Search results for: perspectief

Progressie: hoe en wat

Met de progressiegerichte aanpak kun je vooruitgang boeken ten aanzien van iets dat waardevol voor je is. Het is daarbij belangrijk een onderscheid te maken tussen hoe en wat. Hoe, dat verwijst naar de manier waarop de aanpak werkt. Wat, verwijst naar de inhoud ten aanzien waarvan je progressie wilt boeken.
Hoe
De manier waarop progressie wordt geboekt kun je snel leren kennen als je de zeven stappen aanpak van NOAM uitprobeert. Die zeven stappen zijn bijvoorbeeld goed bruikbaar in coachingsgesprekken. Kenmerkend is dan dat de coach geen inhoudelijke oordelen velt over de doelen van de cliënt, steeds aansluit bij het perspectief van de cliënt en die persoon vervolgens helpt om steeds concreter zicht te krijgen op zijn reeds bereikte progressie en te bereiken progressie.
Wat
In principe kan de progressiegerichte aanpak dus gebruikt worden ten aanzien van elk onderwerp. Als je in een coachrol zit zul je je eigen meningen over het doel van je cliënt niet snel niet naar voren brengen. Maar dat wil niet zeggen dat er in de progressiegerichte aanpak inherent geen ideeën zijn over wat progressie is. Die zijn er wel degelijk. Progressie boeken in het mensen onderdrukken, bijvoorbeeld, is geen doel dat aansluit bij de progressiegerichte aanpak. Progressie boeken in het stimuleren van een groeimindsetcultuur doet dat wel. Sommige doelen zijn beter dan andere doelen en als je progressiegericht werkt dan kun je soms die meningen wel degelijk naar voren brengen. Dat kun je bijvoorbeeld doen als de cliënt zich met of zonder jouw hulp wil inzetten voor doelen waar tegen je principiële bezwaren hebt.
In onze nieuwsbrieven schrijf ik soms zowel over de aanpak, als ook over wat ik inhoudelijk als progressie zien. Als ik een mening heb over wat progressie is, dan gaat het me altijd om ideeën en overtuigingen en principes. Niet over personen. Het is belangrijk om dat onderscheid te blijven zien tussen ideeën en personen. Je kunt het ene idee beter vinden dan het andere idee, maar dat staat los van de personen die die ideeën hebben. Het soms aan de orde stellen van ideeën waarvan je overtuigd bent dat ze schade aanrichten op maatschappelijk niveau, is een vorm van inhoudelijk progressie proberen te boeken. Overtuigingen naar voren kunnen brengen is in een democratie cruciaal om progressie te kunnen blijven boeken, ongeacht of die overtuigingen tegen de gevoelens en meningen van sommigen of zelfs van een meerderheid ingaan.

Groeimindset-interventie ontwerpen

IMG_3705 (2)Een groeimindsetinterventie ontwerpen, hoe doe je dat?

Stress

Stel je een eerstejaarsstudent voor op een universiteit. Hij zit in zijn derde maand en het valt hem allemaal vies tegen. Het gaat allemaal zo snel, er is zoveel stof te verhapstukken en veel ook nog in lastig wetenschappelijk Engels.Klik hier om meer te lezen

Doen wat het beste is voor iedereen

pristinaEen van de thema’s in Toine Heijmans boek Pristina is empathie. Er komen vluchtelingen naar een Waddeneiland en de empathie die de eilandbewoners voelen voor de groep vluchtelingen die daar tijdelijk wordt ondergebracht maakt een ontwikkeling door. In het begin wordt de groep vluchtelingen gezien als groep, en wel als een “outgroup”. Er is bijzonder weinig empathie. Er is vooral aversie tegen de vluchtelingen.
Maar na een tijdje veranderen de vluchtelingen in de perceptie van de eilandbewoners van een homogene ‘outgroup’, naar individuen die “erbij horen”. Ieder krijgt een gezicht en wordt deel van de ingroup. De ontwikkeling van de empathie loopt daarmee synchroon. Van aversie, naar empathie en vervolgens zelfs naar een behoefte om individuele vluchtelingen te beschermen tegen onheil en uitzetting.
Menselijke empathie is een automatisch proces: we voelen zonder dat we erbij na hoeven te denken angst als we een koorddanser op tv zien balanceren op grote hoogte. Er is sprake van neurale resonantie: de activiteit in onze hersenen resoneert met wat de ander ondergaat. Heeft die pijn, dan is de pijn te zien in onze hersenen.
Maar empathie is niet altijd een automatisch proces. De empathie die we ervaren is ook afhankelijk van de situatie waarin we verkeren. Zien we iemand die pijn heeft maar is die persoon onze vijand, dan wordt de neurale resonantie gedempt. Of zelfs voorkomen. Iemand die op de eerste hulp van het ziekenhuis werkt vertoont niet dezelfde empathische reactie bij de 100ste patiënt die wordt binnengebracht, dan hij deed bij de eerste patiënt. Mensen doen (onbewust en bewust) dingen om hun automatische empathische responsen te reguleren.
Zaki, van Stanford University, suggereert dat de manier waarop we onze empathische gevoelens reguleren afhankelijk is van onze motieven. We kunnen benadermotieven of vermijdmotieven hebben. Als iemand van onze eigen groep pijn heeft of bedreigd wordt, dan besteden we meer aandacht aan diens situatie en schatten we diens pijn of angst als sterker in dan wanneer iemand van een andere groep dezelfde pijn heeft of bedreigd wordt. Daarnaast selecteren we in welke situatie we ons begeven. Willen we liever geen empathie voelen voor iemand van een groep waartoe wij niet behoren, dan zoeken we geen situaties op waarin we kunnen zien en ervaren welke pijn of angst die persoon meemaakt. Maar willen we juist wel graag empathie voelen voor iemand, dan zoeken we de situaties op waarin we geconfronteerd worden met de gevoelens van die persoon.
Het boek van Heijmans laat met een mooi, pakkend en spannend verhaal, een dergelijke ontwikkeling van empathie zien. Hoe verderaf de vluchtelingen staan, hoe meer mensen vermijdmotivatie hebben, hoe meer vluchtelingen worden gezien als leden van een outgroup, hoe minder empathie mensen voor ze hebben. Hoe meer de vluchtelingen een persoonlijk gezicht krijgen, hoe meer mensen benadermotieven hebben en hoe meer vluchtelingen leden worden van de ingroup, hoe sterker de empathische gevoelens worden.
Overigens is dit wat mij betreft geen pleidooi voor alleen maar empathie. Want naast empathie blijft het stellen van grenzen en het duidelijk maken van verwachtingen van belang. Dat zijn de twee hoofdingrediënten van progressiegericht sturen: erkenning voor het perspectief van de ander hand in hand laten gaan met het vasthouden aan doelen en grenzen. Meer lezen over progressiegericht sturen kan hier.
In het boek Pristina staat de ambtenaar die verantwoordelijk is voor het soepel terug laten keren van mensen die niet in Nederland mogen blijven voor een belangrijke keuze. Werkt hij mee met het laten blijven van iemand die niet mag blijven of handhaaft hij de regels? Toine Heijmans sluit zijn boek af met de zin: hij doet wat het beste is voor iedereen.
Zaki – Empathy a motivated account

Wat is autonomie?

Een studentenbegeleider voert gesprekken met studenten die vaak absent zijn.

Leerplicht

Hij moet hen duidelijk maken dat er in Nederland leerplicht bestaat en dat ze verplicht zijn om naar school te komen. Maar de studenten hebben er geen zin in. Ze zijn bezig met allerlei andere dingen in hun leven, van flinke problemen tot leuke handeltjes drijven.Klik hier om meer te lezen

Het bestaansrecht van perspectieven

Heb je misschien een tip hoe ik teamleden naar elkaar kan laten luisteren? Dat vroeg een deelnemer in onze training laatst. Haar ervaring is dat teamleden niet ingaan op elkaars inbreng, maar zodra iemand is uitgepraat met hun eigen inbreng komen, waardoor er een enkele verdieping ontstaat. Als iedereen hetzelfde denkt over een onderwerp, dan kom je in elk geval nog tot concrete ideeën voor het vervolg. Maar als mensen verschillend denken over een onderwerp, dan verzandt het gesprek al snel in het droppen van stellingen. Het lijkt wel alsof men denkt dat het onderzoeken van het perspectief van de ander direct ten koste gaat van het kunnen inbrengen van je eigen perspectief. Denken vanuit “of-of”. Of jij hebt gelijk, of ik. Of jij wint, of ik. Of jouw perspectief is goed, of dat van mij. We moeten kiezen wiens perspectief het beste is. Het is een wedstrijd tussen perspectieven. Er is schaarste ten aanzien van wie er gelijk kan hebben.
Als je de situatie zo framed, dan word je onrustig als iemand anders zijn perspectief naar voren brengt. Dan zit je klaar om in te springen, het woord over te nemen en je eigen perspectief krachtig voor het voetlicht te brengen. Je doel wordt om de ander te overtuigen, overrulen, ompraten, imponeren. Of je wordt stil, je trekt je terug, je haakt af. Je doel wordt om de interactie te overleven.
Je kunt het idee loslaten dat het ene perspectief ten koste gaat van het andere perspectief. Dat het ene perspectief afbreuk doet aan het andere. Dat het ene moet winnen van het andere. Als je dat doet, blijft je eigen perspectief rustig overeind staan, ongeacht wat het andere perspectief is. En het andere perspectief blijft rustig overeind staan, ongeacht jouw eigen perspectief.
Als je de ogen van de ander zou hebben, zou je hetzelfde zien als de ander. Als die ander jouw ogen had, zag hij wat jij ziet. Het onderzoeken van het perspectief van de ander laat jouw perspectief met rust. Het onderzoeken van jouw perspectief laat het perspectief van de ander met rust.
Perspectieven die onderzocht zijn en bestaansrecht hebben, onafhankelijk van elkaar, leiden tot inzicht bij de betrokkenen. Vanuit rust en inzicht wordt het eenvoudiger om tot werkbare ideeën te komen. Want in plaats van alle energie te moeten besteden aan het vechten om gehoord te worden, kun je samen de energie steken in het bedenken van goede creatieve ideeën. Het onderzoeken van de perspectieven helpt juist om samen verder te komen, in plaats van dat het afbreuk doet aan de perspectieven.
Zou het zo kunnen zijn dat het bestaansrecht geven aan het perspectief van de ander één van de moeilijkste dingen is in communicatie? Het zou zo maar kunnen, als ik afga op wat mensen doen in interacties en waarmee ze worstelen in onze trainingen. Maar bestaansrecht geven aan het perspectief van de ander is goed te leren. Zowel qua techniek als qua overtuigingen.
De technische kant is bijvoorbeeld het samenvatten van het perspectief van de ander in de sleutelwoorden van de ander. De technische kant is ook dat je zo goed in contact bent met je eigen oordelen, associaties en emoties dat je er bewust voor kunt kiezen die geen rol te laten spelen in de interactie. Het betekent ook dusdanig stevig in je schoenen staan, dat je zowel bereid bent te luisteren naar de ander, als aan je eigen perspectief vast te houden, als je eigen perspectief bij te stellen. Het stellen van vragen die de ander uitnodigen om meer te vertellen. Zinnen gebruiken als:’Ik wil je graag goed begrijpen, kun je nog eens wat meer vertellen over hoe jij de situatie ziet?’ Je wordt even helemaal en volop de ander, terwijl je stevig jezelf blijft. Dat is te zien doordat je belangstellend kijkt, omdat je belangstellend bent. Dat is te zien doordat je intonatie vriendelijk is, omdat je je vriendelijk voelt. Dat is te zien doordat je goed nadenkt over wat de ander zegt, omdat je nauwgezet wilt begrijpen wat de ander bedoelt.
Ook je overtuigingen zijn ontwikkelbaar. Wat geloof je over wat werkt in interacties tussen mensen? Dat mensen onder druk gezet moeten worden omdat ze anders niet in beweging gaan komen? Of juist dat mensen autonoom gemotiveerd raken als ze merken dat hun perspectief ertoe doet en ze zich verbonden kunnen voelen met anderen? Wat geloof je over of en hoe mensen kunnen veranderen? Dat je een ander niet kunt veranderen? Of dat je een ander juist niet niet kunt veranderen? Wat geloof je over de mogelijkheid om in elke situatie een beetje progressie te kunnen boeken? Dat je vast zit en het de verkeerde kant op gaat? Of juist dat er altijd mogelijkheden zijn om de dingen een beetje beter te maken?
Net zoals ieders vingerafdruk uniek is, is ieders brein uniek. Het kan dan ook boeiend zijn om het perspectief van iemand anders te onderzoeken. Verrassend. Je komt iets te weten wat je niet wist. En voor die ander is een dergelijke ervaring waarschijnlijk ook uniek. Iemand die oordeelloos je gedachten onderzoekt. In welke interactie komt dat nou voor, dat jouw perspectief er zo helemaal mag zijn? Zelden, vermoed ik.
Laatst zei een coachingscliënt in antwoord op de nuttigheidsvraag:’Ja, het is nuttig, want mijn gedachten krijgen door dit gesprek bestaansrecht’.
Als perspectieven er niet mogen zijn, dan klampen mensen zich nog steviger vast aan hun perspectief. Dat stagneert. Als perspectieven bestaansrecht krijgen, dan kunnen ze zich ontwikkelen. Progressie.

3 tips voor progressiegericht omgaan met je ergernis

Iedereen ergert zich wel eens. En iedereen laat zich wel eens meeslepen door zijn ergernis. Maar stel dat je progressiegericht wil omgaan met je ergernis, wat kun je dan proberen? Hier zijn drie tips:

  • Tip 1: neem je ergernis serieus en vraag je af:”Wat is de reden van mijn ergernis?” “Welke belangrijke waarde staat er op dit moment onder druk wat mij betreft?” “Waar pleit ik voor?” “Hoe kan ik die belangrijke waarde en waar ik voor pleit recht doen in de huidige situatie?” Bijvoorbeeld. Een leidinggevende ergert zich aan het afhankelijke gedrag van een aantal medewerkers. Ze willen voor elke actie goedkeuring en komen niet uit zichzelf met initiatieven en nemen geen risico’s. Als een van die medewerkers een email stuurt met de vraag wat hij verder moet gaan doen in het project, merkt de leidinggevende een golf van ergernis opkomen. De leidinggevende beantwoordt in zijn hoofd de bovenstaande vier vragen. De reden van mijn ergernis is het afhankelijke, afwachtende gedrag van een aantal medewerkers. Wat ik belangrijk vind is dat mensen autonoom gemotiveerd zijn om hun werk uit te voeren. Dat betekent dat ze er zelf helemaal achter staan als ze iets doen en begrijpen waarom ze doen wat ze doen. De vragen van deze medewerkers aan mij om ze alles voor te kauwen duwt mij in een controlerende rol. Ik pleit juist voor werkomgevingen waarin mensen zelfstartend zijn, autonoom gemotiveerd zijn, doen wat ze interessant en belangrijk vinden. Daarom ga ik deze medewerkers uitnodigen voor een gesprek waarin ik ga toelichten wat autonome motivatie is en ga ik met hen onderzoeken op welke manier zij autonomer kunnen gaan functioneren. Doordat deze leidinggevende dit gedachteproces doorliep, verdween zijn ergernis en maakte die plaats voor doelgerichtheid en vastberadenheid.
  • Tip 2: als je je ergert, focus je dan op het perspectief van je gesprekspartner. Dit is een implementatie-intentie en dit soort constructies helpt om snel en effectief gewoontes te veranderen. Als je geërgerd bent is de kans groot dat je negatieve dingen gaat zeggen en uitstralen. Door deze implementatie-intentie te formuleren schiet het focussen op het perspectief van de ander je sneller te binnen dan het uiten van je ergernis. Lees hier verder over implementatie-intenties. Bijvoorbeeld. Een coach merkt dat hij zich ergert aan klagende uitingen van zijn cliënten. Hij heeft de laatste tijd moeite om zijn ergernis geen rol te laten spelen in zijn coachingsgesprekken. Hij neemt zich voor om de volgende keer dat een cliënt klaagt en hij zelf merkt dat hij zich begint te ergeren, de vraag te stellen:”Ah, dat lijkt me lastig….vertel eens?” Daarnaast neemt hij zich voor om vervolgens het perspectief van de cliënt samen te vatten. Doordat hij deze implementatie-intentie heeft geformuleerd krijgt zijn ergernis geen ruimte meer in het gesprek. Dat komt omdat hij met iets anders bezig is, dan met zijn ergernis: met het stellen van de vraag en het samenvatten van het perspectief. Zijn ergernis verdwijnt daarmee en hij krijgt echt begrip voor zijn cliënt en diens lastige situatie. Zijn cliënten reageren ook weer beter op zijn vervolgvragen, waardoor zowel zijn cliënten als hijzelf het gesprek constructiever verloopt.
  • Tip 3: lach inwendig om jezelf, onttrek je aan de situatie en ga iets doen wat je interessant of leuk vindt. Door om jezelf te lachen relativeer je je ergernis en ben je tegelijkertijd wat milder voor jezelf en de ander. Door je te onttrekken aan de situatie kan je amygdala even afkoelen waardoor je weer rationeler kan worden. Door iets te doen wat je interessant of leuk vindt, krijg je positieve emoties waardoor je nog weer milder en genuanceerder naar de oorspronkelijke ergerlijke situatie kan kijken.

Natuurkunde en wiskunde, vrouwen en mannen

spelkeVoor de liefhebber van het onderwerp “wetenschap en gender” zijn deze presentaties van Steven Pinker en Elizabeth Spelke boeiend. Beiden hebben een genuanceerde mening en beiden onderbouwen ze hun mening met onderzoeken en interpretaties van onderzoeken. Ultrakort samengevat stelt Spelke dat we op dit moment geen enkel bewijs hebben dat de reden waarom er veel minder vrouwen dan mannen de top bereiken in de natuurkundige en wiskundige wetenschappen zou zijn dat er onveranderbare aangeboren verschillen zijn tussen mannen en vrouwen. Pinker stelt dat de reden waarom er veel minder vrouwen dan mannen de top bereiken in natuurkundige en wiskundige wetenschappen onder andere terug te voeren is op onveranderbare en aangeboren verschillen tussen de geslachten.
Aan de ene kant anderhalf uur lang genieten van scherpe redeneringen van twee uitermate onderlegde wetenschappers. Een voorbeeld? Een hoofdgedachte van Pinker is dat stereotypen wellicht serieus genomen moeten worden, omdat ze niet uit het niets komen. Dus er bereiken minder vrouwen dan mannen de top in natuur- en wiskundige wetenschap omdat er aangeboren verschillen zijn tussen mannen en vrouwen. Hij onderbouwt deze stelling met onderzoeken. Spelke stelt daar tegenover dat ouders hun baby’s anders behandelen en anders beschrijven afhankelijk van het geslacht, en dat dit effect optreedt ongeacht het daadwerkelijke geslacht. Bijvoorbeeld: als je denkt dat een baby een jongen is die opeens geconfronteerd wordt het een hard geluid dan beschrijf je zijn reactie als “boos”, maar denk je dat diezelfde baby een meisje is dan beschrijf je haar reactie als “bang”. Op boosheid reageren we anders dan op angst, waardoor we van jongst af aan het brein van ons nageslacht vormen naar onze stereotype beelden, terwijl we denken dat we jongens en meisjes precies hetzelfde behandelen. Zij onderbouwt dit ook met onderzoeken. Interessant dus, hoewel ik de onderzoeken en argumenten van Spelke overtuigender vind en meer vind getuigen van een groeimindset. Ook wat Spelke en Pinker zeggen over de SAT scores en wat de SAT meet is een boeiend stukje.
Aan de andere kant blijf ik over met een gevoel van teleurstelling dat deze debatten nog steeds gevoerd worden en dat de wetenschap zich nog steeds met de verklaringen van aangeboren en onveranderbare verschillen tussen mannen en vrouwen wil bezig houden. Pinker haast zich te zeggen dat hij feminist is en dat aangeboren verschillen tussen mannen en vrouwen niet moeten betekenen dat mannen en vrouwen anders behandeld zouden moeten worden. Desalniettemin lijkt hij vanuit een statisch mindset perspectief te redeneren. Hij stelt ook dat discriminatie op basis van geslacht ongewenst is. Daarover zijn Spelke en hij het eens.
Mijn vraag: waarom deze zoektocht naar bewijs voor aangeboren verschillen tussen mannen en vrouwen? Is dat idee gebaseerd op de assumptie dat we eerst de oorzaak moeten kennen van waarom de realiteit is zoals die nu is, voor we kunnen gaan beginnen met het creëren van een gewenste toekomst?
Jordan belicht vanuit een andere invalshoek de (on)zin van het onderzoeken van verschillen tussen mannen en vrouwen. Zij pleit ervoor het onbruikbare “wetenschappelijke” pad van aangeboren verschillen tussen mannen en vrouwen los te laten. Dit pad leidt ons af van wat leren begrijpen hoe het menselijk lichaam, het menselijke brein en menselijk gedrag zich ontwikkelt (in plaats van hoe mannen versus vrouwen zich ontwikkelen), stelt ze.
https://www.youtube.com/watch?v=WHhnqh6u3Vo

Progressiegerichte reisagent

Stel je voor dat je als reisagent in de volgende vervelende situatie bent beland. Een klant heeft een aantal maanden geleden een boeking en een aanbetaling gedaan voor een vakantiewoning, die nu door omstandigheden helaas niet meer verhuurd kan worden. Je hebt gekeken naar alternatieven voor deze klant, maar het is niet eenvoudig. Een optie die je ziet is een vakantiewoning die 250 kilometer van de oorspronkelijke geboekte vakantiewoning verwijderd ligt en die ook nog eens kleiner en minder luxe is. Je stelt een email op om de klant te informeren. Je doel is de klant te behouden en te helpen met een alternatieve vakantiewoning. Dit is je email:
Hierbij informeer ik u over uw reservering.  Helaas is het door omstandigheden niet mogelijk om uw vakantie door te brengen in de geboekte vakantiewoning. Uiteraard vind ik dit heel vervelend. Ik heb dan ook geprobeerd om een gelijkwaardig alternatief te vinden. Dit is gelukt! Ik heb een andere woning voor u uitgezocht. Een gezellige woning die helemaal gelijk is aan wat u had geboekt. In de bijlage treft u de aangepaste bevestiging aan. Voor dit alternatief zullen uiteraard geen extra kosten in rekening worden gebracht. Graag ontvangen wij binnen enkele dagen uw reactie. Mocht u nog vragen hebben, kunt u ook gerust contact met ons opnemen.
Voordat je je email verzendt, pak je eerst even de progressiegerichte communicatieprincipes erbij: erkennend, aansluiten bij het perspectief van de ander, vriendelijk, eerlijk, doelgericht, autonomieondersteunend, kleine stappen voorwaarts, benuttend wat werkt, duidelijk, vragend ipv stellend. En je legt jouw tekst naast die principes. Wat zou je dan veranderen aan de tekst?
Als je een voorbeelduitwerking wilt, dan kun je mailen naar gwendaschlundtbodien@kpnmail.nl
 
 

Autonomieondersteunende gespreksvoering voor fysiotherapeuten

De zelfdeterminatie theorie onderschrijven en begrijpen is nog iets anders dan daadwerkelijk op een autonomieondersteunende manier communiceren. Bijvoorbeeld: iemand kan begrijpen dat als mensen onder druk gezet worden er minder kans is dat ze het gewenste gedrag willen gaan uitvoeren, maar kan toch op een controlerende manier communiceren, bijvoorbeeld met de formulering:”Ik wil dat jij….”
De onderzoekers Murray et al (2015) zeggen dat er nog zeer weinig empirisch onderzoek is gedaan naar die daadwerkelijke communicatie. Hun onderzoek richtte zich op de communicatie van fysiotherapeuten die in gesprek zijn met cliënten met lage rugklachten. De onderzoekers stellen dat veel fysiotherapeuten controlerende taal gebruiken in hun consulten. Bijvoorbeeld: “Ik wil dat je de komende week de volgende oefening voor me doet…”Klik hier om meer te lezen

Kleine sociaal-psychologische interventies

Hoe werken kleine sociaal-psychologische interventies? Hier kun je enkele voorbeelden lezen van kleine sociaal-psychologische interventies met verbluffende lange termijn effecten.Klik hier om meer te lezen