Wanneer, wat en waaraan; dat zijn drie vraagwoorden die je kunt gebruiken wanneer je een open vraag wilt stellen. In de progressiegerichte aanpak gebruiken we de nuttigheidsvraag en die start met een vraagwoord. Met welk vraagwoord kun je die nuttigheidsvraag het beste beginnen?

Nuttigheidsvraag

De nuttigheidsvraag is bedoeld om ervoor te zorgen dat het gesprek gaat, en blijft gaan, over wat de gesprekspartner wil bespreken en wat de gesprekspartner graag wil dat het gesprek gaat opleveren. Progressiegerichte coaches starten hun gesprek met een variant van de nuttigheidsvraag.

Wat zouden we moeten bespreken wil dit gesprek nuttig voor je zijn?

De eerste variant is: ‘Wat zouden we moeten bespreken wil dit gesprek nuttig voor je zijn?’ De gesprekspartner krijgt met deze vraag de gelegenheid om het onderwerp dat hij wil bespreken onder woorden te brengen, waarbij het de bedoeling is dat dit onderwerp nuttig voor hem is om te bespreken. Hij benoemt dan een onderwerp, bijvoorbeeld: ‘Ik wil graag praten over de problemen in mijn team’. Een andere formulering die hetzelfde doet is: ‘Hoe kunnen we deze tijd wat jou betreft zo goed mogelijk besteden?’

Waaraan zou je na afloop merken dat dit gesprek nuttig voor je is geweest?

De tweede variant van de nuttigheidsvraag is: ‘Waaraan zou je na afloop merken dat dit gesprek nuttig voor je is geweest?’ Met deze formulering wordt de gesprekspartner uitgenodigd om de beoogde opbrengst van het gesprek onder woorden te brengen. Hij zegt dan bijvoorbeeld: ‘Als ik een idee heb hoe ik de problemen in mijn team kan gaan aanpakken’. Een andere formulering die hetzelfde doet is: ‘Stel dat je na afloop merkt dat dit gesprek je iets heeft opgeleverd, waar merk je dat dan aan?’

Wanneer zou dit gesprek nuttig voor je zijn?

Een variant die ik regelmatig hoor is de volgende: ‘Wanneer zou dit gesprek nuttig voor je zijn?’ Hoewel deze formulering mij veel meer aanspreekt dan sommige andere openingsvragen (zoals ‘Waar zullen we het over hebben?’ of ‘Hoe gaat het ermee?’ of ‘Wat is je probleem?’ of ‘Op welke manier kan ik je helpen?’) is deze formulering niet zo sterk als de twee bovenstaande formuleringen (die beginnen met ‘wat’ en ‘waaraan’).

Tijdstip of voorwaarde

Wanneer is een vraagwoord dat naar een tijdstip vraagt. Wanneer kan ook een bijwoord zijn dat betekent ‘indien’, ‘in geval dat’. Als je vraagt ‘wanneer zou dit gesprek nuttig voor je zijn?’ dan zou je gesprekspartner dus antwoord moeten geven in termen van een tijdstip of in termen van een voorwaarde (dit gesprek is nuttig voor me in het geval dat/onder de voorwaarde dat we praten over onderwerp x). De nuttigheidsvraag is niet bedoeld om te antwoord te ontlokken in termen van een tijdstip. En als het woord ‘wanneer’ verwijst naar een voorwaarde, dan maakt dit de nuttigheidsvraag onnodig complexer. Nu moet de gesprekspartner immers het onderwerp van gesprek of de opbrengst van het gesprek gaan verwoorden als voorwaarde voor nuttigheid. Eenvoudiger is het de vraag naar het nut direct te stellen, dus met de vraagwoorden ‘wat’ en ‘waaraan’.

Wanneer, wat en waaraan

Wanneer, wat en waaraan zijn drie vraagwoorden die tot verschillende typen antwoorden kunnen leiden. Als je het belangrijk vindt om de progressiegerichte vragen zo precies mogelijk te formuleren zou je eerder kiezen voor ‘wat’ of ‘waaraan’ dan voor ‘wanneer’.

Training progressiegericht coachen