Inspirerend rolmodel, wanneer vraag je beter wel en wanneer niet naar wat iemand anders zo goed doet? Wanneer je bijvoorbeeld vraagt naar de gewenste situatie van je cliënt, is het dan goed om je cliënt onder woorden te laten brengen wat iemand anders goed doet? Of werkt dat juist ontmoedigend?

Rolmodel

Stel dat je cliënt niet zo goed is in een bepaalde vaardigheid, in nee-zeggen bijvoorbeeld. En stel dat je als progressiegerichte coach hebt gevraagd naar wat hij graag wil dat er beter wordt (stap 2 uit de CPW-zeven stappen aanpak) en vervolgens naar hoe zijn gewenste situatie eruit ziet (stap 3 uit de CPW-zeven stappen aanpak). Je cliënt geeft dan bijvoorbeeld aan dat hij zich zo schuldig voelt als hij geen tijd heeft om een klusje voor iemand te doen en dat hij dan geen ‘nee’ durft te zeggen. Hij wil graag zijn grenzen leren stellen, en dat is zijn gewenste situatie. Werkt het dan goed om hem te vragen of hij iemand kent die zijn grenzen heel goed stelt? En wat die persoon zo goed doet? Om hem vervolgens te vragen wat hij daar zelf eventueel van zou willen gaan kunnen?

Mindset

In de progressiegerichte aanpak zouden we die vraag naar een rolmodel niet zo snel stellen. Eén van de redenen waarom we daar niet voor zouden kiezen is dat de client, wanneer hij een probleem heeft waarover hij met een coach wil praten, waarschijnlijk eerder statische mindsetgedachten heeft dan groeimindsetgedachten. Hij zal eerder de perceptie hebben dat het erg moeilijk voor hem is om ‘nee’ te zeggen, en wellicht ook allerlei redenen hebben waarom ‘nee’ zeggen voor hem zo lastig is (zijn persoonlijkheid misschien). Wanneer mensen in een statische state of mind zijn werkt het vragen naar het succesvolle gedrag van anderen niet goed. In plaats van inspirerend, werkt het praten over wat anderen zo goed doen, moedeloos makend.

Groeimindset

Beter leiden we de cliënt langs zijn eigen eerdere successen: wanneer is het je al eens gelukt (een beetje) om ‘nee’ te zeggen en je grenzen te stellen? Hier kun je meer horen over het uitvragen van eerdere successen. Wanneer de cliënt zijn eigen positieve uitzonderingen en eerdere successen heeft gevonden groeit zijn optimisme dat hij is staat is om progressie te boeken. Die eerdere successen komen vanuit zijn eigen ervaringen, hij heeft het zelf al eens gedaan, en daarmee groeit zijn gevoel van competentie.

Praten over rolmodellen

Zo heb je in een progressiegerichte interactie het praten over wat anderen zo goed doen en over rolmodellen niet nodig en voorkom je ontmoediging bij je cliënt. Mocht je cliënt zelf beginnen over wat hij bewondert in iemand anders, dan is het een ander verhaal. Nu sluit de progressiegerichte coach aan op het perspectief van de cliënt en vraagt hij misschien wel door over wat de cliënt zo aanspreekt in wat het rolmodel doet (positief, concreet gedrag).