Er is sprake van een motivationele wisselwerking tussen docenten en hun studenten. Als docenten zelf autonoom gemotiveerd zijn en op een autonomieondersteunende manier lesgeven, dan zijn hun studenten ook autonomer gemotiveerd. Hoe werkt dat?
Zou dit kloppen? Autonome motivatie leidt tot positief affect leidt tot goede performance en gecontroleerde motivatie of a-motivatie leidt tot negatief affect en leidt tot minder goede performance. Dus is het zo dat je motivatie je gevoel beïnvloedt en dat je gevoel je performance beïnvloedt? Specifieker: is het zo dat als je gecontroleerd gemotiveerd bent of niet gemotiveerd bent voor een activiteit, dit gepaard gaat met negatieve gevoelens omtrent de taak? En als je autonoom gemotiveerd bent, gaat dat dan samen met positieve gevoelens omtrent de taak?
“Dit is zo belangrijk, en ook zo moeilijk om te doorgronden!”, zei een docent in mijn training laatst over het onderwerp ‘de kwaliteit van motivatie’. Belangrijk omdat de kwaliteit van de motivatie van een student grote effecten heeft op de kwaliteit van zijn leren en zijn prestaties en zijn gevoel.
In dit artikel kon je lezen hoe de kwaliteit van je motivatie een effect heeft op je attitude ten aanzien van vooroordelen over groepen mensen die anders zijn dan de groep waartoe jij behoort.
Omdat de motivatie om vooroordelen te reguleren net zozeer draait om het controleren van negatief en vaak automatisch gedrag als om de motivatie om positief gedrag te laten zien (niet bevooroordeeld zijn), is het belangrijk om te focussen op de processen van vooroordeelreductie en zelfregulatie van biases. Stereotiepe beelden en vooroordelen kunnen ons bewustzijn automatisch infiltreren, zelfs als er sprake is van een autonome motivatie om onbevooroordeeld te zijn. Dus is de capaciteit om impliciet je oordelen te kunnen monitoren van cruciaal belang voor de daadwerkelijke reductie van die vooroordelen.
Legault en Amiot beschrijven twee processen waarbij je autonome motivatie de zelfregulatie van het reduceren van je vooroordelen blijkt te bevorderen. Het eerste proces is de automatisering van de regulatie van je vooroordelen en de tweede is een neurofysiologisch proces dat optreedt als je daadwerkelijke gedrag afwijkt van je gewenste gedrag.Klik hier om meer te lezen
Autonoom functioneren op het werk (en in je leven) is nastrevenswaardig. Zo nu en dan reflecteren op je motivatiekwaliteit is daarom nuttig voor mensen. Dit artikel helpt met een reflectie op je motivatiekwaliteit.
Het onverplichte tussen verplichtingen neemt een uitzonderingspositie in. De opdracht waar geen cijfer voor wordt gegeven tussen alle opdrachten waarvoor wel cijfers worden gegeven. De training die niet verplicht is tussen alle trainingen die wel verplicht zijn gesteld. Twee voorbeelden waarbij het onverplichte tussen alle verplichtingen de uitzondering is.
Meta-review van meta-analyses SDT is net verschenen en geschreven door Richard Ryan et al (2023). In hun meta-review namen de onderzoekers 60 meta-analyses mee, waarvan 58 gepubliceerd. Het grootste deel van deze artikelen is in de laatste 10 jaar verschenen. De review gaat in op het bewijs voor de zes minitheorieën binnen het theoretisch SDT-kader en op verschillende toepassingsgebieden.
Mijn docent heeft een groeimindset. Kroeper et al (2022) deden onderzoek naar waaraan studenten zeggen te merken dat hun docent een groeimindset heeft. Immers, een docent kan van zichzelf vinden dat hij een groeimindset heeft, maar toch gedrag laten zien in de klas dat de studenten interpreteren alsof hij statische mindset overtuigingen koestert. En de mindset van de docent speelt een grote rol in de uiteindelijke leerprestaties van de studenten. Uit dit onderzoek blijkt dat studenten de volgende docentgedragingen interpreteren als een signaal van een groeimindset:
Groen eten of je groenten eten? Wat ligt ten grondslag aan de motivatie van mensen om ecologische dieetkeuzes te maken? Dat is onderzocht door Gauthier et al (2022). Ecologisch eten heeft zowel een gezondheidsaspect als een milieu-aspect, en het is nuttig te weten welke van die twee ten grondslag liggen aan de motivatie voor ecologische voedingskeuzes.
Hebben probleemjongeren een harde aanpak nodig? Is een strakke hand, straffen en onder druk zetten nodig bij risicoleerlingen? Immers, deze jongeren lopen het risico om vroegtijdig de school te verlaten en hun gedrag is vaak grensoverschrijdend. Docenten kunnen hen ervaren als tamelijk onhandelbaar. Daardoor kunnen zij denken dat de risicojongeren hard aangepakt moeten worden en een schop onder hun kont nodig hebben. Nieuw onderzoek van Gueta et al (2021) laat zien dat deze intuïtieve reactie om risicoleerlingen hard aan te pakken niet werkt. Authenticiteit van risicoleerlingen blijkt hun risico op schooluitval namelijk te verlagen.
Deze website maakt gebruik van cookies om uw ervaring te verbeteren. Door de website te gebruiken gaat u akkoord met het gebruik van cookies. AccepteerLees meer
Privacy & Cookies Policy
Privacy Overview
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.