Search results for: implementatie intentie

Fantastische dromen

Fantastische dromen kunnen heel prettig aanvoelen, maar helpen ze ook om daadwerkelijk in actie te komen om ze te verwezenlijken? Het lijkt niet zo te zijn. Vanuit meerdere onderzoeksbronnen komen indicaties dat fantastische dromen en fantaseren over mooie resultaten en successen niet de meest aangewezen manier is om progressie te boeken.

Klik hier om meer te lezen

8 tips voor studenten om gefocust te blijven op de studie

Voor veel studenten geldt dat zij erbij gebaat zijn om meer tijd te besteden aan hun studie, omdat dit hun studie interessanter gaat maken en de resultaten ook beter worden. Hier zijn acht tips voor studenten om gefocust te blijven op hun studie (bron: Lens en VanSteenkiste, 2008)Klik hier om meer te lezen

"Gewoon doen"

Heb je soms goede ideeën maar komt het er niet van ze uit te voeren? Hier zijn vier gedachten die misschien kunnen helpen om van idee naar actie te komen:Klik hier om meer te lezen

3 tips voor progressiegericht omgaan met je ergernis

Iedereen ergert zich wel eens. En iedereen laat zich wel eens meeslepen door zijn ergernis. Maar stel dat je progressiegericht wil omgaan met je ergernis, wat kun je dan proberen? Hier zijn drie tips:

  • Tip 1: neem je ergernis serieus en vraag je af:”Wat is de reden van mijn ergernis?” “Welke belangrijke waarde staat er op dit moment onder druk wat mij betreft?” “Waar pleit ik voor?” “Hoe kan ik die belangrijke waarde en waar ik voor pleit recht doen in de huidige situatie?” Bijvoorbeeld. Een leidinggevende ergert zich aan het afhankelijke gedrag van een aantal medewerkers. Ze willen voor elke actie goedkeuring en komen niet uit zichzelf met initiatieven en nemen geen risico’s. Als een van die medewerkers een email stuurt met de vraag wat hij verder moet gaan doen in het project, merkt de leidinggevende een golf van ergernis opkomen. De leidinggevende beantwoordt in zijn hoofd de bovenstaande vier vragen. De reden van mijn ergernis is het afhankelijke, afwachtende gedrag van een aantal medewerkers. Wat ik belangrijk vind is dat mensen autonoom gemotiveerd zijn om hun werk uit te voeren. Dat betekent dat ze er zelf helemaal achter staan als ze iets doen en begrijpen waarom ze doen wat ze doen. De vragen van deze medewerkers aan mij om ze alles voor te kauwen duwt mij in een controlerende rol. Ik pleit juist voor werkomgevingen waarin mensen zelfstartend zijn, autonoom gemotiveerd zijn, doen wat ze interessant en belangrijk vinden. Daarom ga ik deze medewerkers uitnodigen voor een gesprek waarin ik ga toelichten wat autonome motivatie is en ga ik met hen onderzoeken op welke manier zij autonomer kunnen gaan functioneren. Doordat deze leidinggevende dit gedachteproces doorliep, verdween zijn ergernis en maakte die plaats voor doelgerichtheid en vastberadenheid.
  • Tip 2: als je je ergert, focus je dan op het perspectief van je gesprekspartner. Dit is een implementatie-intentie en dit soort constructies helpt om snel en effectief gewoontes te veranderen. Als je geërgerd bent is de kans groot dat je negatieve dingen gaat zeggen en uitstralen. Door deze implementatie-intentie te formuleren schiet het focussen op het perspectief van de ander je sneller te binnen dan het uiten van je ergernis. Lees hier verder over implementatie-intenties. Bijvoorbeeld. Een coach merkt dat hij zich ergert aan klagende uitingen van zijn cliënten. Hij heeft de laatste tijd moeite om zijn ergernis geen rol te laten spelen in zijn coachingsgesprekken. Hij neemt zich voor om de volgende keer dat een cliënt klaagt en hij zelf merkt dat hij zich begint te ergeren, de vraag te stellen:”Ah, dat lijkt me lastig….vertel eens?” Daarnaast neemt hij zich voor om vervolgens het perspectief van de cliënt samen te vatten. Doordat hij deze implementatie-intentie heeft geformuleerd krijgt zijn ergernis geen ruimte meer in het gesprek. Dat komt omdat hij met iets anders bezig is, dan met zijn ergernis: met het stellen van de vraag en het samenvatten van het perspectief. Zijn ergernis verdwijnt daarmee en hij krijgt echt begrip voor zijn cliënt en diens lastige situatie. Zijn cliënten reageren ook weer beter op zijn vervolgvragen, waardoor zowel zijn cliënten als hijzelf het gesprek constructiever verloopt.
  • Tip 3: lach inwendig om jezelf, onttrek je aan de situatie en ga iets doen wat je interessant of leuk vindt. Door om jezelf te lachen relativeer je je ergernis en ben je tegelijkertijd wat milder voor jezelf en de ander. Door je te onttrekken aan de situatie kan je amygdala even afkoelen waardoor je weer rationeler kan worden. Door iets te doen wat je interessant of leuk vindt, krijg je positieve emoties waardoor je nog weer milder en genuanceerder naar de oorspronkelijke ergerlijke situatie kan kijken.

Progressiegericht afvallen

tessa faberLaatst hoorde ik een gesprek tussen twee deelnemers aan de vervolgtraining progressiegericht werken. De ene deelnemer zei vol verbazing tegen de andere:”Ik heb jou al een hele tijd niet gezien, maar wat ben jij afgevallen zeg!” De andere deelnemer legde daarop uit hoe zij de progressiegerichte aanpak had benut het afgelopen jaar.  Die andere deelnemer is Tessa Faber van Making Sense. Dit vertelde Tessa:

  1. Een jaar geleden was mijn doel om gezonder te leren eten en niet om een bepaald aantal kilo af te vallen. Ik heb dus een leerdoel gekozen in plaats van een prestatiedoel (lees hier over het voordeel van leerdoelen).
  2. Toen ik aan het begin stond van het gezonder leren eten, heb ik me vooral geconcentreerd op de progressie die ik al aan het bereiken was. Op de weegschaal staan hoorde daar zo nu en dan, maar niet te vaak, bij. Dat gaf me motivatie om door te gaan en optimisme dat ik op de goede weg was.
  3. Ik was tevreden met kleine stappen voorwaarts en als ik een kleine stap had gezet gaf me dat voldoening, ook als het maar om 100 gram eraf ging.
  4. Ik gebruikte implementatie-intenties om voor de gezonde optie te kiezen als het moeilijk werd en om nieuwe gewoontes in te slijten (lees hier over implementatie-intenties).
  5. Nu, na een jaar ben ik 13 kilo afgevallen, terwijl ik nooit de perceptie heb gehad dat ik met een moeizaam afvaldoel bezig was. Nu richt ik me vooral op wat ik nog wil bereiken de komende periode, in plaats van me teveel bezig te houden met wat ik al heb bereikt (Lees hier over de focus op te bereiken progressie voor achtergrondinformatie over de effectiviteit daarvan).
  6. Ik heb het afgelopen jaar geleerd gezond te eten en ik heb het kiezen voor de gezonde optie geautomatiseerd, waardoor het nu een gewoonte is geworden en veel makkelijker is dan toen ik begon.

Haar voorbeeld vind ik inspirerend voor iedereen die gezonder wil gaan leven!

De positieve gedragsvraag

De positieve gedragsvraag is een progressiegerichte interventie die veelvuldig wordt benut in gesprekken. In een progressiegericht coachingsgesprek maakt de coach gebruik van doelgericht doorvragen. Hoe weet je of je klaar bent met doorvragen? Veel mensen die de progressiegerichte aanpak willen leren toepassen, stellen zich deze vraag.

Klik hier om meer te lezen

Je bereikt je doelen beter als je ze zelf hebt gekozen

Een belangrijke manier waarop mensen hun leven betekenis geven is door persoonlijke doelen te stellen en te proberen die doelen te bereiken. De doelen die mensen nastreven kunnen worden ervaren als autonoom, dat wil zeggen dat mensen helemaal achter het nastreven van het doel staan en een volledige bereidwilligheid ervaren om het doel te bereiken. De doelen die mensen nastreven kunnen ook worden ervaren als verplicht, dat wil zeggen dat mensen druk en controle ervaren en vanwege die druk en controle het doel proberen te bereiken. Wat maakt het uit, denk je misschien, of een doel wordt nagestreefd omdat men het zelf wil of omdat men het moet. In beide gevallen streeft de persoon immers het doel na. Toch maakt het wel degelijk een verschil of iemand een autonoom doel of een gecontroleerd doel nastreeft.
Het eerste verschil gaat over het boeken van progressie. Mensen die een doel nastreven waarvan ze ervaren dat ze er helemaal achter staan, boeken meer en betere progressie dan mensen die een doel nastreven waarvan ze ervaren dat ze verplicht zijn het doel na te streven. Dit geldt ongeacht welke persoonlijkheid de persoon heeft, ongeacht hoe belangrijk het doel is, ongeacht hoe moeilijk het doel te bereiken is en ongeacht het commitment van de persoon om het doel te bereiken. Autonoom gekozen doelen worden beschermd door de persoon die vrijwillig het doel nastreeft. Als er afleidende doelen zijn pad kruizen of als hij moeilijkheden op zijn weg vindt, dan doet de persoon dingen die hem blijven focussen op het doel en negeert hij de dingen die hem afleiden van het boeken van progressie. Ook de implementatie-intenties blijken effectiever te werken wanneer je een autonoom gekozen doel nastreeft. Wil je meer lezen over implementatie-intenties, lees dan dit en dit en dit en dit. Iemand die graag kwalitatief en kwantitatief progressie wil boeken doet er goed aan te onderzoeken hoe hij de doelen die hij nastreeft zo autonoom mogelijk kan maken. Welke doelen vind je echt belangrijk? Welke doelen interesseren je? Welke doelen kloppen met je persoonlijke waarden en belangen?
Het tweede verschil gaat over welbevinden. Mensen die een autonoom gekozen doel nastreven ervaren meer positieve emoties, levensvoldoening, vitaliteit en minder negatieve emoties dan mensen die een doel nastreven waartoe ze zich verplicht voelen.
Door doelen te kiezen die belangrijk voor je zijn en je interesseren, ontstaat een opwaartse cirkel van progressie en welbevinden. Het boeken van de progressie stimuleert je namelijk om ook je vervolgkeuzes congruent te laten zijn met wat je echt wilt bereiken, wat ook weer je welbevinden verder versterkt.

Waaraan besteed ik mijn tijd?

“Ik word geleefd door mijn overvolle agenda”, zei iemand laatst tegen me (GSB): “Er komen telkens weer verzoeken voor afspraken bij en als ik dan terugkijk op mijn weken, heb ik niet het idee dat ik zelf kies hoe de tijd die ik leef eruit ziet. Hoe doe jij dat?”
Dit is mijn antwoord op die vraag. Ik gebruik leidende principes om dagelijkse kleine keuzes te maken. Ik denk geregeld na over de vraag “Wat is de komende periode betekenisvol voor mij?” of “Waar geloof ik in?” of “Wat is belangrijk voor me?” of “Wat is de afgelopen periode betekenisvol voor me geweest?”. De antwoorden op die vragen leveren principes op, die me helpen om te beslissen waar ik mijn tijd aan besteed. Welk werk ik wel en niet wil doen. Waar ik “ja” en “nee” op zeg. Wat ik kies wanneer er meerdere dingen van me worden gevraagd en ik moet kiezen waar mijn aandacht naartoe gaat.
Door deze principes te hebben, ontstaan implementatie-intenties: “Als dit gebeurt, doe ik dat”. Omdat ik helemaal achter deze implementatie-intenties sta, wordt het leven eenvoudiger. Je hoeft niet lang te dubben wat je zult kiezen, je hebt daar al eens grondig over nagedacht en als het moment daar is, is je brein rustig en doe je automatisch wat je je had voorgenomen. Dat geeft het idee dat je iets betekenisvols aan het doen bent.

Heb je je oefeningen wel gedaan…?

Om van fysieke klachten af te komen is het een voorwaarde dat de oefeningen die de fysiotherapeut meegeeft worden gedaan. Het leeuwendeel van de verbetering moet immers plaats vinden tussen de sessies, door een actieve patiënt. Oefentrouw dus. Maar 22% van de patiënten doet de oefeningen niet of nauwelijks, 35% zeer regelmatig en de rest zit er tussen in (Van de Sluijs, 1991). Het blijkt zo te zijn dat als de patiënt de perceptie heeft dat hij in staat is om de oefeningen te doen, dit een gunstig effect heeft op de oefentrouw. Ook of iemand plezier heeft in het doen van de oefeningen is een belangrijke beïnvloeder van oefentrouw.
Twee overwegingen om oefentrouw te stimuleren:
1. Het blijkt dat wat mensen zelf verwoorden beter wordt onthouden dan wat ze anderen horen verwoorden.
2. En het blijkt dat het formuleren van een implementatie-intentie goed werkt om daadwerkelijk te doen wat je je hebt voorgenomen.
De fysiotherapeut zou daarom nadat hij een oefening aan de patiënt heeft uitgelegd kunnen vragen:”Zou je eens willen samenvatten hoe de oefening werkt?” Zo komt de patiënt in de uitleg rol en is hij actief met de informatie bezig. Hij ziet het voor zich, wat het makkelijker maakt om de oefeningen ook te gaan doen.
Ook zou de fysiotherapeut de patiënt kunnen helpen een implementatie-intentie te formuleren. Bijvoorbeeld zo:
Fysiotherapeut: Stel dat je de komende weken merkt dat je effectief bezig bent met de oefeningen…waaraan merk je dat dan?
Patiënt: Dat ik ze elke dag doe…?
Fysiotherapeut: Elke dag doen…klinkt goed. Wat zou voor je kunnen werken zodat je ze elke dag doet?
Patiënt: Eh…het moet een automatisme worden he, want ik vergeet het anders zo snel…, zoals tandenpoetsen…daar denk ik ook niet bij na, dat doe ik gewoon
Fysiotherapeut: Een automatisme, ja, goed idee. Hoe zou het eruit zien als je de oefeningen automatisch zou doen, zoals je ook je tanden automatisch poetst?
Patiënt: Een vast moment op de dag denk ik…als ik ‘s avonds sta te koken…dat ik ze dan standaard ga doen
Fysiotherapeut: Ah, ja, dus als je ’s avonds gaat koken, dan doe je je oefeningen de komende weken.
Patiënt: Ja, als ik ’s avonds kook, dan doe ik de oefeningen…
Fysiotherapeut: goed plan. Ik hoor graag volgende week hoe het je is gelukt om je oefeningen te doen als je ’s avonds kookt en wat er dan beter gaat
Patiënt: ok, tot volgende week
Welke fysiotherapeuten hebben ervaring met deze twee interventies?

Wat doe jij om je impulsen te beheersen?

Zelf discipline is geassocieerd met vele voordelen. Zoals betere relaties met anderen, beter kunnen aansluiten op de sociale context, beter presteren en lange termijn doelen bereiken. Maar verlies je dan niet je spontaniteit? Zijn mensen met veel zelf discipline niet saai, rigide en horkerig? Het blijkt dat mensen met veel zelf discipline juist degenen zijn die het meest sociaal zijn. Ze hebben namelijk geleerd om hun impulsen te beheersen en goede relaties met anderen op te bouwen en te onderhouden, ze kunnen hun agressie beteugelen en hun behoeften uitstellen en zich aanpassen aan de sociale context waarin ze verkeren.
Zelf discipline is een vaardigheid, die het product is van socialisatie en die je kan helpen als je begeerlijke doelen die op lange termijn spelen wilt bereiken. De boodschap is “Je hoeft niet te reageren op de eerste impuls die je in je voelt opkomen, vooral niet wanneer toegeven aan de impuls het minder waarschijnlijk maakt dat je je langere termijn doelen zult bereiken.”
Er is een simpele mentale ombuigingstechniek die door iedereen ongeacht je leeftijd ingezet kan worden werkt versterkend voor je zelf discipline. We zijn in staat om onze sensorische ervaringen om te zetten in gedachten. Dat kunnen we goed gebruiken als mentale ombuigingstechniek. Een voorbeeld is het bekende marshmallow experiment. Tegen kinderen werd gezegd dat ze die marshmallow die ze daar zagen liggen konden zien als een wolkje, rond en wit als de maan. Door een verleidelijke stimulus te transformeren in je hoofd in een prettige afleiding wordt het effect van hete cognitie (ik wil het NU) omgebogen naar koele cognitie (beredeneren en verwerken van informatie).
Een andere manier om verleidingen te weerstaan is een implementatie-intentie formuleren. “Als mij een sigaret wordt aangeboden zeg ik nee dank je..”
Wat doe jij om je impulsen te beheersen?