Search results for: competentie

Het alternatief voor druk en controle

In deze post schreef ik over de misvatting dat iemand onder druk zetten een effectieve manier is om die persoon op termijn autonoom gemotiveerd te laten raken. Als iemand al autonoom gemotiveerd wordt voor de activiteit, dan zal het ondanks de eerdere druk zijn en niet dankzij. Dus wat is een goed alternatief?

Klik hier om meer te lezen

Progressiegerichte interventies vervullen psychologische basisbehoeften

Progressiegerichte interventies vervullen psychologische basisbehoeften. Ieder mens blijkt drie psychologische basisbehoeften te hebben: de behoefte aan competentie, autonomie en verbondenheid. Als deze basisbehoeften worden vervuld, dan gaat dat samen met een hoge kwaliteit van motivatie bij de persoon. In progressiegerichte gespreksvoering worden deze drie psychologische basisbehoeften vervuld. Hoe?Klik hier om meer te lezen

Vervullen psychologische basisbehoeften

Vervullen van psychologische basisbehoeften is voor ieder mens van belang. Mensen zijn van nature proactief: ze willen hun eigen levensomstandigheden vormgeven en zo goed mogelijk maken. Ze streven er naar om steeds coherenter te leven. Om hun interesses, voorkeuren en waarden te integreren. Om ervoor te zorgen dat de manier waarop ze leven in harmonie is met hun interesses, voorkeuren en waarden. En om in harmonie te leven met hun omgeving. Hoewel mensen deze natuurlijke neiging hebben, is het niet zo dat dit ook automatisch lukt. Het is geen automatisme dat mensen deze coherente en geïntegreerde manier van functioneren bereiken. Daarvoor is het een voorwaarde dat de drie psychologische basisbehoeften van mensen vervuld worden.Klik hier om meer te lezen

Complimenteren

Complimenteren kan erg positief en prettig zijn. Maar welk compliment een positief effect heeft en leidt tot progressie vergt kennis.

Klik hier om meer te lezen

Authentiek betekenisvol leven

Authentiek en betekenisvol leven zijn termen die een prominente plek hebben in de zelfdeterminatietheorie. Als mensen ervaren dat ze betekenisvol leven, dan hebben ze de perceptie dat hun Zelf congruent is met hun situatie en dat ze op een coherente en integere wijze functioneren. Klik hier om meer te lezen

Psychologische veiligheid

Is psychologische veiligheid en zekerheid een basisbehoefte van mensen? Nee, zegt de zelfdeterminatietheorie. Hoe zit dat?

Klik hier om meer te lezen

In tien minuten een groeimindset opwekken

Wil je eens ervaren wat een focus op progressie kan opleveren?

Bereikte progressie

Praat de komende week dan eens 3 keer met iemand over de progressie die je hebt bereikt ten aanzien van iets dat belangrijk voor je is.

Mensen richten gedurende de dag hun bewuste aandacht op één ding tegelijk. Het meest efficiënt is het om die bewuste aandacht te richten op wat er op hun to-do-lijstje staat of op welk probleem er opgelost moet worden.

Want als we ons richten op wat we moeten doen of op wat we moeten oplossen omdat er iets mis loopt, dan komen we vooruit waar vooruitgang nodig is. Deze focus brengt met zich mee dat we allerlei andere dingen niet meer bewust waarnemen. Bijvoorbeeld wat er goed werkt in wat we doen. Bijvoorbeeld wat er goed heeft gewerkt in wat we in het verleden hebben gedaan. Bijvoorbeeld wat we al hebben bereikt.

Ander deel van de werkelijkheid

Door onze bewuste aandacht te richten op wat werkt, op wat we hebben bereikt en op goede ervaringen in het verleden, kijken we naar een ander deel van onze werkelijkheid. Dat heeft een direct effect op hoe we ons voelen. Denken aan wat goed werkt en aan wat we hebben bereikt geeft ons een positief gevoel. Positieve gevoelens openen ons en maken ons ontvankelijk voor anderen. Ook worden we creatiever wanneer we positieve gevoelens ervaren. Onze blik wordt verruimd. We gaan wat optimistischer denken. We voelen ons competenter en ervaren meer grip op onze werkelijkheid.

Verbondenheid

Door er met iemand anders over te praten ervaren we verbondenheid met die andere persoon, ondanks dat we die persoon misschien nog helemaal niet zo goed kennen. En zo worden in een gesprekje van tien minuten onze drie universele basisbehoeften vervuld; we krijgen de perceptie van autonomie, verbondenheid en competentie. Als we in een dergelijke state of mind terecht komen staan we een beetje meer open om nieuwe dingen te leren en te onderzoeken.

Groeimindset

Praten over je bereikte progressie stimuleert een groeimindset in ons.

Zo kun je in tien minuten tijd een groeimindset bij jezelf en de ander opwekken. Door te praten over je bereikte progressie, al is die nog zo klein, word je versterkt in je overtuiging dat progressie boeken mogelijk (en zelfs waarschijnlijk) is.

 

Wat is het juiste niveau van oefenen?

Stel je voor, je bent een nieuwe vaardigheid aan het leren. Je hebt bijvoorbeeld zangles genomen, of je bent op drumles gegaan of je bent een nieuwe taal aan het leren of je bent natuurkunde gaan studeren. Wat het ook is, je staat aan het begin. Je hebt gekozen voor het leren van de vaardigheid uit interesse en je hebt nog geen overzicht over alles wat er komt kijken bij het leren van de nieuwe vaardigheid. Je overziet het domein nog niet. Waarschijnlijk kom je dan dit soort gevoelens, gedachten en keuzemomenten tegen:
– Betrokkenheid. Je hebt waarschijnlijk volop aandacht voor het leren van je nieuwe vaardigheid. Je focust op wat je docent je uitlegt en je bent heel alert nieuwe informatie aan het opnemen. Die focus is nuttig. Je hoort allerlei nieuwe dingen en een alert brein onthoudt nieuwe informatie beter.
– Positieve emoties. Als je start met het leren van een nieuwe vaardigheid heb je nog geen informatie over waar je nu al staat met betrekking tot die vaardigheid. Als je merkt dat je bepaalde aspecten van de vaardigheid al goed af gaan, dan geeft je dat positieve gevoelens. Die zijn nuttig, want ze moedigen je aan om door te gaan met leren. Je perceptie van competentie neemt erdoor toe. Je zelfvertrouwen groeit een beetje en je begint plezier te krijgen in je nieuwe vaardigheid. Positieve emoties ontstaan ook wanneer je sneller progressie boekt dan je van jezelf verwacht of vraagt.
– Frustratie en teleurstelling. Als je start met het leren van de nieuwe vaardigheid ga je je al snel realiseren wat je allemaal nog niet kunt. Waar je er eerst geen idee had wat de vaardigheid allemaal omhelsde, begin je nu te begrijpen dat het knap moeilijk is om de nieuwe vaardigheid te leren. Dat de complexiteit veel groter is dan je wist. Die frustratie is nuttig. Hij ontstaat vooral als je minder snel leert dan je van jezelf had verwacht. In dat geval stimuleert je frustratie je om nog scherper aandacht te besteden aan je leerproces. Je onderzoekt je fouten en probeert ze te verbeteren.
– Oefenen en doorzetten. Zodra je de eerste les hebt gehad, kun je gericht de basis van je nieuwe vaardigheid gaan oefenen. Als je de perceptie hebt dat je nieuwe vaardigheid te doen is voor je, dan maak je de keuze om die inspanning inderdaad te gaan leveren en te gaan oefenen. Dat is nuttig, want enkel door gerichte oefening worden mensen beter.
Maar het kan ook zijn dat er een ander proces ontstaat. Als mensen het gevoel hebben dat de nieuwe vaardigheid onbereikbaar voor ze is, dan komen ze waarschijnlijk hele andere gevoelens, gedachten en keuzemomenten tegen. Er zijn geen positieve emoties, want de prestatie die de persoon neerzet is niet genoeg voor hem om blij mee te kunnen zijn. Er ontstaan negatieve emoties, maar dan niet zozeer frustratie maar eerder hulpeloosheid en wanhoop. Frustratie geeft energie voor verbetering, maar hulpeloosheid en wanhoop doen dat niet. En dergelijke negatieve emoties gaan niet samen met betrokkenheid maar met disengagement. Mensen krijgen in die situatie de neiging om zich te gaan distantiëren en geven op. Dat kan leiden tot de keuze om niet door te gaan met het leren van de nieuwe vaardigheid.
Dit proces onderstreept het belang van het oefenen op het juiste niveau. Als je een doel nastreeft dat echt veel te hoog gegrepen is of je bekritiseert jezelf genadeloos, dan is de kans groot dat je op gaat geven omdat het te moeilijk voor je is. Als je een doel nastreeft dat moeilijk en uitdagend, maar mogelijk is en je bent ambitieus maar tegelijkertijd vriendelijk voor jezelf, dan is de kans groot dat je doorzet ook als je progressie langzaam gaat.
Zo hoorde ik laatst iemand in de training aan het einde van dag 1 verzuchten:’Maar dit is veel moeilijker dan ik had gedacht! Ik denk niet dat ik dit zomaar kan gaan toepassen zonder heel veel te oefenen’. Deze deelnemer had dus nog maar net een paar uur geoefend met progressiegerichte interventies en verwachtte van zichzelf dat ze het nu wel zou kunnen. Gelukkig kon ze er zelf om lachen. En die vriendelijkheid voor jezelf heb je hard nodig als je tenminste goed wilt gaan worden in je nieuwe vaardigheid. Daar kan niemand je toe verplichten natuurlijk, de belangrijkste vraag is of je de vaardigheid WILT leren. En als het antwoord ‘ja’ is, oefen dan op het juiste uitdagende niveau: het niveau waarop je tegelijkertijd jezelf moet overstijgen én kunt ervaren dat je progressie boekt en competenter wordt.

De ontwikkeling van een expert

Een expert is iemand die heel veel weet van zijn vakgebied, die jaren en jaren minutieus heeft geoefend en zich heeft verdiept in het betreffende vak.
Als je net begint met het leren van motorische vaardigheden, zoals skiën, fietsen en tennissen, is het erg handig als je in staat bent om veel verschillende dingen tegelijkertijd in de gaten te houden en je aandacht goed te kunnen focussen. Er wordt een sterk beroep gedaan op je werkgeheugen. Maar als je de motorische vaardigheid in de vingers begint te krijgen, wordt er een veel minder sterk beroep gedaan op je werkgeheugen en aandachtsspanne. Mensen die dus een veel informatie kunnen vasthouden in hun werkgeheugen leren over het algemeen de motorische vaardigheid in het begin sneller dan mensen die daar minder sterk in zijn. Maar als de vaardigheid bekend begint te worden is dit type intelligentie geen voorspeller meer van welk niveau iemand kan bereiken.
Bij sommige cognitieve vaardigheden blijft het belangrijk om een goed werkgeheugen en een goede aandachtsspanne te hebben, maar de ervaring die je hebt opgedaan door de jaren heen speelt ook een belangrijke rol in het bereiken van een expertniveau. Hoe meer gerichte ervaring je opdoet, hoe gespecialiseerder je kennis wordt.
Om de ontwikkeling van expertise te begrijpen moeten we dus onderscheid maken tussen perceptuele-motorische expertise (bijvoorbeeld tennissen) en cognitieve expertise (bijvoorbeeld wiskunde). Perceptuele-motorische expertise vergt automatisering van gedragspatronen. Cognitieve expertise vraagt ervaring en hangt deels af van onbewuste geautomatiseerde gedachten en in sterke mate op de verwerving van kennis. En omdat vooral in het vroege leerproces dit heel veel vraagt van ons werkgeheugen, is het vaak moeilijker om een expert te worden dan om er een te zijn.
Een cruciale vraag ten aanzien van of iemand een expert kan worden op een bepaald gebied is de vraag of die persoon een expert wil worden op dat gebied. Mensen worden alleen echte experts als ze daarvoor kiezen. Want het kost heel veel inspanning en moeite om een expert te worden, dus dat krijg je alleen voor elkaar als je het wilt. Mensen kiezen er over het algemeen voor om een expert te worden op een bepaald gebied als ze interesse hebben in dat gebied.
Dat expert niveau kun je bereiken door een proces dat zo gaat: je merkt dat iets je vrij makkelijk afgaat als je er mee begint (aanleg), je vindt het daardoor leuk (interesse), je gaat je er daardoor intensiever op richten (oefenen) en je sociale omgeving stimuleert je omdat je er lol in hebt en het je goed afgaat (ondersteuning). Talenten worden op die manier vaak gekanaliseerd door interesses. Een kind merkt bijvoorbeeld op school dat een bepaald vak hem vrij makkelijk afgaat en heeft daar plezier in (voelt zich competent) en ontwikkelt daardoor een interesse voor dat vak. Over het algemeen zijn mensen sneller geïnteresseerd in dingen waarvan ze merken dat het ze als ze er net mee beginnen wel redelijk makkelijk afgaat. Als iets je redelijk makkelijk afgaat en je ontwikkelt er een interesse voor dan verdiep je je er meer in, bouw je je kennis en vaardigheden uit en word je er steeds beter in.
Een expertniveau bereiken kan ook via een proces dat zo gaat: je vindt iets interessant (interesse), je gaat je er daardoor intensiever op richten (oefenen) waardoor het je steeds makkelijker afgaat (competentie) en je sociale omgeving je stimuleert omdat je er lol in hebt en je er steeds beter in wordt (ondersteuning). Als mensen interesse hebben in een bepaald vak, dan zijn ze bereid om er tijd aan te besteden, te oefenen, problemen op te lossen en diepgaand te leren. Daardoor worden ze er steeds beter in.
Er zijn dus meerdere wegen die je kunt bewandelen om op een expertniveau terecht te komen. Wat elk van die wegen gemeen heeft is dat mensen pas een expertniveau weten te bereiken na jaren van gericht oefenen, kennis verwerven en hulp en aanmoediging krijgen van de sociale omgeving.

Progressie boeken op organisatieniveau via een test-and-learn aanpak

Organisaties waarin de progressiegerichte aanpak succesvol en door de hele organisatie heen wordt benut hebben een progressiegerichte test-and-learn benadering gekozen, in plaats van een defectgerichte plan-and-implement benadering. Wat is het verschil tussen die twee benaderingen?

Klik hier om meer te lezen