De kracht van het coachperspectief
De kracht van het coachperspectief. Als progressiegerichte coach is het cruciaal om vragen te stellen die de cliënt helpen om helder voor ogen te krijgen wat hij wil bereiken en welke strategieën voor hem of haar werken. In de CPW-zeven stappen aanpak liggen deze vragen verscholen, waaruit de progressiegerichte coach put. Het zijn geen rigide structuren waarin de coach de cliënt perst, maar vormen een vraagsequentie die flexibel wordt benut, met de focus op het perspectief van de cliënt.
Trainingen Progressiegericht Werken |
Logica en Flexibiliteit
In deze aanpak is het logisch om de interactie te beginnen met de nuttigheidsvraag, maar in latere sessies kan de coach er ook voor kiezen om eerst de vraag “Wat gaat beter?” te stellen. Met de nuttigheidsvraag staat de client direct aan het roer van de inhoud van het gesprek en met de “Wat gaat beter-“vraag krijgt de client zich op de progressie die hij heeft bereikt. Een progressiegerichte interactie draait steeds om het perspectief van de cliënt. Dat betekent echter niet dat de coach zijn eigen perspectief altijd achterwege moet laten. Als de coach inschat dat zijn perspectief waardevol en interessant kan zijn voor de cliënt, kan hij dit op een progressiegerichte manier delen. Hij beweegt dan even en in lichte mate in de richting van de rol van progressiegericht adviseren.
Het Coachperspectief
Voordat de coach zijn perspectief deelt, vraagt hij eerst om toestemming. Bijvoorbeeld: “Ik heb een gedachte hierover, vind je het goed als ik die even deel?” Hierdoor heeft de cliënt alle vrijheid om “ja” of “nee” te antwoorden. Als de cliënt geen toestemming geeft, laat de coach los en sluit hij weer aan op wat de cliënt naar voren brengt, en gaat hij door met het stellen van progressievragen.
Trainingen Progressiegericht Werken |
Tentatief en Beknopt
Wanneer de cliënt wel interesse heeft in het perspectief van de coach, formuleert de coach zijn gedachten op een tentatieve manier. Dit houdt in dat de coach woorden en een intonatie kiest waaruit blijkt dat de cliënt te allen tijde mag onderbreken of kan afwijzen wat de coach naar voren brengt. Bijvoorbeeld: “Mijn gedachte is dat je er wellicht op deze en deze manier naar zou kunnen kijken…” Daarnaast is het belangrijk dat de coach beknopt is bij het uitleggen van zijn perspectief. Op deze manier hoeft de cliënt slechts kort te luisteren en wordt hij niet in een passieve positie geduwd.
Onderzoekend
De coach sluit zijn beknopte uitleg van zijn perspectief af met een vraag die de cliënt weer aan het roer van het gesprek zet. Bijvoorbeeld door te vragen: “Spreekt dit je aan?” Hierdoor kan de cliënt alle kanten op met de suggestie van de coach: afwijzen, vragen stellen, accepteren, enzovoort.
Bruikbaar?
Als de cliënt het perspectief van de coach niet bruikbaar vindt, laat de coach zijn perspectief los en vraagt hij: “Ah, dus wat ik net zei klopt niet, wat zijn jouw gedachten?” Wanneer de cliënt het perspectief van de coach wel bruikbaar vindt, geeft de coach de cliënt de gelegenheid om onder woorden te brengen wat hem interesseert en bruikbaar lijkt. Bijvoorbeeld door te vragen: “Wat spreekt je met name aan?” of “Hoe is dit bruikbaar voor jou?”
De kracht van het coachperspectief
In een succesvolle progressiegerichte coachingssessie worden vragen gesteld die de cliënt helpen zijn doelen te definiëren en strategieën te ontwikkelen. Het delen van het coachperspectief kan een waardevolle aanvulling zijn, maar het is altijd flexibel, tentatief en beknopt. Door de cliënt weer aan het roer te zetten en zijn reactie serieus te nemen, ontstaat een vruchtbare dialoog die de progressie bevordert.
Trainingen Progressiegericht Werken |