Progressiegerichte gespreksafsluitingen zijn subtiel in het creëren van een positieve verwachting dat progressie waarschijnlijk is. Afgelopen dinsdag tijdens dag twee van de training progressiegericht coachen oefenden de deelnemers via deliberate practice een progressiegericht coachingsgesprek. We zoomen hierbij op microniveau in op formuleringen. Bij de afsluiting van het coachingsgesprek kwamen de diverse formuleringen voorbij die elk een ander effect teweeg brengen bij de cliënt.

Ik ben benieuwd!

In het coachingsgesprek was de cliënt op een concreet idee voor een stap vooruit gekomen en was hij enthousiast om dat stapje direct te gaan zetten. De coach die op dat moment aan het oefenen was sloot het gesprek vervolgens af met de zin: ‘Oké, ik ben benieuwd’. De intonatie van de coach was licht twijfelend en sloot niet helemaal aan bij het enthousiasme dat de cliënt zelf uitte ten aanzien van het stapje dat hij had bedacht. Het effect hiervan op de cliënt was dat die ook wat begon te twijfelen en zich afvroeg of de coach het wel een goed idee vond wat hij had bedacht.

Het gaat je zeker lukken!

Toen we dit hadden besproken bedacht iemand anders de volgende formulering: ‘Het gaat je zeker lukken!’ Die formulering is enthousiast en positief en sluit daarmee zeker beter aan bij de perceptie van de cliënt, maar tegelijkertijd zit er iets overtuigends in de formulering. Het effect van deze formulering was dat de cliënt de indruk had dat de coach hem moed in probeerde te praten. Wanneer mensen het idee hebben dat iemand ze ergens van probeert te overtuigen loop je het risico dat er een reactance effect optreedt. Dat betekent dat de persoon zich gaat beschermen tegen de overtuigingskracht die op hem afkomt in een poging zijn autonomie te herstellen. De reactie van de persoon kan dan precies het tegenovergestelde zijn van wat de coach probeerde te bereiken. In dit geval zei de client: ‘Nou, ja, dat weet ik nog niet, we zullen het zien…’

Volgende keer

De derde formulering die langs kwam was: ‘Volgende keer dat we elkaar spreken ga je me vertellen of het je is gelukt!’ Deze formulering is weer op een andere manier niet zo effectief. Hij kan controlling aanvoelen voor de cliënt. Nu moet hij het stapje vooruit dat hij zelf heeft bedacht en waar hij achter stond opeens gaan doen voor de coach en moet hij gaan terugrapporteren aan de coach. Deze gespreksafsluiting roept waarschijnlijk gecontroleerde motivatie op in de client.

Dat zou wel eens goed kunnen werken…

De progressiegerichte formulering die goed werkt bij een gespreksafsluiting is: ‘Interessant idee, dat zou wel eens goed kunnen werken…’. Deze formulering sluit goed aan op het enthousiasme van de cliënt en creëert een positieve verwachting dat het stapje van de cliënt een stapje in de goede richting zal blijken te zijn. De subtiele positieve verwachting die er in de formulering verstopt zit voorkomt het reactance effect en werkt competentie ondersteunend voor de cliënt.

Progressiegerichte gespreksafsluitingen

In een coachingsgesprek is een dergelijke formulering vaak goed bruikbaar. De cliënt gaat vervolgens zelf aan de slag met wat hij heeft bedacht en hoeft geen verslag uit te brengen of verantwoording af te leggen aan de coach. In een stuurgesprek zijn weer andere varianten bruikbaar, want in een stuurgesprek ben je als leidinggevende wel degelijk ook bezig met het monitoren van progressie na afloop van het gesprek.