Emotionele fijnmazigheid heeft belangrijke voordelen voor onze lichamelijke en geestelijke gezondheid. Emotional granularity is een term die Lisa Feldman Barett veelvuldig gebruikt in haar boek How emotions are made, dat ik deze week opnieuw aan het lezen ben. Feldman Barett biedt een overtuigend alternatief voor de klassieke theorie van menselijke emoties.

Universele basisemoties

De klassieke theorie van emoties, zoals bijvoorbeeld Ekman die propageert, gaat ervan uit dat mensen zes basisemoties hebben (woede, verdriet, verrassing, geluk en walging). Die basisemoties zijn te zien in gezichtsuitdrukkingen en gaan gepaard met een universeel patroon in onze hersenen en lichaam. Ze zijn cultureel onafhankelijk en vrijwel mens herkent vanuit een gezichtsuitdrukking welke emotie de persoon op dat moment ervaart. Mensen die boos zijn fronsen, mensen die gelukkig zijn lachen, mensen die verdrietig zijn huilen en mensen die verrast zijn sperren hun ogen open.

Essentialisme

Deze theorie is een zogenaamde essentialistische theorie. Emoties huizen in ons als entiteiten, ze worden getriggerd door gebeurtenissen en mensen moeten hun best doen om de emoties die ze hebben te reguleren. Essentialisme zegt dat er specifieke emotie-circuits zijn in ons brein. Angst gaat bijvoorbeeld gepaard met activiteit in de amygdala. Onze emoties huizen in ons limbisch systeem, zo zegt deze klassieke theorie. Die theorie hanteert dan ook het concept van een drievoudig brein: het reptielen brein, het limbisch systeem (zoogdierenbrein) en de neocortex (waar onze ratio, creativiteit, analytisch vermogen e.d. huist).

Niet correct

De klassieke theorie is echter waarschijnlijk niet correct net zo min als een drievoudig brein correct is. (Over dat laatste in een ander artikel meer.) Er zijn geen universele basisemoties, maar emoties zijn cultuurspecifiek. Daar zijn veel voorbeelden van te geven en Lisa Feldman Barett beschrijft er een aantal in haar boek. Zo bestaat er in het Japans een emotiewoord voor de teleurstelling die je ervaart wanneer je naar de kapper bent geweest en het resultaat valt tegen. In geen enkele andere taal bestaat dat emotieconcept in 1 woord. ook ons Nederlandse ‘gezelligheid’ is een emotieconcept dat in geen andere taal te vinden is.

Geen universele gezichtsuitdrukkingen

Er zijn geen universele gezichtsuitdrukkingen die horen bij elke basisemoties. Soms huilen we van geluk, soms schreeuwen we van verdriet, soms fronsen we van blijdschap en soms kijken we met opengesperde ogen omdat we zo gelukkig zijn.

Geen blauwprint

In ons lichaam zijn ook geen patronen te zien die de blauwprint zijn van een bepaalde emotie. Soms gaat onze hartslag en temperatuur bijvoorbeeld omhoog als we boos zijn, soms gaat die naar beneden, soms blijft die gelijk. Soms is de amygdala actief als we bang zijn, soms ook niet of veel minder. Er worden consequent geen algemeen optredende patronen gevonden en juist wel veel variëteit.

Gezichtsuitdrukkingen plus emotiewoorden

Mensen herkennen de universele gezichtsuitdrukkingen van Ekman alleen wanneer ze woorden aangereikt krijgen die ze moeten matchen met gezichtsuitdrukkingen. Soms krijgen ze ook eerst training in Engelse emotiewoorden en daarna krijgen ze de plaatjes met gezichtsuitdrukkingen te zien waaraan die geleerde emotiewoorden moeten worden gekoppeld. Zijn er geen voorgeselecteerde woorden beschikbaar, dan dan is er veel minder overeenstemming in welke emoties mensen toedichten aan gezichtsuitdrukkingen.

Geconstrueerde emoties

Feldmans theorie is de theorie van geconstrueerde emoties. Baby’s worden geboren met de capaciteit van statistisch leren, ze kunnen patronen ontdekken. Ze koppelen geuren, aanrakingen, smaken en andere sensaties die samengaan aan elkaar tot een samenhangend patroon. Zo ontstaan vele hersenverbindingen.

Als hun buikje leeg is en ze worden gevoed, voelen ze de aanraking van hun ouders of verzorgers, ze ruiken de melk, ze proeven de smaak van de melk en ze voelen hun buikje prettig worden gevuld. Zo verandert hun gevoel van negatief en opgewonden (honger) naar positief en kalm (weldadigheid).

Affect en arousal

Baby’s worden geboren met deze capaciteit tot het ervaren van affect en arousal: ze kunnen zich positief of negatief voelen en opgewonden of kalm. Dit affect ontstaat door interoceptie: het brein is steeds aan het inschatten hoe het met het lichaam van de baby gaat. Heeft het iets nodig? Is het moe? Heeft het honger? Is het comfortabel? Heeft het pijn? Deze interoceptie gaat gepaard met affect en arousal.

Interoceptie, predictie, simulatie

Dit proces is niet alleen gaande in baby’s. Je brein is voortdurend aan het meten hoe het met je lichaam gesteld is. Hoe is je bloeddruk? Heb je voldoende suiker? Of teveel? Vervolgens interpreteert je brein wat je lichamelijke staat betekent. Feldman noemt dit body budgetting.

Moet je iets doen om je equilibrium te herstellen? Heb je bijvoorbeeld slaap of dorst of ben je verdrietig of blij? Je brein doet een gokje en vervolgens neem jij dat gokje over of je verwerpt het. Je bent niet down maar je bent moe bijvoorbeeld, dus ga je slapen. Je bent niet verdrietig, maar je hebt dorst, dus neem je iets te drinken.

De gokjes die je brein doet baseert het op je ervaringen in het verleden. Wanneer een baby een paar keer heeft gemerkt dat wanneer zijn maag rommelt, hij schreeuwt, zijn vader of moeder komt, hij melk krijgt en zich weldadig voelt dan leert zijn brein dat dit een pakketje is dat samengaat. Zo construeert een kind langzamerhand emotionele concepten en associeert hij op iets latere leeftijd lekker eten met je weldadig voelen.

Emoties worden geleerd

Affect en arousal is aangeboren, maar emoties worden geleerd. Vanaf een maand of drie zijn baby’s in staat om gezichten te zien, maar ze kunnen geen emoties aflezen van gezichten. Zelfs glimlachen is, zo is gebleken, pas een uiting van blijdschap in de Westerse wereld geworden sinds er tandartsen kwamen om de tanden goed te onderhouden.

Dat wil niet zeggen dat emoties niet echt zouden bestaan. Emoties zijn heel echt, net zoals geld echt is. Emoties zijn constructen die geleerd worden. We reiken via de woorden emotieconcepten aan onze baby’s en zo leren kinderen emotieconcepten die cultuurspecifiek zijn.

Emotionele fijnmazigheid

Mensen verschillen ten aanzien van hun vaardigheid om emoties van henzelf te onderscheiden. Sommige mensen kunnen bijvoorbeeld alleen onderscheid maken tussen ‘ik voel me ellendig’ en ‘ik voel me goed’. Andere mensen zijn in staat om ‘ik voel me ellendig’ veel fijnmaziger te beschrijven. ‘Ik voel me verdrietig omdat mijn vriend te horen heeft gekregen dat hij is gezakt en ik sympathiseer heel erg met zijn teleurstelling en daarom voel ik me wat down vandaag’, is een voorbeeld van een veel fijnmaziger manier van over je eigen emoties denken.

Voordeel van emotionele fijnmazigheid

Emotionele fijnmazigheid, in de zin van gedetailleerd kunnen beschrijven welke emoties je ervaart, werkt beter voor de balans in je lichaam (je body budgetting). Je weet als je je emoties fijnmazig kunt onderscheiden beter wat je kunt doen om weer in balans te komen.

Stel dat je kind wakker wordt en heel down is en het alleen kan zeggen ‘Ik voel me ellendig’. Dan zijn er veel minder aanknopingspunten om iets te gaan doen dan wanneer je kind zegt: ‘Ik zie er tegenop om naar school te gaan want ik heb les van een docent die mij niet mag en ik voel me dan altijd zo angstig en alleen in de klas’. Deze tweede manier van denken over emoties biedt je kind aanknopingsmogelijkheden om iets te gaan doen om zich beter te gaan voelen.

Mensen die lage emotionele fijnmazigheid hebben en hun negatieve gevoelens niet gedetailleerd onder woorden kunnen brengen hebben sterkere negatieve reactie op negatief affect en hebben kwetsbaarder geestelijke gezondheid.

Rijke emotievocabulaire

Ouders kunnen hun kinderen helpen om emotionele fijnmazigheid te ontwikkelen door niet alleen de stereotype emotiewoorden te gebruiken, maar veel rijkere vocabulaire te gebruiken om gevoelens mee te beschrijven.

Ook kunnen ze kinderen leren dat gezichtsuitdrukkingen allerlei emoties kunnen uitdrukken, niet slechts de stereotype emoties. Huilen kan bijvoorbeeld van alles betekenen en we weten pas welke emotie er gaande is wanneer we de context waarin het huilen plaatsvindt in ogenschouw nemen.

Emoties accuraat inschatten is niet iets dat wij kunnen op basis van een gezichtsuitdrukking, we kunnen pas weten wat iemand voelt wanneer die persoon in interactie met ons woorden geeft aan zijn emotie. Zo construeren we samen emoties.

Lichamelijke gezondheid

Affect en arousal (negatief, positief, opgewonden, kalm) is altijd aanwezig en beïnvloeden altijd hoe we ons voelen, denken, ervaren, dromen. Alle mentale activiteit is gekleurd door affect. Ons brein meet immers voortdurend hoe ons lichaam ervoor staat en dat bepaalt ons affect en onze staat van arousal. Willen we constructieve emoties creëren dan kunnen we beginnen met gezond te eten, voldoende te slapen en voldoende te bewegen. Dat heeft een positief effect op onze emoties omdat ons lichaam in balans is. Bewegen heeft dan ook een positief effect op hoe we ons voelen.