Fouten als doel op zich. Een echte fout behoeft geen excuses, het is een doel in zichzelf. Dat is vrij vertaald de quote waarmee Stuart Firestein zijn eerste hoofdstuk in het boek Failure, why science is so successful, start. In dit boek neemt Firestein je mee in een redenatie omtrent de betekenis van fouten in wetenschappelijk onderzoek. Is het maken van fouten iets onvermijdbaars, maar toch altijd iets negatiefs? Dat ligt aan wat er wordt bedoeld met een fout.

Wat is fout

Fouten bestaan er in allerlei vormen. Een fout antwoord op een examen, een foute inschatting waardoor je op de auto voor je botst, een gefaald huwelijk, een onderneming die failliet gaat of een kop koffie die omvalt doordat je faalt aandacht te besteden aan wat je doet. Er zijn fouten in gradaties. Sommige fouten worden ervaren als goede levenslessen, terwijl andere fouten als sterk onwenselijk worden ervaren. Dit boek gaat echter niet over dit soort fouten. Het gaat over de rol die fouten spelen in het wetenschappelijk proces.

Betekenisvolle fouten

Een betekenisvolle fout is een doel in zichzelf. Niet een doel in de zin van dat je vervolgens stopt met proberen. Maar een doel in de zin dat er iets nieuws en waardevols is ontdekt via de fout. Een voorbeeld is de foute aanname dat de zon om de aarde draait, om vervolgens te constateren dat de aarde in cirkels om de zon draait, om tenslotte tot de juiste constatering te komen dat de aarde in een licht excentrische baan om de zon draait. Betekenisvolle fouten zijn fouten die interessant zijn.

Interessante fouten

Wat de ene persoon interessant vindt kan de ander totaal niet boeien. Wat er hier bedoeld wordt met een interessante fout is dan ook niet dat iedereen de inhoud ervan interessant vindt. Met een interessante fout wordt bedoeld dat het een fout betreft die interessante dingen na laat: ideeën, vragen, paradoxen, contradicties.

Wetenschappelijke fouten

In het wetenschappelijke proces is een fout een doel in zichzelf. Wetenschappelijke ontdekkingen zijn namelijk voorlopig. Wetenschap is voortdurend onder revisie. Goede wetenschap is niet helemaal fout en helemaal goed, goede wetenschap is iteratief. Newton had het mis, toch zou niemand zeggen dat zijn wetenschappelijke bijdrage niet enorm waardevol is geweest.

Beter falen

Wetenschap gaat over steeds beter falen, want het is de enige strategie om progressie te boeken en niet simpelweg te herhalen wat we al weten. Het kan verleidelijk zijn om te gaan onderzoeken wat al bekend is, maar dit voegt niets toe. In plaats daarvan hebben wetenschappers de bereidheid nodig om nieuwe vragen te onderzoeken, met alle onzekerheid en een kans op falen van dien. De huidige financieringsstromen wakkeren veilig onderzoek eerder aan dan dat ze onderzoek op onontgonnen terrein met een hoog risico op falen stimuleren. Elke wetenschappelijke ontdekking is de volgende halte op het pad van onwetendheid. Falen is daarbij niet hetzelfde als afglijden. Elke fout helpt vooruit, net zo goed als elk succes dat doet.

Onderwijs

In het wetenschappelijk proces is het maken van fouten een essentieel onderdeel van het boeken van progressie. Maar in het onderwijs ligt de nadruk op het oplepelen van feiten, het gebruiken van de formules die uiteindelijk juist bleken te zijn. Niet op het begrijpen van alle foute theorieën en foute formules, waarom die fout bleken te zijn en hoe die uiteindelijk hebben geresulteerd in de juiste theorie en formule. Het wetenschapsonderwijs leert leerlingen en studenten vooral de feiten en de successen die zijn bereikt, maar zou meer interesse kunnen opwekken wanneer er nadruk zou liggen op: vragen zijn belangrijker dan feiten, feiten zijn voorlopig, falen is aan de orde van de dag, geduld is onontbeerlijk, inzichten ontstaan zo nu en dan spontaan mits je veel tijd besteedt aan nadenken over het betreffende onderwerp, en ontdekkingen worden niet via een lineair proces gedaan; wetenschap struikelt voorwaarts.

Vertrouwen in wetenschap

Bij het gestaag progressie boeken via het wetenschappelijk proces horen geen schreeuwende koppen zoals ‘the results are in!’ en vul dan maar in welke stellige conclusie er wordt geponeerd. Een onderzoekende, voorlopige toon past veel beter. Dat maakt het proces niet minder waardevol, maar juist waardevoller. In plaats van wetenschap aan de kant te schuiven als ‘ook maar een mening’ en bij tegengestelde wetenschappelijke resultaten te concluderen dat ‘je niks aan wetenschap hebt’ en ‘je intuïtie volgen beter is’, zouden we gebaat zijn bij een tolerantie voor onzekerheid én het geduld om door te blijven zoeken naar steeds beter kloppende antwoorden op onze vragen.