer weinig empirisch onderzoek is gedaan naar die daadwerkelijke communicatie. Hun onderzoek richtte zich op de communicatie van fysiotherapeuten die in gesprek zijn met cliënten met lage rugklachten. De onderzoekers stellen dat veel fysiotherapeuten controlerende taal gebruiken in hun consulten. Bijvoorbeeld: “Ik wil dat je de komende week de volgende oefening voor me doet…”Klik hier om meer te lezen

Kan meer autonomie leiden tot meer stress?

72e7e54cfb58e78ab4_l_48c62Moeilijke of inspannende taken moeten doen waarbij je weinig controle ervaart over de uitvoering van de taak verhoogt de stress. Als je meer controle ervaart, dus meer autonomie ervaart ten aanzien van de uitvoering van de taak, werkt dat stressverlagend. Dat is een hypothese die in de onderzoeken naar stress onderzocht wordt. Het onderzoek van O’Donell et al (2015) duidt echter ergens anders op. De onderzoekers bekeken het effect van meer of minder autonomie bij het uitvoeren van een veeleisende en nieuwe cognitieve taak op zelf- gerapporteerde stress en feitelijke fysiologische symptomen van stress. In de ene conditie mochten de proefpersonen zelf beslissen wanneer ze pauze namen. In de andere conditie werd hen verteld wanneer ze pauze mochten nemen. Het bleek dat de autonomieconditie niet leidde tot minder stress, maar juist tot meer stress. De onderzoekers opperen dat als iemand een nieuwe taak probeert te leren, meer autonomie drukverhogend werkt omdat de persoon dan ook nog aandacht moet besteden aan een perifere beslissing zoals pauze nemen. Dat zou in plaats van stressverlagend, stressverhogend kunnen werken. Dit is natuurlijk maar 1 onderzoek, dus het gaat te ver om te stellen dat bij het leren van nieuwe taken het beter is om de autonomie zoveel mogelijk in te perken. Maar dit onderzoek wijst wel in die richting.

De kenmerken en voordelen van een autonomie-ondersteunende lesstijl

De kenmerken en voordelen van een autonomie-ondersteunende lesstijl, wat zijn die kenmerken en wat zijn die voordelen? Reeve et al hebben hier veel over geschreven.

 

Trainingen
Progressiegericht Werken

 

Klik hier om meer te lezen

Autonomie-ondersteuning bij ernstige gedragsproblemen

In dit stukje schreef ik iets over autonomie-ondersteunende gespreksvoering. Dat klinkt mooi, maar werkt dit ook bij ernstige gedragsproblemen? Waarschijnlijk niet, want als mensen echt onmogelijk zijn dan werkt nog maar 1 ding: gedragscontrole. Toch? Dus een autoritaire interpersoonlijke communicatiestijl. “Nu hou je daarmee op!” “En nu is het afgelopen!” “Jij krijgt straf als je nu niet…”
Vier onderzoekers van de Universiteit van Montréal vroegen zich dit af. Wat voor een effect zou een autonomie-ondersteunende communicatiestijl hebben op jongeren met ernstige gedragsproblemen? Jongeren die in een heropvoedingskamp zitten. Zouden die niet meer gebaat zijn bij een autoritaire communicatiestijl? Hun gedrag schreeuwt er in elk geval om. Dus moet je van goeden huize komen wil je niet autoritair gaan reageren. Toch geeft een grote hoeveelheid onderzoeken duidelijk aan dat een autoritaire stijl de motivatie en internalisatie bij deze jongeren ondermijnt. En dat de psycho-sociale problemen van deze jongeren toenemen nadat ze uit een controlerend, autoritair geleid kamp weer in de maatschappij zijn gekomen (Reeve, 2009, Barber, 1996, Grolnick en Apostoleris, 2002, Ryan en Deci, 2000, Soenens, 2006).
De vier onderzoekers deden een experiment. Daarin bekeken ze het effect van een autonomie-ondersteunende interpersoonlijke stijl (AS) en het effect van een stijl waarin specifieke autonomie-ondersteunende aspecten niet aanwezig waren (NoAS). Ze hadden de hypothese dat de AS conditie zou leiden tot beter welzijn van de deelnemers, meer ervaren autonomie, een betere internalisatie van de opgelegde taak en een hogere waardering van die taak en een betere waardering door de deelnemer van de hulpverlener (de hulpverlener wordt gezien als competenter).
De jongeren moesten een voor hen saaie taak doen: het oplossen van een sociaal probleem. Ze kregen een casus voorgelegd waarin twee jongens ruzie hadden omdat de ene jongen een Ipod had gestolen van de andere jongen.
In de AS conditie kregen de deelnemers een uitleg waarom deze taak belangrijk was en waarom de taak via een casus werd aangereikt. In de NoAS conditie ontbrak deze toelichting. In de AS conditie communiceerde de hulpverlener empathisch en gaf hij keuzemogelijkheden ten aanzien van de uitvoering van de taak. In de NoAS conditie ontbrak die empathie. In de AS conditie gaf de hulpverlener feedback zoals:”Ik zie dat je drie oplossingen hebt bedacht”. In de NoAS conditie gaf de hulpverlener feedback zoals:”Geweldig! Je bent echt heel goed hierin!” In de AS conditie stelde de hulpverlener grenzen door te zeggen:”Ik verwacht dat…” en “Dit deel van de taak vereist dat je het in stilte doet”. In de NoAS conditie stelde de hulpverlener grenzen door te zeggen:”Wat je moet doen is…” en “Stilte alsjeblieft”. In de AS conditie nam de hulpverlener actie als er iets mis ging door te zeggen:”Het is misschien lastig om stil te zijn als je naast een vriendin zit…als je het te lastig vindt om stil te zijn, dan kun je kiezen om ergens anders te gaan zitten..” en “Ik zie dat je ervoor hebt gekozen ergens anders te gaan zitten”. In de NoAS conditie nam de hulpverlener actie als er iets mis ging door te zeggen:”Stop met praten.” En “Als je niet stopt dan moet je ergens anders gaan zitten” en “Ga daar zitten”.
De resultaten van het experiment waren:
• AS vergrootte de ervaren waarde en waardering voor de taak. De internalisatie van de taak werd daarmee gevoed. In de NoAS conditie was de ervaren waarde en waardering voor de taak lager.
• AS verlaagde de oncomfortabele gevoelens, zoals angst en frustratie om een taak te doen die je als saai en monotoon ervaart. In de NoAS conditie waren de negatieve gevoelens sterker.
• In de AS conditie werd de hulpverlener gezien als sterk en competent. In de NoAS conditie werd de hulpverlener gezien als minder sterk en competent.
Dit is m.i. een interessant experiment, dat hopelijk wordt gerepliceerd.
Lees het onderzoeksartikel Savard_Joussemet_Emond_Pelletier & Mageau_2013