Mensen verbeteren als ze de intentie hebben om te verbeteren. Dus, als je de bedoeling hebt om iets ergens beter in te worden, dan is de kans groot dat je dat gaat doen. Er blijkt een bijzonder hoge correlatie te bestaan tussen de intentie hebben om bepaald gedrag te gaan vertonen en het daadwerkelijk vertonen van dat gedrag. De intentie om bepaald gedrag is gaan vertonen zou je kunnen zien als de bereidwilligheid en de wil om dat gedrag te gaan laten zien. Interessant dus om te weten wanneer mensen die intentie gaan krijgen. Dat werd onderzocht door onder andere Icek Ajzen (Ajzen & Fishbein, 1980, 2002, 2005, 2010). Een bepalende factor of mensen de intentie hebben om het gedrag te gaan laten zien is hun perceptie of ze het kunnen. Mensen kunnen nog zo positief staan ten opzichte van bepaald gedrag, als ze de perceptie hebben dat ze niet competent zijn dan zal hun intentie om zich zo te gaan gedragen beperkt zijn. Naast die ervaren gedragscontrole blijken er nog twee factoren te zijn die de intentie beïnvloeden. De eerste is of mensen ervaren dat het gedrag de sociale norm is. Als mensen de perceptie hebben dat het gedrag van hen wordt verwacht, neemt hun intentie om het te gaan doen toe. De tweede factor is of mensen positief ten opzichte van het gedrag staan. Als mensen de perceptie hebben dat het gedrag iets goeds is, iets goeds oplevert, neemt hun intentie om het gedrag te gaan uitvoeren toe. Deze drie factoren, ervaren gedragscontrole, perceptie van een sociale norm en positieve attitude ten aanzien van het gedrag bepalen de uiteindelijke bereidwillige intentie om het gedrag te gaan uitvoeren. In een progressiegerichte interactie is er aandacht voor het te bereiken positieve gedrag. Ook is er aandacht voor het versterken van de bereidwillige intentie voor dat gedrag, door vragen te stellen die de ervaren gedragscontrole versterken, de perceptie dat het gedrag iets goeds kan opleveren versterken en die verkennen in welke context het gedrag wordt gevraagd, dus wat het perspectief van anderen is. Een paar voorbeelden van dergelijke vragen zijn:
– wat is belangrijk voor je?
– wat zou je graag willen bereiken?
– waaraan zou je merken dat je dat aan het bereiken bent?
– wat kunnen anderen je dan zien doen?
– wanneer is het je al eens gelukt om dat (een beetje) te doen?
– hoe zou je de komende week merken dat je op de goede weg bent?
– hoe kreeg je dat toen voor elkaar?