Wie is de schuldige? Dat is een vraag die snel gesteld wordt wanneer er iets fout is gegaan. De schuldvraag wordt beantwoord door degene die met de vinger wijst naar degene die hij schuldig vindt. In een artikel van Williams beschrijft hij drie veelvoorkomende problemen die gepaard gaan met het aanwijzen van een schuldige.

Demonisatie

Wanneer iemand schuldig wordt bevonden wordt zijn daad vaak toegekend aan zijn attributies, zijn vaststaande persoonlijkheidskenmerken. Daarbij wordt de situatie waarin de persoon verkeerde en wat de persoon nu kan doen om de situatie te verbeteren over het hoofd gezien. Hierbij ontstaat een focus op de vermeende slechte intenties van de schuldige en dat gaat ten koste van de aandacht voor wat er nu kan en moet gebeuren om progressie te boeken. In de sociale psychologie staat dit fenomeen bekend als de fundamentele attributiefout.

Tunnelvisie

Een tweede veelvoorkomend probleem is dat van een tunnelvisie, waarbij uitsluitend het perspectief van degene die de schuldige aanwijst aandacht krijgt. Het perspectief van de schuldige wordt hooguit geadresseerd als ‘slap excuus’. Door iemand de schuld te geven claimt degene die met zijn vinger wijst dat hij de persoon en diens daad doorgrondt, en dus het geheel van perspectieven overziet, maar tegelijkertijd verdiept hij zich niet in het perspectief van de schuldige en en distantieert hij zich ervan.

Zondebok

Het derde veelvoorkomende probleem is het zondebok-effect. Hierbij wordt een gesimplificeerde weergave van de werkelijkheid gegeven waarbij er 1 duidelijke schuldige is. In complexe situaties is er echter steeds sprake van veel op elkaar inwerkende acties en gebeurtenissen. We kunnen in ‘de daad’ niet meer zien wat er aan vooraf ging, wat alle details waren, wat er direct na ‘de daad’ gebeurde en wie en wat er allemaal betrokken waren en zijn. Het aanwijzen van een zondebok is dan ook vaak een onjuiste simplificatie. Daarnaast helpt dit zondebok-effect niet bij het boeken van progressie en het oplossen van de schade die er is ontstaan.

Wie is de schuldige?

De vraag ‘wie is de schuldige?’ leidt tot problemen. We kijken terug in plaats van vooruit. We personaliseren in plaats van dat we kijken naar de acties. We verwarren de daad met de slechte intenties en de slechte persoonlijkheid van de schuldige. We zoeken medestanders in het veroordelen van de schuldige in plaats van dat we in dialoog gaan met degene die we schuldig achten. We verwarren ons perspectief met het enige juiste perspectief. We verwaarlozen de vraag naar mede-verantwoordelijkheid, van onszelf bijvoorbeeld. En we boeken geen progressie, omdat onze aandacht niet uitgaat naar hoe het soort situaties waarin de slechte acties plaatsvonden voortaan beter kunnen gaan verlopen. In de progressiegerichte aanpak vermijden we de schuldvraag. Opluchting dat het niet noodzakelijk is oud zeer op te halen.