Ik hoor je zeggen dat…. Die zin wordt door veel mensen gebruikt en de intentie daarbij is vaak goed. Men probeert aan te sluiten bij wat de ander vindt en denkt en voelt. Toch kleven er nadelen aan deze zin.

Door mijn oren

Wanneer je op je gesprekspartner reageert met ‘Ik hoor je zeggen dat…’ vraag je van die persoon om zich te verplaatsen in wat jij hoort. Je neemt daarmee afstand van wat hij zegt, er wordt als het ware vanaf een afstandje geluisterd naar het perspectief van de persoon. In plaats van erkenning en begrip loop je het risico dat de persoon zich juist beoordeeld en geanalyseerd voelt. Het gaat om wat jij hoort, in plaats van om wat hij zegt.

Onecht

Een tweede risico dat de zin ‘Ik hoor je zeggen dat…’ met zich meebrengt is dat het over kan komen als trucje. De persoon die de zin gebruikt heeft misschien geleerd dat dit zo hoort en past het toe zonder dat hij echt hoort wat de ander zegt. Het is dan meer een opmaat voor het uiteenzetten van zijn eigen mening.

Zelfbewust

‘Ik hoor je zeggen dat…’ kan zelfbewuste emoties creëren bij de ander. Doordat hij door jouw oren naar zichzelf moet luisteren wordt hij zich bewust van zichzelf. Dat leidt hem af van de inhoud die hij op dat moment naar voren aan het brengen was en verlegt zijn aandacht naar zichzelf. Hij gaat zichzelf, en jou misschien ook wel, beoordelen.

Ik zie dat…

Eenzelfde soort nadelen kleven er aan zinnen als ‘Ik zie dat je fronst…’ of ‘Ik zie dat het je raakt…’ Nu moet de persoon door jouw ogen naar zichzelf gaan kijken, wat gepaard gaat met dezelfde afstand als wanneer hij door jouw oren naar zichzelf moet luisteren.

Aansluiten

In progressiegerichte gespreksvoering sluit je aan op het perspectief van de ander zonder jezelf ertussen te plaatsen. Hier kun je meer lezen over het aansluiten op het perspectief van de ander en hier over erkennen en samenvatten.