Autonomie in een gezonde relatie is een interessante invalshoek die weinig aandacht krijgt in veel relatietherapieën. In een artikel van Anderson pleit de onderzoeker ervoor autonomie als een sleutel ingrediënt voor een gezonde relatie te gaan behandelen. Autonomie is hierbij trouwens niet het tegenovergestelde van gezamenlijkheid of saamhorigheid of verbinding. Autonomie is niet hetzelfde als individualisme en alleen maar je eigen zin willen doen. Anderson gaat eerst in op veilige hechting. In een gezonde relatie is namelijk sprake van veilige hechting.

Veilige gehechtheid

Kinderen die zich veilig hechten aan hun ouders ervaren dat hun ouders sensitief reageren op hun behoeften. Ze voelen zich veilig bij hun ouders. Hun ouders zorgen voor hun kind en zijn er wanneer hun kind hen nodig heeft. Die sensitiviteit is erg belangrijk voor veilige hechting, maar deze ouderlijke sensitiviteit verklaart toch slechts 28% van de associatie van de veilige gehechtheid tussen ouders en kinderen.

Wat zijn de andere ingrediënten die zorgen voor veilige hechting? Er was lange tijd sprake van een zogenaamde transmission gap, oftewel een gat in ons begrip hoe veilige gehechtheid wordt overgedragen van ouder op kind.

Dat gat kan worden gevuld door ons te realiseren dat kinderen niet alleen behoefte hebben aan veiligheid, maar ook aan eploratie. Uit recentelijker onderzoek bleek dat autonomie ondersteuning van de ouders net zo’n grote rol speelt in het ontwikkelen van veilige gehechtheid als ouderlijke sensitiviteit. Het gaat er dan om dat ouders hun kind behandelen als een individu met een eigen wil en die het perspectief van hun kind kunnen zien. Dat gedrag van ouders heeft een direct relatie met veilige hechting in kinderen. Dat komt omdat dit het kind helpt in diens ontwikkeling van zelfdeterminatie.

Liefdesrelaties

In verbindingsgerichte relatietherapie wordt sterk geleund op de ouder-kind-literatuur. Omdat in die literatuur de sensitiviteit van ouders een groot gewicht wordt toegekend in de ontwikkeling van veilige gehechtheid is die nauwe focus logischerwijze ook terug te zien in relatietherapie-benaderingen. En daar komt Andersons pleidooi vandaan. Hij laat zien dat autonomie een belangrijke component is in gezonde liefdesrelaties.

Hij beschrijft diverse vormen van autonomie, zoals eigenschapsautonomie (hoe autonoom een individu over het algemeen functioneert), relatie-autonomie (het al dan niet in de relatie willen zijn), autonomie-ondersteuning van de partner (de mate waarin de partners elkaars autonomie ondersteunen) en autonomie in het doen van bepaalde relatiegerelateerde acties en gedragingen (seks, gevoelens delen etc.)

Autonomie in liefdesrelaties

Autonomie blijkt een belangrijk ingrediënt te zijn in de kwaliteit van de liefdesrelatie. Individuen die in hoge mate autonoom functioneren zijn opener, minder defensief en adopteren gezondere communicatie strategieën wanneer er sprake is van meningsverschillen of conflicten met hun partner. Ze zijn responsiever naar hun partner toe, moedigen hun partner aan en zijn minder opdringerig naar hun partner toe.

Iemand die autonoom functioneert is namelijk meer eigenaar van zijn eigen gedrag, en daarmee open voor andere ideeën, nieuwsgierig, accepterend om beïnvloed te worden door de ander, zelf-reflectief en dat zijn allemaal kernaspecten bij het goed kunnen omgaan met conflictueuze situaties.

In hogere mate autonoom functioneren leidt tot een kwalitatief betere relatie: meer positieve seksuele ervaringen, lagere bloeddruk ook wanneer je terugdenkt aan meningsverschillen met je partner, minder focus op verplicht bij je partner blijven omdat je nu eenmaal zoveel hebt geïnvesteerd en hogere betrokkenheid bij de relatie en de partner.

Werken aan je relatie

Anderson pleit ervoor om de nauwe focus op verbinding tussen de partners los te laten in relatietherapie. Hij pleit ervoor om evenveel aandacht te gaan schenken aan autonomie en autonomie-ondersteuning (en dan niet volgens de foute karikatuur van onafhankelijkheid en individualisme). Als je zelf wilt werken aan de kwaliteit van je liefdesrelatie is het, in lijn met het pleidooi van Anderson, raadzaam om niet alleen te kijken naar hoe jullie elkaars behoefte aan verbondenheid kunnen vervullen, maar daarnaast ook te kijken hoe jullie elkaars behoefte aan autonomie kunnen vervullen. Hier kun je lezen hoe je andermans psychologische basisbehoeften kunt vervullen.