Foto: Walter Schlundt Bodien

Voorwaardelijke condities voor welbevinden. SDT definieert de basisbehoeften als noodzakelijke voorwaarden voor menselijk welzijn, groei en bloei. Is de vervulling van de psychologische basisbehoeften echt een voorwaarde voor floreren? Is de frustratie van die psychologische basisbehoeften echt een voorwaarde voor onwelbevinden? In dit artikel schreef ik al iets over de noodzakelijke voorwaarde analyse, die sinds kort wordt gebruikt door zelfdeterminatietheorie-onderzoekers om antwoorden te vinden op dit soort vragen. Olafsen et al (2025) schreven een artikel waarin ze tot nieuwe richtinggevende ideeën komen.

 
Trainingen Progressiegericht Werken
 

Drie studies

In drie studies benutten de onderzoekers de noodzakelijke voorwaarde-analyse. De NCA geeft antwoord op de vraag of bepaalde uitkomsten (zoals vitaliteit op het werk) alleen voorkomen wanneer bepaalde psychologische basisbehoeften worden vervuld. De NCA geeft dus geen antwoord op de vraag of het al dan niet vervullen van de psychologische basisbehoeften voldoende is voor bepaalde uitkomsten (zoals vitaliteit op het werk), maar wel of er voor het kunnen optreden van een uitkomst de vervulling/frustratie van een psychologische basisbehoefte noodzakelijk is. Daarmee is de NCA een belangrijke aanvulling op de onderzoeksmethoden die tot nu toe zijn gebruikt binnen de SDT-onderzoeken.

Twee inzichten

Het onderzoek van Olafsen et al biedt twee nieuwe inzichten. In het algemeen is de vervulling of de frustratie van de basispsychologische behoeften inderdaad een noodzakelijke voorwaarde voor uitkomsten zoals welbevinden en onwelbevinden. Maar niet alle drie de psychologische basisbehoeften blijken consistent een noodzakelijke voorwaarde te zijn voor verschillende soorten uitkomsten. De onderzoekers keken naar zeven uitkomsten op het gebied van welbevinden: werkbetrokkenheid, welbevinden in het werk, positieve emoties op het werk, algemeen welbevinden en betrokkenheid bij het werk op lange termijn. Ze bekeken ook twaalf negatieve uitkomsten, zoals emotionele uitputting, stress, negatieve emoties, cynisme, prestaties en gezondheidsklachten.

 
Trainingen Progressiegericht Werken
 

Meest consistent

De ervaring van autonomie plus de ervaring van lage competentiefrustratie bleken de meest consistente noodzakelijke voorwaarden voor welbevinden. Welbevinden is dus alleen mogelijk als iemand zich autonoom voelt en zich niet gefrustreerd voelt over zijn competentie. Voor onwelbevinden geldt dat de persoon noodzakelijkerwijze niet ervaart dat zijn behoefte aan autonomie wordt vervuld en in hoge mate ervaart dat zijn autonomie wordt gefrustreerd. Autonomie en competentie waren daarmee het meest duidelijk noodzakelijke psychologische basisbehoeften. Een hoge betrokkenheid bij het werk is alleen mogelijk wanneer een medewerker zich autonoom en competent voelt en zijn behoefte aan autonomie en competentie niet worden gefrustreerd. Op langere termijn bleek dat mensen die op tijdstip 1 ervoeren dat hun behoefte aan autonomie niet werd vervuld en wel werd gefrustreerd, op tijdstip 2 cynischer waren en meer gezondheidsproblemen hadden.

Verbondenheid

Voor verbondenheid werd een gemengd beeld gevonden. Verbondenheid was alleen consistent een noodzakelijke factor voor algemeen welbevinden. Niet in elk van de drie studies was voor welbevinden of onwelbevinden de frustratie van verbondenheid of de vervulling van verbondenheid noodzakelijk. In 1 studie kwam naar voren dat de behoefte aan verbondenheid niet gefrustreerd moest worden, wilde er sprake kunnen zijn van hoge werkbetrokkenheid. Interessant is wel om erbij te vermelden dat de behoefte aan verbondenheid geoperationaliseerd was via items zoals ‘ik ervaar een warm en goed gevoel ten opzichte van de mensen met wie ik werk’. Dat is wellicht inderdaad niet voor iedereen zo nodig, je collega’s hoeven niet je vrienden te zijn. In een studie van Ding werd verbondenheid geoperationaliseerd met items zoals ‘ik kan opschieten met de mensen met wie ik werk’, en dat lijkt beter te passen bij een professionele werkrelatie. In de onderzoeken van Ding bleek dat verbondenheid wel een noodzakelijke psychologische basisbehoefte voor bepaalde uitkomsten (zoals intrinsieke motivatie) was.

Praktische implicaties

Ook deze studies geven weer aanleiding om zorgvuldig om te gaan met de vervulling van de psychologische basisbehoeften van medewerkers en deze niet te frustreren. Bied medewerkers kansen om te werken aan wat hen interesseert, betrek hen bij het stellen van doelen en betrek ze bij de besluitvorming, en zorg ervoor dat ze zich niet beperkt voelen in hoe ze hun taken organiseren en uitvoeren. Dat is op korte termijn belangrijk en leidt ook tot lange termijn tot preventie van bijvoorbeeld stress en uitval. Stress was namelijk vooral aanwezig wanneer de medewerker ervoer dat zijn behoefte aan autonomie niet werd vervuld en wel werd gefrustreerd. Faciliteer de mogelijkheid om een positieve innerlijke werkbeleving te ervaren, via betekenisvolle progressie.

 
Trainingen Progressiegericht Werken