Search results for: Progressiegericht sturen

Een paar gedragingen van teamcoaches die goed werken

Deze week verzorgde ik een sessie over progressiegerichte teamcoaching voor een groep teamcoaches. We starten de sessie met een oefening waarin we focusten op succeservaringen. Wat werkte er goed in die ervaringen? Wat deden de teamcoaches dan?

Klik hier om meer te lezen

Zelfbeeld en welbevinden

human motivation and interpersonal relationships

 

 

 

 

 

 

 

Zelfbeeld is belangrijk voor je welbevinden. Hoe werkt dat mechanisme van de impact van je zelfbeeld op je welbevinden?

 

Klik hier om meer te lezen

Groeimindset- en stuurdialoog

Leidinggevenden die een groeimindset willen stimuleren bij medewerkers stuiten soms op uitspraken als:”Het past gewoon niet bij mijn sterktes, door die taak van mij te vragen zet je mij niet in mijn kracht”. Als het wel de bedoeling is dat de medewerker de betreffende taak uitvoert, dan zal de leidinggevende zodanig moeten gaan sturen dat het de medewerker duidelijk wordt wat er van hem verwacht wordt en waartoe dat van hem verwacht wordt. Maar daarnaast is ook het stimuleren van de perceptie dat de medewerker kan leren de taak uit te voeren belangrijk. Anders begrijpt de medewerker wel wat de bedoeling is, maar heeft hij nog steeds de perceptie dat hij niet competent is noch kan worden. Een voorbeeld van een groeimindset- en stuurdialoog is te vinden via deze link:
groeimindset en stuurdialoog

Hoe reageer je op grof taalgebruik?

Een progressiegerichte interactie kun je herkennen doordat altijd eerst erkenning wordt gegeven voor het perspectief van de ander voordat er een vraag wordt gesteld. Dus eerst erkennen, dan activeren. De reden daarvan is dat mensen zich openen wanneer ze merken dat ze worden begrepen en de ander zijn best doet om ze te begrijpen. Wanneer mensen dat merken, kunnen ze zich openstellen voor wat de ander naar voren brengt. Als de ander dan met een goede vraag komt, gaan de gedachten van mensen op zoek naar het antwoord daarop. Zonder erkenning zijn mensen geneigd zichzelf te herhalen. Dus als je merkt dat je gesprekspartner zich herhaalt, kun je dat als signaal zien dat je niet genoeg erkenning hebt gegeven voor het perspectief van je gesprekspartner.
Aansluiten en erkennen is daarmee een basisinterventie in elk progressiegericht gesprek, waarmee je laat blijken de perceptie van de ander te hebben gehoord, deze te respecteren en serieus te nemen. Kern hierbij is dat je meent wat je zegt. Je staat als het ware even helemaal in de werkelijkheid van je gesprekspartner en je accepteert zijn perspectief zonder voorbehoud. Geef jij volop erkenning, dan heeft de ander onweerstaanbaar de neiging om open te staan voor jouw vervolginterventie.
Maar wat als de cliënt grof taalgebruik hanteert? Dat vragen professionals die met kinderen of met (verbaal agressieve) klanten werken zich soms af. Een leerling zegt bijvoorbeeld:”Die docent is gewoon een klootzak en hij heeft de pik op mij!” of een cliënt zegt:”Jullie zijn gore leugenaars…bedriegers! Niemand helpt mij hier! Jullie sturen me van het kastje naar de muur!”
Neem je die sleutelwoorden dan mee in je samenvatting? Hier volgen een paar mogelijke antwoorden:
Erkennen en negeren van de grove woorden
Als je het gebruik van deze woorden niet wilt aanmoedigen en ook niet een te grote plek wilt geven in het gesprek, kun je deze woorden negeren en niet meenemen in je samenvatting. Je erkent dan wel het perspectief en brengt geen oordeel in het gesprek. Tegen de leerling zeg je bijvoorbeeld:”Dat klinkt als een hele vervelende situatie voor je” en tegen de cliënt:”Dat zegt u vast niet zomaar….vertel eens?”
Reframen
Je kunt ook reframen, dat wil zeggen dat je samenvat en in je samenvatting net even constructievere woorden gebruikt dan je gesprekspartner deed. Tegen de leerling zeg je dan bijvoorbeeld:”…ah, dus je zou liever willen dat je docent aardiger tegen je deed?” en tegen de cliënt zeg je bijvoorbeeld:”…ah, begrijp ik het goed dat u liever duidelijk wil weten waar u terecht kunt met uw probleem?”
Juist wel de grove woorden herhalen
Als je denk dat het gebruik van de woorden erg belangrijk is voor wat je gesprekspartner wil zeggen, kun je er ook voor kiezen om juist wel die kernwoorden te herhalen. Tegen de leerling kun je zeggen:”…Een klootzak die de pik op je heeft…? Wat is er aan de hand?” en tegen de cliënt:”Leugenaars die u van het kastje naar de muur sturen…dat is zeker niet onze bedoeling!”
Sturen
Je kunt ook gaan sturen. Als je vindt dat je gesprekspartner ander gedrag moet gaan laten zien is dat een goede optie om te gaan doen. Tegen de leerling zeg je dan bijvoorbeeld:”Dan is het goed dat we even met elkaar praten nu….het is de bedoeling dat jij rustig bent in de klas, ook als je dingen moet doen die je niet leuk vindt…welke ideeën heb jij om je beter te gaan gedragen in de klas bij deze docent?” En tegen de cliënt zeg je bijvoorbeeld:”Ik wil u graag goed verder helpen…daarvoor is het nodig dat wij rustig met elkaar in gesprek kunnen gaan…Zou u mij eens willen uitleggen wat u graag zou willen dat er opgelost gaat worden?”
Grof taalgebruik kan gepaard gaan met boosheid bij je gesprekspartner. In dat geval kan het herhalen van de boze woorden de persoon alleen nog maar bozer maken. Uiting geven aan een emotie versterkt immers diezelfde emotie. De gesprekspartner in de uitlegrol zetten (vertel eens, wat is de situatie?) helpt dan waarschijnlijk beter om de ander te laten kalmeren.

Progressiefocus behouden

Wat kun je doen als je progressie wilt boeken in een niet-progressiegerichte context?Klik hier om meer te lezen

Met mijn tips blokkeer ik jouw gedachtegang

We kunnen niet twee dingen tegelijk. Als we twee stukjes input krijgen, schenken we aan één daarvan onze aandacht. Als we aan het nadenken zijn en we krijgen een vraag die aansluit bij onze gedachtegang, dan kunnen we doordenken. Krijgen we, terwijl we aan het nadenken zijn, een tip dan stagneert onze eigen gedachtegang en gaan we aandacht besteden aan de tip. Iemand in onze opleiding progressiegericht coachen verwoordde deze ervaring zo:”Ik realiseer me dat met een verkeerde vraagstelling of met een advies, de gedachtegang van de cliënt blokkeert”.
In een andere groep vorige week oefenden we met lastige uitingen. Eén van die uitingen was dat een cliënt op een gevraagd of ongevraagd advies van de coach zegt:”Daar kan ik helemaal niks mee!” De deelnemers in deze groep zaten vaak in een context waarin ze om advies werd gevraagd of waarin ze als experts adviezen te binnen schoten. Als de cliënt zegt:” Daar kan ik helemaal niks mee!”, dan was er al iets mis gegaan in de manier waarop het advies was gegeven, zo realiseerden de deelnemers zich. Maar wat kun je doen om weer aan te sluiten bij de cliënt op dit punt in het gesprek? We oefenden met diverse progressiegerichte reacties, die allemaal gebaseerd waren op de volgende uitgangspunten:
1. Aansluiten bij het perspectief van de cliënt
2. Opnieuw respecteren van de autonomie aan de cliënt
3. Onderzoeken van het perspectief van de cliënt
4. Sturen op een nuttig vervolg voor de cliënt

Help de boze verpleegkundige

Een zelfsturend team in de thuiszorg wil graag de progressiegerichte aanpak leren gebruiken. In een sessie die ik met ze had oefenden ze in progressiegerichte feedback geven aan een netwerkpartner. Wil jij jezelf trainen? Stel dan eens een progressiegerichte email op. De situatie is zo:
Situatie: Een verpleegkundige in de thuiszorg heeft veel last van het chaotische gedrag van een doorverwijzer. Die doorverwijzer vraagt dingen half in het voorbijgaan en heel warrig en de acties die de verpleegkundige vervolgens doet of uitzet moet vaak toch weer anders. Soms begint hij met het geven van een opdracht en halverwege zegt hij dan:” Oh, ik geloof dat het toch anders moet….ik kom er wel even op terug”. Dan is ze in elk geval nog niet begonnen met het werk, maar vaak is dat ook heel anders. Zoals laatst. Toen had de doorverwijzer een spoedaanvraag die direct geregeld moest worden. De cliënt kwam vandaag uit het ziekenhuis en had die nacht zorg nodig. Maar de doorverwijzer gaf maar de helft van de informatie die nodig was om de zorg goed te kunnen organiseren. De verpleegkundige was tijden bezig om erachter te komen wat de bedoeling was, terwijl de doorverwijzer niet meer bereikbaar was. Net toen ze alles had geregeld vertelde de mantelzorger dat de cliënt die nacht ook nog zeer specialistische complexe zorg nodig had, naast de zorg die de doorverwijzer had doorgegeven. De mantelzorger gaf aan dat de doorverwijzer daarvan beslist wel op de hoogte was. Toen de verpleegkundige dat navroeg bij de doorverwijzer zei hij: ”Oh ja, had ik je dat niet gezegd? Ja, die specialistische complexe zorg moet inderdaad ook geleverd worden”. Het kostte de verpleegkundige vervolgens nog weer een uur om iemand te vinden die per direct die zorg kon gaan doen. En dit was niet de eerste keer dat de doorverwijzer onvolledige informatie doorgaf. De verpleegkundige is zijn chaotische manier van opdrachten geven zat. Ze schrijft hem de volgende email:
Klaas (=doorverwijzer),
 Gisteren ben ik uren bezig geweest om de zorg voor cliënt x te regelen en ik ben het eerlijk gezegd behoorlijk zat de dupe te zijn van jouw gebrekkige informatie overdracht. Het kost mij zeeën van tijd, waardoor ik achterloop met andere dingen die ik ook moet doen en die ook deadlines hebben. Als het zo moet dan houd het wat mij betreft op, die samenwerking met jou! Zo kan ik toch niet werken! Je flikkert alles gewoon over de schutting en ik mag het lekker uitzoeken! Je maakt er een zooitje van!
 Anne (=verpleegkundige)
Voordat de verpleegkundige haar email verstuurt, vraagt zij eerst aan jou, als progressiegerichte collega, om haar te helpen de email progressiegerichter te formuleren. Hoe zou jij de email progressiegerichter kunnen maken?
Wil je een voorbeelduitwerking? Mail dan even naar progressiegerichtwerken@kpnmail.nl en je krijgt een voorbeeld teruggemaild.

 

Kanaliseren in vergaderingen

“Alweer zo’n teamvergadering waar we relatief veel tijd kwijt zijn aan vruchteloze discussies”, dacht een manager. Een teamlid dat met sabbatical ging had tijdens de vergadering willen praten over zijn vervanging. Hij maakte zich zorgen of het allemaal wel op tijd ging lukken om iemand te vinden. De anderen hadden daar ook een belang bij en een mening over.

Klik hier om meer te lezen

Overtuigingen: innerlijke spraak

Herman Kolk heeft het in zijn boek “Vrije wil is geen illusie” over de innerlijke spraak. Hij beschrijft dat we ons gedrag aansturen door onszelf toe te spreken. Door de innerlijke spraak, vaak in de vorm van een dialoog in je hoofd, kunnen we het gedrag dat ontstaat sturing geven en tegelijkertijd interpreteren, zo schrijft Kolk. Hoe verloopt die innerlijke spraak bij iemand die een progressiegerichte mindset heeft? Op welke overtuigingen is die innerlijke spraak gebaseerd? Dit zijn een paar overtuigingen die ten grondslag liggen aan onze term “De progressiegerichte mindset”.
Overtuiging 1. Ik ben een gezond mens dat, net zoals anderen, soms kampt met flinke problemen
De eerste overtuiging die kenmerkend is voor een progressiegerichte mindset is de overtuiging dat je een geestelijk gezond mens bent, dat prima in staat is om de problemen des levens aan te kunnen. Als iemand met een progressiegerichte mindset een tegenvaller meemaakt of met een probleem geconfronteerd wordt, dan richt hij zijn aandacht op het omgaan met die tegenvaller of dat probleem, in plaats van op het zoeken naar de geestelijke ziekte waaraan hij wellicht lijdt nu hij dit probleem heeft. Zo houdt iemand met een progressiegerichte mindset de taal waarmee hij zijn situatie beschrijft gezond. Daarmee blijft hij zelf gezond. En gezonde mensen kunnen veel aan.
Overtuiging 2. Ik ben in principe zelfredzaam
 In het verlengde van de overtuiging dat je een gezond mens bent, ligt de overtuiging dat je veerkrachtig en zelfredzaam bent. In principe ben je heel goed in staat om ingrijpende levensgebeurtenissen goed te boven te komen. In principe kun je dat ook zelf.  Iemand met een progressiegerichte mindset gaat ervan uit dat hij niet afhankelijk is van experts om zijn problemen te verwerken en op te lossen. In plaats daarvan is hij ervan overtuigd dat veerkracht normaal is en ook voor hem geldt. Hoe lastig hij het ook heeft, hoe moeilijk het leven soms ook is. Mensen komen gewoonlijk zonder trauma’s en geestelijke beschadigingen door de meest moeilijke levenssituaties heen.
Overtuiging 3. Ik focus liever op wat werkt dan op het vinden van een label voor mijn probleem
Als er iets mis gaat, geloven mensen met een progressiegerichte mindset dat het belangrijker is om te focussen op wat werkt dan op het vinden van een label voor het probleem. Op het moment dat we onze aandacht richten op dat wat we willen bereiken en op dat wat goed werkt om progressie te boeken, dan zien we vaak al snel mogelijkheden en worden we optimistisch over ons vermogen om verbetering te bereiken. We bekijken onszelf dan door de bril van gezondheid. Als we ons focussen op het uiteenrafelen van de oorzaken van het probleem en op het diagnosticeren van ons probleem, dan zien we vaak meer en meer problemen en oorzaken en gaan we onszelf bekijken door de bril van ziekte. Dat wat aandacht krijgt groeit, is een uitspraak die hieraan raakt. Hoe meer aandacht we schenken aan het analyseren van onze symptomen en het zoeken van een label voor ons probleem, hoe meer symptomen en problemen we gaan zien en hoe zwaarder ons probleem wordt. Geven we aandacht aan onze gewenste situatie en aan wat voor ons werkt om daar stap voor stap te komen dan groeit ons inzicht in positieve verandering.
Dit waren de eerste drie overtuigingen die kenmerkend zijn voor de progressiegerichte mindset.
NOAM

Van stagnatie naar progressie in organisatieverandering

Drie managers van een dienstverlenende organisatie voor hulpbehoevende cliënten wilden progressiegericht werken implementeren in de organisatie. Ze wilden zowel dat cliënten progressiegericht werden bejegend, als dat medewerkers onderling progressiegericht gingen communiceren, als dat de coördinatoren en leidinggevenden progressiegericht gingen sturen. Er was al een kleine groep enthousiastelingen aanwezig in de organisatie, maar de managers merkten dat het bij die kleine groep bleef. In dat jaar wilden de managers bereiken dat progressiegerichte gespreksvoering een normaal onderdeel werd van het werk voor iedereen.
De managers wilden op 1 lijn komen met elkaar en trokken een uur met z’n drieën uit om dit te bereiken. Als medewerkers de vraag stelden:”Wat wordt er precies van me verwacht en waarom?” dan wilden de managers allemaal hetzelfde antwoord geven. Het was even zoeken naar een gezamenlijk antwoord. De ene manager benadrukte vooral de kostenkant, terwijl de andere manager het over respect had en de derde manager het heel belangrijk vond dat de cliënten door alle hulpverleners op dezelfde manier werden geholpen. Hun gezamenlijke antwoord op de vraag werd zo: “Wij vinden het belangrijk dat iedereen in onze organisatie de progressiegerichte aanpak leert kennen en leert toepassen, omdat deze benadering een manier is om uiting te geven aan waar wij als organisatie voor staan. Dat is de zelfredzaamheid van onze cliënten te versterken, zodat de cliënt zoveel mogelijk autonoom kan functioneren en onze organisatie het geld van de gemeenschap zo goed mogelijk besteed”.
De drie managers besloten om erop te gaan sturen dat iedereen in de organisatie progressiegericht ging leren werken, maar om zoveel mogelijk autonomie te geven aan de medewerkers hoe zij deze aanpak gingen leren toepassen.
De managers stelden de volgende tekst op:
“Graag nodigen we je uit om dit jaar kennis te maken met de progressiegerichte aanpak. Deze aanpak is een doelgerichte en positieve veranderbenadering, die de zelfredzaamheid van cliënten ondersteunt. Daarmee past de aanpak goed bij waar wij voor staan: de zelfredzaamheid van onze cliënten te versterken, zodat de cliënt zoveel mogelijk autonoom kan functioneren en onze organisatie het geld van de gemeenschap zo goed mogelijk besteed”.  Vandaar dat wij het belangrijk vinden dat we binnen onze organisatie kennis maken met de aanpak en deze gaan benutten.
Om kennis te maken met deze aanpak en de aanpak te leren toepassen bieden we alle medewerkers diverse mogelijkheden aan:
1. Training. We bieden je de mogelijkheid om een training te volgen. In deze training leer je progressiegerichte interventies toe te passen en de grondhouding te herkennen. De training wordt in september voor het eerst aangeboden. Het aantal plekken is beperkt, dus als je wilt meedoen laat het ons dan even snel weten.
2. Coaching. Er is ook de mogelijkheid om te kiezen voor progressiegerichte coaching. Het doel van de coaching is om je te ondersteunen in het leren toepassen van de progressiegerichte aanpak. In de bijlage vind je een lijst met coaches, waar je voor meer informatie terecht kunt.
3. Intervisiebijeenkomsten. Een derde mogelijkheid die we je bieden is om deel te nemen aan een intervisiegroepje. Voor meer informatie over de opzet van de intervisiegroepjes kun je terecht bij xxx.
4. Vervolgtrainingen. In de loop van het jaar gaan we ook vervolgtrainingen organiseren, die worden gegeven door interne trainers vanuit onze eigen organisatie. Als je interesse hebt om interne trainer progressiegericht werken te worden, dan nodigen we je van harte uit om dat te melden bij xxx. Je kunt dat nu al doen, maar je kunt ook later dit jaar nog aangeven dat je interne trainer wilt worden.
5. Literatuur. In de bibliotheek kun je een boekenplan met boeken over oplossingsgericht werken. Daarnaast stellen we een digitale reader over de aanpak beschikbaar. Die kun je vinden op ons intranet.
Als je vragen hebt of als je ideeën hebt over hoe we in onze organisatie nog meer bekend kunnen raken met de progressiegerichte aanpak horen we het graag!”
Vervolgens zette de drie managers het onderwerp op de agenda van diverse overleggen en lichtten ze toe wat de bedoeling was.  De kleine groep enthousiastelingen speelde ook een belangrijke rol in de communicatie. Zij legden uit wat progressiegericht werken hen opleverde: een tevreden cliënt die snel vooruitgang boekte, waardoor zij zelf hun werk als veel lichter en leuker gingen ervaren”.
De inschrijvingen voor de training stroomden binnen en de drie managers lieten weten dat, vanwege de grote belangstelling, er een tweede trainingsgroep georganiseerd ging worden.
Er waren medewerkers die niet enthousiast waren en wat mopperige opmerkingen bleven maken. Die groep werd echter steeds kleiner, omdat ze van de andere medewerkers positieve verhalen hoorden en nieuwsgierig werden. Sommigen kozen ervoor om eerst eens wat te gaan lezen over progressiegericht werken. Door de persoonlijke ervaringen van succes met cliënten werden de medewerkers steeds meer geïnteresseerd om meer te leren.
De managers bleven sturen. Ze bleven in overleg, in functioneringsgesprekken en in schriftelijke communicatie duidelijk maken wat ze verwachten en waartoe ze dat verwachten. Na een jaar was er grote progressie geboekt en was de aanpak al bijna een normaal onderdeel van het werk geworden.