Category Archive: Gwenda Schlundt Bodien

Cliëntgeleid zorg verlenen

email_logoBinnenkort verschijnt in het Tijdschrift voor Verzorgenden TvV een korte versie van het onderstaande artikel over cliëntgeleid zorg verlenen. Het artikel start zo:
Lieke, verzorgende bij Stichting MaasDuinen, had een drukke maar goede ochtend achter de rug. Haar werk leek er de laatste tijd wel leuker op geworden te zijn. Meneer Pieterse zei vanochtend nog tegen haar:”’t Was weer fijn hoe je me hielp vandaag”. En mevrouw Janse, die weinig meer kon zeggen, had haar een dankbare blik toegeworpen toen zij haar voorzichtig uit bed hielp, omdat ze meende te zien dat mevrouw a een stijve nek had.
“Wat werkt er toch zo goed de laatste tijd?”, dacht Lieke, terwijl ze de lunchroom binnenstapte om een hapje te gaan lunchen. Yvonne, haar lunchgenoot en verpleegkundige bij een andere organisatie, merkte op:”Waar zit jij zo over te peinzen?” Waarop Lieke antwoordde:”Ik zit na te denken over wat er zo goed werkt de laatste tijd, waardoor mijn cliënten zo tevreden zijn en ik met zoveel voldoening naar mijn werk ga”. Yvonne riep uit:”Dat zou ik graag willen weten! Wat doe jij wat zo goed werkt?” Lieke ging achterover zitten en zei:”Ik denk dat het iets te maken heeft met wat ik heb geleerd over belevingsgerichte zorg en progressiegericht werken.” Yvonne reageerde:”Ah, die trainingen zou ik ook wel eens willen volgen! Vertel eens, wat is dat eigenlijk, belevingsgerichte zorg en progressiegericht werken?”
Lees het hele artikel clientgeleide zorg verlenen lange versie

5 interventies en 4 progressiegerichte competenties

Dia1In onze progressiegerichte aanpak maken we onderscheid tussen helpen, sturen, trainen en instrueren. Bij helpen gaat het om de doelen van de ander en om wat voor de ander werkt om die doelen te bereiken. Bij sturen gaat het om overkoepelende doelen waaraan de ander moet voldoen en om wat voor die ander werkt om de doelen te bereiken. Bij trainen gaat het om de doelen van de ander en zijn er manieren beschikbaar om die doelen te bereiken, welke de ander wil leren. Bij instrueren gaat het om overkoepelende doelen waaraan de ander moet voldoen en is er een standaard manier waarop die doelen moeten worden bereikt.Klik hier om meer te lezen

Mijn leven is nog niet zo slecht

kahneman“Ik voel me op dit moment op mijn vakantie blij” versus “Ik voelde me tijdens mijn vakantie blij”. Geven deze twee zinnen hetzelfde aan over deze vakantie?
“Dat was geen slechte dag” versus “Dat was een fantastische dag”. Kun je uit deze twee zinnen afleiden hoe goed de dag werkelijk was voor de persoon?
Kahneman wijst erop dat dit niet het geval is. Noch in de eerste situatie, noch in de tweede situatie kun je stellen dat het over hetzelfde gaat. Wat zijn de verschillen?
Klik hier om meer te lezen

Heb ik hulp nodig?

Dat is een vraag die je prima met “ja” mag beantwoorden. Het kan heel behulpzaam zijn om even door iemand, een coach, een vriend, een familielid, een vreemde, geholpen te worden als je er doorheen zit. Maar denk niet te snel dat je ziek bent en een externe bron nodig hebt om je ziekte te begrijpen en verhelpen. Het is realistisch om te vertrouwen op onze zelfredzaamheid. Mensen kunnen veranderen. Relatief snel zelfs. Het is realistisch om te geloven dat mensen de veerkracht hebben om hun problemen te boven te komen. Dat mensen over het algemeen zelf in staat zijn om hun problemen op te lossen. Dat we optimistisch kunnen zijn over onze eigen capaciteiten om met tegenslag om te gaan. Dat we onze capaciteiten kunnen ontwikkelen. Dat het zelfs beter werkt om onszelf te zien als gezonde, veerkrachtige mensen die met een lastig probleem te kampen hebben, dan onszelf te zien als zieke mensen die hulp nodig hebben van een expert. Er is niks mis met hulp vragen van anderen. Het is alleen niet zo dat je het zonder die hulp niet zou kunnen redden. De kans is groot dat je het zelf net zo goed of beter kunt oplossen. Wil je lezen waarom? Kijk dan hier:
Een pleidooi voor zelfredzaamheid

Vijf tips voor een positieve mindset

Positieve emoties zijn in zichzelf prettig en gaan gepaard met allerlei goede dingen. Ze gaan gepaard met energie en motivatie. Ze maken ons open voor ervaringen en voor andere mensen. Ze werken aanstekelijk, zodat mensen in onze omgeving ook positieve emoties gaan ervaren. Ze maken ons creatief omdat we goed verschillende perspectieven kunnen exploreren. Ze gaan ook gepaard met meer zien, letterlijk een bredere kijk op onze omgeving.
Klik hier om meer te lezen

De stadia van neuroplastische heling

In dit stukje over “het plafond is het vertrekpunt” schrijf ik iets over het gericht verbeteren waar je zwak in bent. Dat kunnen mensen omdat ons brein plastisch is en heel goed in staat is om zich aan te passen aan de omgeving. Mensen die schade hebben opgelopen in hun brein, kunnen het principe van neuroplasticiteit benutten om progressie te boeken. In het boek The brain’s way of healing beschrijft Norman Doidge de stadia van neuroplastische heling. Hij heeft het liever niet over het woord “genezen”, maar prefereert het woord “verbetering”. Want in het brein is voortdurend verbetering mogelijk, terwijl sommige kapotte breindelen bijvoorbeeld niet zozeer genezen maar hun functie wel kan worden overgenomen door andere delen.Klik hier om meer te lezen

CPW-zeven stappen aanpak: stap drie

Bij stap drie van de CPW-zeven stappen aanpak draait het om het verhelderen van de gewenste progressie. Hier kon je een nadere toelichting bij stap 1 vinden en hier bij stap 2. Het doel van stap 3 is om de cliënt te helpen zijn gewenste progressie op een levendige manier te beschrijven. Het gaat hierbij om een gewenste toekomst, waarin de dingen lopen naar tevredenheid van de cliënt. Bij deze stap vraagt de coach door totdat de cliënt zijn gewenste progressie zodanig heeft geformuleerd dat hij spreekt in termen van zijn eigen positieve gedrag.
Klik hier om meer te lezen

Harder fietsen

femkeFemke van Roozendaal stuurde me deze mooie mail:
Progressiegericht communiceren, dat kun je overal oefenen. Vooral ook door te luisteren. Ik hoorde een prachtig gesprek tussen twee kleine jongens. Dat wilde ik je niet onthouden.
Mijn zoontje uit groep 4 had afgesproken met een jongetje uit groep 3. Met ons drieën fietsten we naar huis.
Zoontje: “Zo joh, jij kunt echt al hard fietsen!”.
Vriendje, glimmend van trots: “Ja hè?!”.
Zoontje: “Ja! Wil je weten hoe je nóg harder kunt fietsen?”.
Vriendje: “Ja!”.
Zoontje: “Als jij rent, dan doe jij $%#$%#@%$&*^ met je benen” (hier kwam een uitleg die je alleen kunt begrijpen en onthouden als je 6 of 7 bent).
Vriendje, begreep het helemaal: “Ja…”.
Zoontje: “Als je datzelfde nou ook doet als je fietst, dan ga je nog harder”.
Vriendje vond het een goede tip en racete er op zijn kleine fietsje vandoor :-).
Ik herkende er een paar progressiegerichte interventies in. Zoals ‘mandaat vragen voordat je een tip geeft’, analyse van succesvolle dingen uit andere situaties en natuurlijk prachtige procesgerichte feedback :-).
Mooi.

Je plafond is het vertrekpunt

“Je plafond is het vertrekpunt, niet het eindpunt”, zo zou je vrij vertaald kunnen samenvatten wat Reuven Feuerstein’s visie op ontwikkeling is. Feuerstein heeft de theorie van de structurele cognitieve modificeerbaarheid en een leermethode ontwikkeld om kinderen met allerlei beperkingen te helpen. Niet zozeer te helpen om te accepteren dat ze nu eenmaal die beperkingen en dat plafond hebben. Maar helpen om via oefeningen hun brein te veranderen zodat er progressie wordt geboekt ten aanzien van de beperkingen. Ik ben twee boeken van en over Feuerstein aan het lezen: Beyond Smarter en Changing Minds and Brains en zal er later meer over schrijven in deze nieuwsbrief.
Over plafonds gesproken. Laatst kwam er iemand in een training naar me toe met een overzicht van zijn sterktes en zwaktes. In het overzicht stond waar zijn talenten en zwaktes lagen. Bij zijn zwaktes was het advies: “Dit is je zwakte, investeer hier maar geen energie in want het zou je heel veel kosten zonder dat je er goed in kunt worden”. Hij baalde ervan. Want één van die zwaktes was juist iets dat hem erg interesseerde. Dus vroeg hij me:”Ik vind dit heel interessant en ik zou het graag willen leren, maar ik heb het advies gekregen er maar geen energie in te steken omdat ik nu al aan mijn plafond zit ten aanzien van deze vaardigheid…Zal ik het advies maar opvolgen en accepteren dat ik aan mijn plafond zit?”
Mijn reactie zal je niet verbazen. Ik adviseerde hem zijn interesse te volgen en heel gericht te gaan oefenen wat hij nu nog niet kon. Want als je doelgericht oefent wat je niet kunt, verander je je brein en word je beter. Dat geeft heel veel voldoening en komt je welbevinden ten goede.

Doe eens wat niet werkt, daar leer je van

IMG_3705 (2)Een middelbare scholier, in zijn eindexamen jaar VWO, stuurde me zijn groeimindset geschiedenis. Hij schrijft:
“In mijn omgeving zie ik heel veel mensen die denken in termen van sterktes, talenten en aanleg. Mijn omgeving, overigens, is de middelbare school. Veel leerlingen zien hun vaardigheden bij verschillende vakgebieden als iets wat zij niet meer kunnen veranderen. Een vriend van mij, bijvoorbeeld, heeft geaccepteerd dat hij ‘niet goed is’ in woordjes stampen.’ Hij ziet dus woordjes leren als een niet ontwikkelbare zwakte. Het resultaat? Hij leert niet meer voor toetsen waarop woordjes gevraagd worden. Dat is precies het resultaat dat je bereikt wanneer je mensen erop wijst dat ze ergens wel of niet goed in zijn; ze denken dat ze ‘nou eenmaal zo zijn’ en proberen zich vervolgens niet op een andere manier te ontwikkelen. Maar juist de autonome ontwikkeling is datgene wat mensen ‘sterk’ maakt, en niet hun “aangeboren sterktes”.
Klik hier om meer te lezen